Onderzoeksrapport
Hulpverlening bij schizofrenie
Naam: Melissa Karatheodorou
Studentennummer: 1808129
Naam examinator: Dineke de Groot
Naam opdrachtgever: Joep Hanrath
Naam leerteambegeleider: Sil de Nijs
Cursuscode: ASW-V2ONDERZ2-18
Gelegenheid: 1e
Inleverdatum: 10-04-2023
1
,Inhoudsopgave
1.Aanleiding............................................................................................................................................3
2. Probleemomschrijving........................................................................................................................5
2.1 Hoofdvraag en deelvragen............................................................................................................5
2.2 Doel en relevantie.........................................................................................................................5
3.Methode..............................................................................................................................................6
3.1 Onderzoeksontwerp.....................................................................................................................6
3.3 Betrouwbaarheid en validiteit......................................................................................................6
3.4 Operationalisatie van begrippen...................................................................................................7
3.5 Ethische afwegingen.....................................................................................................................7
3.6 Methode van data- analyse..........................................................................................................8
4.Resultaten............................................................................................................................................9
5.Conclusie...........................................................................................................................................10
5.1 Conclusie deelvraag 1.................................................................................................................10
5.2 Conclusie deelvraag 2.................................................................................................................10
5.3 Conclusie deelvraag 3.................................................................................................................11
5.4 Conclusie hoofdvraag..................................................................................................................11
5.5 Aanbevelingen............................................................................................................................11
5.6 Reikwijdte en beperkingen.........................................................................................................12
Literatuurlijst........................................................................................................................................12
Bijlage 1: Topiclijst................................................................................................................................14
Bijlage 2: Data- analyse.........................................................................................................................16
Bijlage 3: Format bronnen verzamelen en beoordelen.........................................................................46
Bijlage 4: Leeswijzer..............................................................................................................................51
Bijlage 5: Format Procesverslag Sociale Veiligheid................................................................................53
2
,1.Aanleiding
Het onderwerp ‘mensen met complexe problematiek’ omvat een brede doelgroep. In dit onderzoek
staat één specifieke psychotische stoornis en de hulpverlening hierbij centraal, namelijk schizofrenie.
Volgens Van Deth (2019) komt schizofrenie bij iets minder dan 1% van de bevolking in Nederland
voor. De stoornis ontwikkelt zich meestal bij mannen en komt gemiddeld tot uiting tussen het 15 e en
25e levensjaar, echter ontwikkelt het zich bij vrouwen tussen het 25 e en 35e levensjaar. Er is een kleine
kans dat een persoon na zijn 35e een psychotische stoornis ontwikkelt. Doordat schizofrenie zich bij
ieder individu anders kan uiten, wordt er gesproken van een schizofreniespectrumstoornis (Van Deth,
2019). Bij schizofrenie wordt er onderscheid gemaakt tussen positieve- en negatieve symptomen (De
Haan, 2020). Positieve symptomen omvat kenmerken die normaal gesproken nooit bij de persoon
aanwezig zijn, zoals wanen, hallucinaties en desorganisatie. Als het gaat om negatieve symptomen
komen bepaalde kenmerken minder tot uiting of ze zijn juist geheel afwezig. Voorbeelden hiervan zijn
amper emoties tonen en niet naar het werk gaan (De Haan 2020).
Volgens de Haan (2020) zijn er een aantal risicofactoren die mee kunnen spelen in de oorzaak
van het ontwikkelen van schizofrenie. Allereest biologische risicofactoren, zoals erfelijke aanleg,
complicaties tijdens de zwangerschap en cannabisgebruik. Daarnaast zijn er ook psychosociale
risicofactoren, zoals het hebben van een migratieachtergrond, het opgroeien in een grote stad en het
meemaken van life events (De Haan, 2020). Het ervaren van jeugdtrauma’s is volgens
Mohammadzadeh et al. (2019) een zeer ongunstige factor bij het ontwikkelen van suïcidale gedachten.
Suïcide is één van de grootste doodsoorzaken bij mensen met schizofrenie. De helft van de doelgroep
ervaart zowel suïcidale gedachten als pogingen tot zelfmoord. Bovendien is gebleken dat positieve
symptomen en depressie een groot risico vormen voor de ontwikkeling van suïcidaal gedrag
(Mohammadzadeh et al., 2019).
Volgens De Haan (2020) kent schizofrenie comorbiditeit. Het gaat regelmatig gepaard met
lichamelijke aandoeningen of anderen psychiatrische problematiek. Zo krijgt 80% van de doelgroep
ook een depressieve stoornis. Circa de helft van de doelgroep krijgt te maken met een verslaving.
Ruim 30% krijgt last van een sociale fobie en/ of dwangsymptomen. Daarnaast kent schizofrenie ook
onder andere comorbiditeit met een posttraumatische stressstoornis, een autismespectrumstoornis en
een bewegingsstoornis. In een artikel van Robertson et al. (2019) wordt beschreven dat schizofrenie
ook regelmatig gepaard met slapeloosheid. Circa 80% van de doelgroep ervaart gerelateerde
symptomen, zoals moe zijn overdag en niet in slaap kunnen vallen. Slaapstoornissen hebben zeer
waarschijnlijk een negatief effect op psychose. Het kan vermoedelijk psychotische verschijnselen
verergeren, waardoor het herstel van schizofrenie verstoord kan raken (Robertson et al., 2019).
De psychotische verschijnselen van mensen met schizofrenie zorgen volgens De Haan (2020)
voor een langdurige kwetsbaarheid. Als het gaat om de psychose komen er minimaal zes maanden
lang een aantal kenmerken tot uiting waardoor de persoon minder goed kan functioneren. Het is een
toestand waarbij een overtuiging en de verwerking van gedachten of waarnemingen afwijken van hoe
iemand normaal is. De persoon is de enige met die bepaalde opvatting en waarneming. Er is niemand
die de persoon gelooft en begrijpt. Dit leidt regelmatig tot een gevoel van eenzaamheid. Kortom, een
psychotische gedachte moet aan vier kenmerken voldoen. Ten eerste, sta je alleen in je gedachte of
waarneming. Ten tweede, is die niet reëel. Ten derde, wordt hieraan vastgehouden, ondanks dat
anderen de persoon proberen te overtuigen dat dit onjuist is. Als laatste ondervindt zowel de persoon
zelf als anderen hinder van de gedachte of waarneming. Hoe meer anderen iemand met schizofrenie
proberen te overtuigen dat het idee niet juist is, hoe meer diegene juist overtuigd raakt van zijn
opvatting (De Haan, 2020).
Het is volgens Hordijk & Genugten (2020) niet gemakkelijk om goed contact op te bouwen
met een persoon met schizofrenie. In veel gevallen vindt de persoon door een gebrek aan ziekte-
inzicht dat hij geen hulpverleners nodig heeft. Daarnaast is de persoon vaak wantrouwend en angstig
waardoor ze anderen niet snel vertrouwen. Het heeft geen zin om in het contact de persoon te vertellen
3
, dat hij ziek is. Echter is het essentieel om laagdrempelig contact te maken en te werken aan een
vertrouwensrelatie. Het risico dat een psychose terugkomt is groot. Het overgrote deel van de
doelgroep heeft blijvende ondersteuning nodig. Schizofrenie heeft een grote impact op het
functioneren van iemand (Hordijk & Genugten, 2020).
Regelmatig worden mensen met een psychosegevoeligheid geweigerd voor behandeling voor
trauma of verslaving bij GGZ- instellingen (NOS.nl). Dit zorgt ervoor dat de doelgroep minder
toegang heeft tot de specialiste zorg die ze nodig hebben. De reden van weigering is dat de cliënten
kwetsbaar zouden zijn en de therapie niet aan zouden kunnen. Dit is volgens klinisch psycholoog en
psychose- specialist Staring onjuist en stigmatiserend. Daarnaast is een andere reden tot uitsluiting dat
het gemakkelijker is om mensen te behandelen met minder complexe problematiek. Het behandelen
van de doelgroep zou GGZ- instellingen ervan weerhouden om minder snel goede resultaten boeken.
In een artikel van RTL Nieuws (2022) wordt schizofrenie beschreven als een langdurige
psychose. Regelmatig horen mensen met de diagnose stemmen die hen vertellen om zichzelf of
anderen iets aan te doen. Het is niet mogelijk om te genezen van schizofrenie, maar herstel is wel
mogelijk. Zo zijn er mogelijkheden om de wanen en hallucinaties te verminderen of helemaal te laten
verdwijnen. De doelgroep beseft zelf niet dat de gedachten en overtuigingen die ze hebben niet juist
zijn. In veel gevallen zijn ze het dan ook niet eens met de diagnose. Het is voor het herstel essentieel
om vroegtijdig in te grijpen. Allereerst wordt bij de behandeling gebruik gemaakt van antipsychotica.
Wanneer dit niet effectief is, wordt de medicatie clozapine ingezet. Dit is ook een antipsychoticum,
maar als ook dit niet effectief blijkt te zijn, kan ECT toegepast worden. ECT staat voor
elektroconvulsietherapie, oftewel shocktherapie. Hierbij gaan hersencellen niet kapot, maar groeien
sommigen juist door de behandeling. Het is een zeer effectieve behandelmethode wanneer therapie en
medicatie niet aanslaat. Echter, wordt het nog niet vaak ingezet bij de doelgroep (RTL Nieuws, 2022).
In het boek ‘Psychiatrie voor de sociaal werker’ beschrijft Blanken et al. (2016) de rol van
sociaal werkers bij de behandeling van mensen met schizofrenie. Allereerst hebben sociaal werkers
een rol bij farmacotherapie. Naast het observeren van eventuele bijwerkingen zal de sociaal werker de
persoon met schizofrenie moeten motiveren om antipsychotica te accepteren. Het komt vaak voor dat
mensen met psychoses geen motivatie hebben door onvoldoende ziekte-inzicht, wantrouw of nare
ervaringen met het innemen van medicatie. Het is belangrijk om aandacht te geven aan de
angstklachten en niet aan de waangedachten. Dit kan ervoor zorgen dat de persoon zich gehoord voelt
en niet in een hokje geplaatst wordt.
Psycho-educatie is volgens Blanken et al. (2016) ook essentieel in de behandeling.
Lotgenotencontact wordt regelmatig ervaren als een effectieve manier om makkelijker ervaringen te
delen. Door middel van psycho- educatie kan de persoon met schizofrenie onder andere ontdekken om
anders naar zijn huidige situatie te kijken. Daarnaast kan cognitieve geragstherapie ook effectief zijn
doordat de cliënt leert om het verschil te zien tussen gedachten en gevoelens bij psychose. Er is bij de
behandeling van de therapie een afname van wanen geconstateerd en zorgt voor een grotere kans op
therapietrouw.
Als laatste is volgens Blanken et al. (2016) terugvalpreventie essentieel. Ruim 70% van de
mensen met schizofrenie krijgt opnieuw een psychose bij het stoppen van antipsychotica. De taak van
sociaal werkers ligt bij het herkennen van signalen van een mogelijke terugval. De houding van een
sociaal werker dient herstel ondersteunend te zijn. Hierbij is het vertrouwen, het bestrijden van stigma
en de focus op persoonlijke empowerment uiterst belangrijk. Voor mensen met schizofrenie die amper
of geen ziekte-inzicht hebben, is het ingewikkeld om hulp te accepteren. Naast sociaal werkers kunnen
er ook anderen disciplines betrokken zijn bij de behandeling van iemand met schizofrenie, zoals een
psychiater, psycholoog, verpleegkundige en ervaringsdeskundige. De meeste mensen met schizofrenie
wonen zelfstandig, bij familie of op een locatie voor beschermd wonen (Blanken et al., 2016).
De verpleegkundige dient volgens Richtlijnendatabase (z.d.) een open en flexibele houding
aan te nemen in het contact met iemand met schizofrenie. De rol van de verpleegkundige is vooral
herstel- ondersteunend en gefocust op het vergroten van de eigen kracht en ADL. Ze dienen hulp te
4