Dit document is een oplossing van alle vragen dat in het leerpad Hart/Dworkin aan bod komen met een grondige uitwerking. Per tekst staat er ook een samenvatting in.
1. Wat is volgens John Austin het voorwerp van rechtstheorie of
de studie van het recht?
Het voorwerp van rechtstheorie of jurisprudentie is volgens Austin het
positieve recht: dat wil zeggen het recht dat door politieke superieuren
wordt opgelegd aan politieke onderdanen. Positief recht wordt
onderscheiden van andere concepten die vaak verwarrend met het begrip
“recht” in verband worden gebracht, zoals de natuurlijke moraal of
religieuze wetten (bijvoorbeeld de “wet van God”).
2. Op welke algemene wijze definieert John Austin het recht?
Austin definieert recht in algemene zin als een bevel (“command”) dat
wordt opgelegd door een intelligent wezen (bijvoorbeeld een politiek
superieur) aan een ander intelligent wezen (een onderdaan), met de
implicatie dat een sanctie zal volgen als dit bevel niet wordt nageleefd. Dit
bevel is gericht op het reguleren van gedrag door regels en verplichtingen.
3. Welke onderverdelingen maakt John Austin binnen het recht?
Austin verdeelt de wetten in de volgende categorieën:
1. Goddelijke wetten (Divine law): wetten die door God aan de mens
worden opgelegd, soms aangeduid als “natuurlijke wet.”
2. Positieve wetten (Positive law): wetten die door politieke superieuren
worden opgelegd aan onderdanen binnen een politieke samenleving.
3. Positieve moraliteit (Positive morality): regels die niet door politieke
superieuren worden opgelegd, maar voortvloeien uit
maatschappelijke normen, zoals de “wet van eer” of internationale
gebruiken (“international law”).
4. Wat is het verschil tussen (positief) recht en (positieve)
moraliteit?
Het onderscheid ligt in de aard van de autoriteit die de regels oplegt:
- Positief recht wordt opgelegd door een politieke autoriteit en is
bindend door middel van een bevel en een sanctie.
- Positieve moraliteit bestaat uit maatschappelijke regels die worden
gehandhaafd door publieke opinie en sociale normen, maar niet door
een formele politieke autoriteit.
5. Waarom is volgens John Austin het concept ‘bevel’
onontbeerlijk voor het recht?
Het concept “bevel” is cruciaal omdat het de essentie van een wet omvat:
een uitdrukking van een wens of gebod door een autoriteit, gekoppeld aan
een sanctie bij niet-naleving. Austin stelt dat een wet een bevel is dat
, mensen verplicht tot een bepaalde gedragslijn, en dat het concept van
sanctie, plicht en bevel onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zonder
het element van een bevel en de dreiging van sancties is er volgens Austin
geen sprake van recht.
Samenvatting
John Austin ziet jurisprudentie als de studie van positief recht, dat door
politieke autoriteiten wordt opgelegd. Hij benadrukt dat wetten bevelen
zijn die een algemene gedragslijn voorschrijven en worden ondersteund
door sancties. Austin maakt een duidelijk onderscheid tussen positief recht
en andere soorten regels, zoals goddelijke wetten en positieve moraliteit,
om de studie van recht te zuiveren van verwarring. Het concept van een
bevel is fundamenteel voor zijn definitie van recht, omdat het recht
koppelt aan autoriteit, verplichting en sanctie.
Leesfragment Hart 01:
1. Wat doet Hart ‘anders’ dan andere auteurs die kritiek
formuleren op de theorie van Austin?
Hart wijst op de tekortkomingen van Austin’s “Command Theory of Law”
door niet te verwijzen naar complexe of grensgevallen zoals internationaal
recht of primitief recht, maar door vertrouwde kenmerken van modern
nationaal recht (municipal law) te analyseren. Hij identificeert problemen
in Austin’s theorie die voortkomen uit haar onvermogen om belangrijke
aspecten van een modern juridisch systeem correct weer te geven, zoals
continuïteit van wetgevende autoriteit en het onderscheid tussen soorten
juridische regels.
2. Welke kritieken levert Hart op de theorie van Austin?
Hart formuleert de volgende kernkritieken op Austin’s theorie:
- Beperkingen van bevelen als basis voor recht: een strafwet lijkt op
een bevel ondersteund door dreiging, maar verschilt fundamenteel
omdat wetten vaak ook van toepassing zijn op degenen die ze
uitvaardigen, niet alleen op ondergeschikten.
- Regels die bevoegdheden verlenen: regels die bevoegdheden
verlenen (zoals wetgevende of juridische macht) kunnen niet zinvol
worden uitgelegd als bevelen ondersteund door dreiging.
- Het ontstaan van regels: sommige juridische regels ontstaan niet
door expliciete voorschriften, maar hebben een andere oorsprong
die niet past in de “bevel”-theorie.
- Continuïteit van autoriteit: de theorie van Austin verklaart niet hoe
wetgevende autoriteit in moderne rechtssystemen continu blijft
bestaan, of hoe een soeverein in moderne staten moet worden
geïdentificeerd.
3. Welke ‘ancillary devices’ bespreekt Hart? Wat houdt dit in en
waarom werken ze (niet)?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper helenesnauwaert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,96. Je zit daarna nergens aan vast.