Week 1. Introductie bijzonder overeenkomstenrecht
Benoemde vs. onbenoemde overeenkomsten
Benoemde overeenkomsten zijn overeenkomsten die expliciet in de wet worden genoemd en
waar specifieke regels omtrent zijn opgesteld. Deze overeenkomsten zijn op te delen in vier
categorieën: 1) Dienstverleningsovereenkomsten, 2) Genotovereenkomst (huur, pacht,
bewaarneming), 3) Overdracht van goederen of geld (koop, schenking, borgtocht, vaststelling),
en 4) Dienstverband met een werkgever. Onbenoemde overeenkomsten zijn overeenkomsten die
niet door de wetgever geregeld zijn en dus geen wettelijke bescherming genieten.
Uitgangspunt contractenrecht: contractsvrijheid en dus een open systeem van verbintenissen.
-> HR Quint/Te Poel: dit systeem van verbintenissen is slechts beperkt open. Het sluiten van een
contract is dus niet in alle gevallen mogelijk.
-> Boek 7 BW bestaat ter aanvulling op individuele partij-afspraken en bevat regels omtrent
bijzondere overeenkomsten.
Beschermingsgedachte Boek 7 BW
De regels in dit boek zijn er om de ‘zwakkere’ partijen, zoals consumenten, te beschermen door
middel van meer specifieke rechten en plichten. Veel van deze regels zijn dan ook van dwingend
recht, terwijl de rest van het Burgerlijk Wetboek voornamelijk regelend recht (in principe mag
hiervan worden afgeweken) bevat. Boek 7 BW bevat tevens vormvoorschriften en procedurele
bepalingen die de bewijslast regelen.
-> Bij consumentenkoop geldt een specifieke hiërarchie van remedies, waarbij herstel de
primaire optie is, gevolgd door vervanging, schadevergoeding, ontbinding en prijsvermindering
(art. 7:21 e.v. BW).
-> Bij een gemengde bijzondere overeenkomst kan er sprake zijn van een samenloopprobleem.
Dan moet er worden gekeken naar de kenmerkende prestatie: welke prestatie kan worden
weggedacht zonder dat de overeenkomst in zijn geheel vervalt?
Paritaire algemene voorwaarden
Paritaire algemene voorwaarden zijn algemene voorwaarden die zijn opgesteld door of namens
twee gelijkwaardige partijen die een belang hebben in een specifieke branche of sector. Dit
betekent dat zowel de belangen van de aanbieders als van de afnemers in balans worden
gebracht. Denk hierbij aan de DNR 2011, UAV en de UAV-GC.
B2C contracten = Business to Consumer.
B2B contracten = Business to Business.
Zorgplicht
Een zorgplicht is een gedragsnorm die erop gericht is belangen te beschermen en te bevorderen.
Buitencontractuele zorgplichten vloeien voort uit de maatschappelijke betamelijkheid (art.
6:162 lid 2 BW). Contractuele zorgplichten komen voort uit een overeenkomst. Er bestaan drie
soorten zorgplichten:
1. Maatregelen nemen om het nagestreefde belang te verzekeren, waarborgen en beschermen.
2. Verplichtingen m.b.t. het vormgeven en nader invullen van de opdracht of het nagestreefde
belang, inclusief informatie- en mededelingsverplichtingen.
3. Verplichtingen die eisen dat de opdrachtnemer weerstand biedt aan de verlangens van de
opdrachtgever, zoals waarschuwingsplichten.
,Week 2. De ontwerp-/adviesovereenkomst
Overeenkomst van opdracht – Art. 7:400 e.v. BW
Bij de overeenkomst van opdracht is er sprake van een bilaterale rechtsverhouding, maar spelen
derdenbelangen ook een belangrijke rol. De zorgplicht van een goed opdrachtnemer (art. 7:401
BW) betreft een open norm, waarbij de nadere invulling sterk afhankelijk is van het
feitencomplex. Vaak gelden er specifieke aanvullende regels per beroepsgroep, die de norm
verder inkleuren. Denk hierbij bijv. aan gewoonten en ervaringsregels.
-> HR 20 mei 1994 (Negende van OMA): Bij de inkleuring van de zorgplicht van de opdrachtnemer
moet hij niet alleen rekening houden met de belangen van de opdrachtgever, maar ook met die
van derden. Dit heeft te maken met de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (art.
6:248 lid 2 BW).
-> De verplichtingen uit titel 7.7 zijn bedoeld om de rechtspositie van de opdrachtgever te
versterken.
Het bouwproces
In het bouwproces is voornamelijk sprake van publiekrecht, maar ook deels privaatrecht. Bij dit
proces zijn veel partijen betrokken, waarbij sprake is van een chronologisch verloop:
opdrachtgever -> adviseur/ontwerper/architect/constructeur -> aannemer -> toezichthouder ->
gebruiker. Er wordt veel samengewerkt, waardoor er ook veel contracten worden gesloten
(‘estafetteloop-mentaliteit’).
Traditioneel bouwproces – Rol van de architect
In het traditionele bouwproces is er sprake van een driehoeksverhouding tussen de
opdrachtgever, de ontwerper (architect) en de aannemer. De opdrachtgever sluit eerst een
architectovereenkomst met de ontwerper (tijdens de ontwerpfase), en daarna een
aannemingsovereenkomst met de aannemer. Tussen de ontwerper en de aannemer bestaat
geen directe contractuele relatie, maar ze hebben wel maatschappelijke
betamelijkheidsplichten naar elkaar. Tevens heeft de aannemer een waarschuwingsplicht t.o.v.
de opdrachtgever.
-> Met betrekking tot de aansprakelijkheid van de ontwerper moet ook worden gelet op de
professionaliteit van de opdrachtgever.
De Nieuwe Regeling (DNR) 2011
De DNR 2011 is de meest gebruikte (paritaire) set algemene voorwaarden voor overeenkomsten
tussen architecten en hun opdrachtgevers. Deze regeling wordt regelmatig herzien en ook
momenteel zouden er te gunstige aansprakelijkheidsbedingen voor architecten in zitten.
-> Verplichtingen voor de opdrachtgever – Art. 12 DNR 2011.
Zorgplicht architect – Art. 11 DNR 2011
De architect heeft tijdens de ontwerpfase drie belangrijke criteria (drietrapsraket) om aan te
voldoen: 1) technische deugdelijkheid, 2) financiële haalbaarheid, en 3) juridische
uitvoerbaarheid. De architect is verplicht om zijn diensten naar beste kunnen te verrichten (lid 2).
Hij heeft een inspanningsverbintenis (= hij moet zijn best doen voor het ontwerp), geen
resultaatsverbintenis (= hij kan niks beloven).
1. Technisch deugdelijk ontwerp
Het is cruciaal dat het ontwerp leidt tot een goed en deugdelijk bouwwerk, dat voldoet aan de
eisen van de opdrachtgever en beantwoordt aan de state of the art (= de stand van de
wetenschap ten tijde van het ontwerpen). Hierbij speelt ook de toerekenbare tekortkoming een
, rol (art. 1 jo. art. 13 DNR 2011). Bovendien heeft de architect een waarschuwingsplicht t.o.v. de
opdrachtgever (art. 11 lid 10 DNR 2011).
2. Financieel haalbaar ontwerp
De architect moet rekening houden met het budget van de opdrachtgever, waarbij een zekere
tolerantiemarge is gegeven bij het inschatten van de kosten (‘ten naaste bij’; art. 2 onder 3j DNR
2011). Hierbij geldt ook een actieve informatieplicht richting de opdrachtgever (art. 11 lid 5 DNR
2011). Anders kan de architect aansprakelijk worden gesteld voor de meerkosten.
3. Juridisch uitvoerbaar ontwerp
Het ontwerp moet voldoen aan alle relevante wet- en regelgeving (art. 11 lid 4 jo. art. 2 onder 3h
DNR 2011). Hierbij moet rekening gehouden worden met welstandseisen, beschermde stads- en
dorpsgezichten, monumenten (Erfgoedwet) en vergunningen (Omgevingswet).
Esthetische waarde – Art. 8 DNR 2011
De esthetische waarde van het ontwerp wordt in beginsel niet meegenomen bij de beoordeling
of de architect zijn verplichtingen is nagekomen. De opdrachtgever kan dus geen bezwaar maken
omdat hij het ontwerp niet mooi vindt. Dit kan alleen ingeval dit onderdeel is van de
overeenkomst.
Aansprakelijkheid en schadevergoeding
Een architect is alleen aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit een toerekenbare
tekortkoming (art. 1 jo. art. 13 DNR 2011), waarbij dient te worden beoordeeld aan de hand van
het maatman-criterium (= hoe zou een andere, vergelijkbare architect hebben gehandeld in
dezelfde omstandigheden?). De DNR 2011 bevat een aantal exoneratiebedingen om de
aansprakelijkheid van de architect te beperken:
• Art. 14 lid 1 DNR 2011 -> De architect is alleen aansprakelijk voor directe schade (bijv. kosten
voor het herstellen van fouten). Indirecte schade (bijv. gederfde winst) is uitgesloten.
• Art. 15 DNR 2011 -> De omvang van de schadevergoeding is beperkt tot een bepaald bedrag,
afhankelijk van de advieskosten.
• Art. 16 DNR 2011 -> De aansprakelijkheidsduur is beperkt tot vijf jaar na oplevering van het
bouwwerk (en in sommige gevallen twee jaar).
In veel landen is een architect verplicht zich te verzekeren, maar in Nederland geldt geen
verplichte beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor architecten.
Beëindiging van de overeenkomst
De opdrachtgever mag de overeenkomst te allen tijde opzeggen (art. 7:408 BW), maar moet de
architect dan wel betalen voor de reeds verrichte werkzaamheden. Ontbinding van de
overeenkomst is in principe niet mogelijk, tenzij de opdrachtgever een consument is (art. 22 DNR
2011).
Geschillenbeslechting – Art. 58 DNR 2011
Geschillen tussen de opdrachtgever en architect kunnen worden voorgelegd aan de Rad van
Arbitrage voor de Bouw. Per project verschilt het of je ook naar de civiele rechter kunt gaan, mede
afhankelijk van het feit of er een arbitraal beding overeen is gekomen.
Week 3. De aannemingsovereenkomst
Aanbestedingsfase
Tussen de ontwerpfase (architectovereenkomst) en de uitvoeringsfase (aannemings-
overeenkomst) zit de aanbestedingsfase. In deze fase worden aannemers uitgenodigd om