Goederenrecht
Goederenrechtelijke werking: het vestigen van beperkte rechten op een zaak.
Verbintenisrechtelijke werking: aansprakelijkheid, schulden etc.
Genotsrechten: vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal.
Zekerheidsrechten: pand en hypotheek.
Wat is overdraagbaar? -> Eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten – Art. 3:83 BW.
-> Art. 3:84 lid 1 BW: Voor overdracht van een goed wordt vereist een levering krachtens geldige
titel, verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken.
Cessie = levering van vorderingen op naam – Art. 3:94 BW.
• Cedent = vervreemder; degene die de vordering overdraagt.
• Cessionaris = verkrijger.
• Debitor cessus = schuldenaar van de gecedeerde vordering.
Art. 3:98 BW: Vestiging van een beperkt recht is een vorm van overdracht.
Art. 3:276 BW creëert een superpreferentie van specifieke belanghebbenden op een deel van het
vermogen bij faillissement.
Een onderhandse akte (zie bijv. art. 3:94 lid 3 BW) dient te worden geregistreerd bij de
belastingdienst door de cedent of de cessionaris. Bij een authentieke akte hoeft dit niet.
Week 1. Introductie Verdiepend Privaatrecht
Overeenkomst: een afspraak/contract tussen twee of meer partijen, waarbij bepaalde
verplichtingen (schulden; passieve zijde) en rechten (vorderingen; actieve zijde) worden
vastgelegd.
Vorderingen – Goederenrechtelijk en verbintenisrechtelijk
Goederenrechtelijk gezien heeft een vordering de functie van ‘nieuw object’, wat kan worden
overgedragen, gecedeerd, etc. Om een vordering over te kunnen dragen, moet er sprake zijn van:
1) Geldige titel, 2) Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder, en 3) Levering. Verbintenis-
rechtelijk gezien kan een vordering worden gebruikt om een recht te halen dat een persoon meent
te hebben.
Artikel 3:276 BW – Verhalen van schulden
Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een schuldeiser zijn vordering op alle
goederen van zijn schuldenaar verhalen.
Bedrijfsschulden
Een bestuurder van een BV of NV is niet privé aansprakelijk voor de schulden van zijn bedrijf.
Enkel de rechtspersoon is aansprakelijk voor de schulden, waarbij de bestuurder (natuurlijke
persoon) dus wordt beschermd.
,Week 2. Verbintenisrechtelijke aspecten van schuld en betaling – Het
ontstaan van schulden
Artikel 6:217 lid 1 BW – Aanbod en aanvaarding
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan.
Consumentenbescherming
Consumenten worden op verschillende manieren in boek 6 BW beschermd. Denk hierbij aan het
herroepingsrecht (art. 6:230o BW), de inrichting van het elektronische bestelproces (art. 6:230v
lid 3 BW), en de informatieplichten (art. 6:230m BW). Ook zijn nepkortingen en andere
misleidingen, zoals dark patterns (trucs die ervoor zorgen dat je aankopen doet die je eigenlijk
niet wilde), verboden (art. 6:193c BW & art. 6:236 BW).
-> HvJ 7 april 2022 (Fuhrmann): Tijdens een elektronisch bestelproces moet uitsluitend kunnen
worden uitgegaan van de woorden die op een knop staan, zoals ‘voltooi boeking’.
-> Conclusie A-G bij HR 28 november 2023: Art. 6:230v lid 3 BW bevat een extra precontractuele
informatieplicht.
Herroepingsrecht – Jurisprudentie
• HvJ 17 april 2008 (Quelle): Volgens Europees consumentenrecht mogen er geen nationale
regelingen worden getroffen op basis waarvan een vergoeding mag worden geëist voor het
gebruik van het non-conforme goed tot aan de vervanging ervan door een nieuw goed.
• HvJ 3 september 2009 (Messner): Bij de herroeping van een koop op afstand mag geen
compensatie worden gevraagd, tenzij door de consument in strijd wordt gehandeld met de
beginselen van burgerlijk recht, zoals de goede trouw of als er sprake is van
ongerechtvaardigde verrijking.
-> Met het oog op het milieu zijn er wel een aantal vraagtekens rondom het herroepingsrecht,
zeker gelet op een bepaalde groep consumenten die veel te makkelijk dingen bestellen en
terugsturen.
Artikel 7:26 BW – Verplichtingen van de koper
1. De koper is verplicht de prijs te betalen.
2. De betaling moet geschieden ten tijde en ter plaatse van de aflevering. Bij een
consumentenkoop kan de koper tot vooruitbetaling van ten hoogste de helft van de koopprijs
worden verplicht.
Wat is een kredietovereenkomst?
Een kredietovereenkomst is een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument
krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een andere
soortgelijke betalingsfaciliteit (art. 7:57 lid 1 sub c BW). De kredietgever moet dit doen in het
kader van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten (art. 7:57 lid 1 sub b BW). Ook is de precontractuele
informatie van de kredietverstrekkers naar de consument toe erg belangrijk (art. 7:60 BW). Denk
hierbij aan informatie zoals oneerlijke bedingen, kredietwaardigheidstoets, nietigheid in geval
van strijd met de maximale kredietvergoeding, en oneerlijke handelspraktijken in geval van niet
verschaffen precontractuele informatie. Bovendien dient de kredietverlening door te worden
gegeven aan het BKR.
-> HR 30 juni 2023: Kredietverstrekkers zijn verplicht om transparante en begrijpelijke informatie
te verstrekken die de consument in staat stelt om een weloverwogen beslissing te nemen. Het
niet voldoen aan deze verplichtingen kan leiden tot nietigheid of vernietigbaarheid van de
overeenkomst.
, Belangrijke regels in NL voor consumptief krediet
1. Informatie over kredietproducten moet worden verstrekt, inclusief een waarschuwing dat
lenen kosten met zich meebrengt.
2. Een verplichte kredietwaardigheidstoets bepaalt het maximaal te lenen bedrag.
3. Er zijn limieten aan de kredietvergoeding die een kredietverstrekker mag vragen.
Beëindiging consumentenkredietovereenkomst: Art. 7:66 BW & art. 7:67 BW.
Richtlijn 2008/48/EG
Art. 5 ziet op de precontractuele informatie en art. 8 op de verplichting om de kredietwaardigheid
van de consument te beoordelen. Dit gebeurt op basis van informatie die de consument zelf heeft
verstrekt, vergezeld met bewijsstukken.
-> HvJ EU 18 december 2014 (CA Consumer Finance SA v. Bakkaus en Bonato): Deze richtlijn
verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling op basis waarvan de bewijslast betreffende
niet-nakoming van art. 5 en art. 8 op de consument rust, en tegen dat de rechter wegens een
standaardbeding ervan moet uitgaan dat de consument heeft erkend dat de precontractuele
plichten volledig en naar behoren zijn nagekomen waardoor de bewijslast wordt omgekeerd.
-> Annotatie V. Mak: Het doel van precontractuele informatie en de kredietwaardigheidstoets is
om overmatige schuldenlast te voorkomen. Hoewel de kredietverstrekker hier voornamelijk
verantwoordelijk voor is, kan hij niet voorspellen hoe de consument zich in de toekomst zal
gedragen. De uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt daarom bij de consument zelf.
De Europese regulering van dark (commercial) patterns – R. Gellert
Dark patterns zijn manipulatieve ontwerpmethoden in digitale interfaces die het besluit-
vormingsvermogen van gebruikers negatief beïnvloeden door hen te sturen, dwingen of te
misleiden. De EU werkt aan regelgeving om dit te reguleren via twee benaderingen: technologie-
specifieke regels en de wettelijke erkenning van het autonomiebeginsel als een algemeen
principe. Er wordt gefocust op het beschermen van de mentale autonomie van individuen.
Een gedragswetenschappelijk perspectief op de consumentenkredietovereenkomst – J.J.A.
Braspenning
De wetgever heeft informatieplichten ingesteld om consumenten te helpen bij het maken van
verantwoorde leenbeslissingen. Het huidige beleid gaat ervan uit dat meer informatie altijd leidt
tot betere beslissingen, maar in de praktijk kunnen er problemen optreden: 1) veel mensen lezen
informatie niet goed, 2) degenen die de informatie lezen, begrijpen deze niet altijd volledig, en 3)
zelfs bij goede informatieverwerking nemen consumenten niet altijd rationele beslissingen.
Week 3. Verbintenisrechtelijke aspecten van schuld en betaling
Verzuim van de schuldenaar
Wanneer een schuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt, raakt hij in verzuim (art. 6:81 BW). Dit
kan zowel met voorafgaande ingebrekestelling (art. 6:82 BW), als zonder (art. 6:83 BW). Uit
verzuim kan ook een schadevergoeding voortvloeien (art. 6:96 lid 2 sub c, lid 5, 6 en 7 BW). Tevens
geldt hiervoor een wettelijke rente (art. 6:119 BW). Mocht de aanmaning geen effect hebben, kan
de schuldeiser blijven proberen om de betaling te innen door middel van aanmaningen of
herinneringen. Hierna kan hij een incassobureau inschakelen of een gerechtelijk incassotraject
starten. Als er dan nog niet betaald wordt, kan er beslag worden gelegd.
-> Sinds 1 januari 2023 is de Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki) in werking getreden,
waardoor incassobureaus aan gestelde eisen moeten voldoen om de kwaliteit van incasso-
dienstverlening te verbeteren en de consument te beschermen.