Begrippenlijst Politieke
Communicatie & Journalistiek
december 2024
Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................... 2
Week 2.......................................................................................................... 5
Week 3.......................................................................................................... 8
Week 4........................................................................................................ 11
Week 5........................................................................................................ 13
Week 6........................................................................................................ 14
Week 7........................................................................................................ 17
,2
Week 1
Politieke communicatie = de interacties tussen politiek, media en het
publiek.
4 functies van media = informatie, educatie, waakhond & platform (en
kanaal)
Meerderheidsdemocratie = democratisch systeem waarbij de
meerderheid het voor het zeggen heeft. ‘Winner takes it al’, één-partij-
regering, macht is geconcentreerd bij de uitvoerende macht en
gekenmerkd door individueel pluralisme
Individueel pluralisme = gaat over de competitie tussen individuen en
groepen in een relatief georganiseerd speelveld. Hier hebben individuen of
belangengroepen direct toegang tot het politieke proces en kunnen vrij
concurreren om invloed.
Consensusdemocratie = een democratisch systeem waarbij het doel is
om een overeenstemming te krijgen waar iedereen (enigszins) tevreden
mee is. Gekenmerkt door; proportionele representatie, meer-partijen-
systeem, coalitie regering, verdeelde macht tussen uitvoerende en
wetgevende macht en organized pluralism
Organized pluralisme = verwijst naar een systeem waar
belangengroepen structureel zijn georganiseerd en ingebed in het politieke
proces. Besluitvorming gebeurt via onderhandelingen tussen deze
georganiseerde groepen en de overheid.
Mediasystemen volgens Hallin & Mancini
Polarized pluralist; gekenmerkt door lage ontwikkeling van de massa
press/media, hoog politiek parallelisme, lage professionaliteit van de
journalistiek en hoge staatsbemoeienis.
Democratic corporatist; gekenmerkt door een hoge score op alle 4 de
categorieën; ontwikkeling van de massa press/media, politiek parallelisme,
professionaliteit van de journalistiek en staatsbemoeienis.
Liberaal; gekenmerkt door hoge ontwikkeling van de massa press/media,
laag politiek parallelisme, hoge professionaliteit van de journalistiek en
lage staatsbemoeienis.
Nieuwe mediasystemen na kritiek op Hallin & Mancini:
Democratic corporatist; is het zelfde gebleven behalve een lage score
op politiek parallelisme.
, 3
Gepolariseerd pluralistisch; lage mate van professionalisering, zwakke
mediamarkt (=subsidies, bemoeienis vd overheid etc.)
Hybride; gemiddeld op alle 4 de dimensies
4 dimensies; mediamarkt, professionaliteit vd journalistiek, bemoeienis
vd staat, politiek parallelisme.
5 manieren waarop een overheid journalisitiek kan steunen met
als doel pluralisme te verhogen; subsidies, helpen samenwerken
journalistieke opleiding, projectfinanciering, faciliteiten voor journalisten.
(Politiek) pluralisme = een systeem waarin meerdere groepen, ideeën
en belangen in de samenleving worden vertegenwoordigd en teogang
hebben tot het politieke proces. Het gaat om een erkenning van diversiteit
en competitie tussen verschillende belangen.
Voorbeeld; in een pluralistische democratie zoals NL kunnen politieke
partijen met uiteenlopende ideologieën (bijv GL en VVD) deelnemen aan
verkiezingen, en belangengroepen zoals vakbonden, milieuorganisaties en
lobbygroepen kunnen invloed uitoefenen op beleid.
Intern pluralisme; pluralisme binnen een enkele organisatie, zoals een
mediakanaal of politieke partij, waarbij verschillende perspectieven of
belangen worden vertegenwoordigd.
Voorbeeld; een krant die opiniestukken publiceert van schrijvers met
verschillende politieke opvattingen, zoals zowel progressieve als
conservatieve meningen.
Extern pluralisme; diversiteit tussen verschillende organisaties of
instellingen in een samenleving, waarbij elke organisatie een specifiek
perspectief of belang vertegenwoordigt.
Negatieve vrijheid; vrijheid van inmeningen door anderen of de
overheid. Het gaat om de afwezigheid van externe beperkingen op het
individu.
Voorbeeld; het recht om je eigen religie te kiezen zonder dat de staat
zich ermee bemoeit, of de vrijheid van meningsuiting waarbij niemand je
verbiedt te spreken.
Positieve vrijheid; vrijheid om je eigen doelen te bereiken en je
potentieel te verwezenlijken vaak met steun van de overheid. Dit vereist
dat mensen de middelen en vaardigheden hebben om hun vrijheid
daadwerkelijk te benutten.