Samenvatting voor het vak Rechtssociologie aan de
Universiteit Leiden, op basis van:
- Hoorcolleges door Dr. Danielle Chevalier (week 1
+ 2), Bert Niemeijer, Dr. Paulien De Winter (week
4) en Prof. dr. mr. Maartje van der Woude (week
5)
- Werkgroepen en kennisclips door Julia
Rootenberg
Inhoud - Alle voorgeschreven artikelen
,Week 1: Positionering van het veld....................................................................................................... 1
Triangulatie....................................................................................................................................... 2
Wat is rechtssociologie?.................................................................................................................... 3
Wat is recht?.................................................................................................................................. 3
Sociologische visies........................................................................................................................ 6
Casus: straatintimidatie..................................................................................................................... 7
Werkgroep recaps............................................................................................................................. 9
Week 2: recht in het alledaagse leven.................................................................................................. 9
Rechtsbewustzijn............................................................................................................................. 10
Rechtsvervreemding....................................................................................................................... 10
Naleving van het recht.................................................................................................................... 12
Werkgroep recaps........................................................................................................................ 15
Week 3: Wetgeving............................................................................................................................. 17
Wat is wetgeving?........................................................................................................................... 18
Totstandkoming van wetgeving....................................................................................................... 19
Herkomst...................................................................................................................................... 19
Wetgeving als proces................................................................................................................... 20
Resultaat...................................................................................................................................... 21
Effecten van wetgeving................................................................................................................... 24
Beleidstheorie.............................................................................................................................. 28
Werkgroep reccaps.......................................................................................................................... 31
Week 4: Rechtshandhaving................................................................................................................ 35
Systeem en leefwereld.................................................................................................................... 35
Bureaucratie.................................................................................................................................... 37
Handhaving..................................................................................................................................... 39
Werkgroep recaps........................................................................................................................... 42
Week 5: Geschillenbeslechting........................................................................................................... 45
Van wet naar uitspraak.................................................................................................................... 46
Procedurele onrechtvaardigheid...................................................................................................... 47
Maatschappelijke effectieve rechtspraak......................................................................................... 48
Rol van digitalsering..................................................................................................................... 50
In de schaduw van het recht........................................................................................................ 51
Werkgroep recaps........................................................................................................................ 52
WEEK 1: POSITIONERING VAN HET VELD
Taekema, H. S. (2013). Sleutelen aan de rechtsstaatgedachte: Het nut van samenwerking
tussen rechtsfilosofie, rechtssociologie en rechtswetenschap. Tijdschrift voor Constitutioneel
Recht, 286.
1
, Schwitters, R. J. S (2008) Hoofdstuk 1: Wat is rechtssociologie? In Schwitters, R. J. S., &
Böcker, A. (2008). Recht en samenleving in verandering : inleiding in de rechtssociologie (2e
dr.), pp.
Mischa Dekker, 'De strafbaarstelling van straatintimidatie en het risico van etnisch profileren',
Recht der Werkelijkheid 2022-1, p. 8-30
TRIANGULATIE
Taekema, H. S. (2013). Sleutelen aan de rechtsstaatgedachte: Het nut van samenwerking
tussen rechtsfilosofie, rechtssociologie en rechtswetenschap. Tijdschrift voor Constitutioneel
Recht, 286
Inzicht in hoe rechtssociologie is gepositioneerd in verhouding tot rechtswetenschap en
rechtssociologie. Interdisciplinaire triangulatie=verschillende disciplines combineren om een
onderwerp te onderzoeken. De gedachte hiervan is dat bepaalde vragen alleen vanuit de invalshoek
van een specifieke discipline goed te beantwoorden zijn, maar dat tegelijkertijd een antwoord op
verschillende vragen nodig is om tot een goed resultaat te komen.
Doel is om te laten zien dat de 3 disciplines gecombineerd moeten komen om tot een goede
heroverweging te komen over de rechtsstaatsgedachte. Dit wordt geïllustreerd door in te gaan op
het gedachtegoed van Waldron, zijn bijdrage aan het denken over de rechtstaat: hij ging in op
procedurele aspecten van de rule of law (=rechtsstaatgedachte).
- Verdedigt een specifieke conceptie
- Betwist indeling theorieën in formeel v.s. inhoudelijk. Onder formeel scharen we ten onrechte
2 aspecten: formeel en procedureel. We focussen ons te veel op het formele: juist het
procedurele gedeelte is belangrijk voor burgers (gehoord worden, actieve participatie,
argumenten kunnen wisselen). Rechtstaatsgedachte bevat dus 3 elementen: vorm, inhoud en
procedures.
Probleem: hij verwijst naar verwachtingen van gewone mensen (common sense) -> dit is een
empirisch argument: kan wetenschappelijk onderbouwd worden met de rechtssociologie.
o Rechtsfilosofie=normatieve theorievorming. Kracht: conceptuele argumentatie en de
verbinding met morele waarde. Dit is een intern perspectief=filosofische rechtvaardigingen
voor principes onderzoeken (eerlijkheid, rechtvaardigheid)
Rechtssociologie=empirie. Kracht: de contextuele beschrijving van de maatschappelijke
praktijk. Dit is een extern perspectief: kijkt verder dan formele juridische structuren,
analyseert alle contexten waarin de rule of law functioneert, bijv. hoe sociale normen en
waarden vormgeven aan de ontwikkeling en toepassing van het recht. ook interesse in hoe
machtsstructuren het recht beïnvloeden. Empirische inzichten van belang voor ons begrip van
rule of law
Rechtswetenschap=juridisch onderzoek. kracht: kritische analyse van instituties. Dit is ook
een intern perspectief=richt zich op doctrinaire juridische analyse, formele structuur van
juridische regels en instellingen analyseren, waarbij gekeken wordt naar principes fairness.
Dit wordt gekoppeld aan grotere maatschappelijke doelen; eerlijkheid, rechtvaardigheid, individuele
vrijheid.
Dit wil niet zeggen dat de ene discipline belangrijker is: we moeten een brug slaan tussen intern en
extern perspectief; ze hebben elkaar nodig.
- Filosofische theorie heeft empirische en juridische analyse nodig
- Empirische sociologie heeft een sterke theoretische basis nodig
Triangulatie nodig om complexiteit van rechtsstaatgedachte te begrijpen en te duiden. De
vraag is alleen hoe dit methodologisch mogelijk is: hoe kunnen we empirische en
normatieve vraagstellingen combineren?
Rechtssociologie is niet enkel empirische descriptieve beschrijving van de werkelijkheid. Het is goed
in bottum-up benadering (=perspectief vanuit burger/samenleving), maar ook theoretisch: stelt
2
, ander soort vragen dan rechtssociologie. Rechtssociologie biedt input voor filosofische vragen, maar
ook voor filosofische vragen (Hertogh, 2024).
WAT IS RECHTSSOCIOLOGIE?
Schwitters, R. J. S (2008) Hoofdstuk 1: Wat is rechtssociologie? In Schwitters, R. J. S., &
Böcker, A. (2008). Recht en samenleving in verandering : inleiding in de rechtssociologie (2e
dr.), pp.
Rechtssociologie=sociologische (sociaalwetenschappelijk) bestudering van het recht.
Sociologie=wetenschap die richt zich op kennis van de samenleving, hoe mensen zich tot elkaar
verhouden op basis van sociale structuren (rollen, instituties, organisaties). Het recht structureert
veel van ons handelen en denken, wat we als goed/fout bestempelen. Mensen vertonen in hun
handelen bepaalde sociale kenmerken die enigszins onafhankelijk van hun biologie of individueel
psychische eigenschappen kunnen worden bestudeerd.
- Rol=specifieke positie in het netwerk van sociale verhoudingen die bepaalde verwachtingen
ten aanzien van diegene die deze positie inneemt met zich meebrengt, bijv. een agent.
Mensen verbinden uiteenlopende verwachtingen aan mensen in verschillende rollen en
hebben daarmee verschillende ideeën over welk gedrag gepast is. Wanneer deze
verwachtingen niet worden beantwoord en mensen uit hun rol allen, zullen de mensen die
deze verwachtingen hadden corrigerend optreden. Bij de sociologie gaat het om het in
verband brengen van kenmerken van menselijk gedrag met de eigenaardigheden van rollen
die mensen in de samenleving hebben.
- Institutie=een samenstel van rollen die onderling door geschreven en ongeschreven regels
geordend zijn (bijv. dood en begrafenis)
- Organisatie=wanneer rollen zijn opgenomen in een samenhangend verband dat gericht is
op het bereiken van bepaalde doeleinden, bijv. bedrijven.
WAT IS RECHT?
Er zijn heel veel verschillende betekenissen (iets hoogs, subjectiefs, systematisch, iets wat draagvlak
nodig heeft), waarop je het recht kan aanschouwen, 3 daarvan zijn:
1. Rechtswetenschap richt zich op law on the books =formeel recht afkomstig uit formele
rechtsbronnen zoals wetteksten, verdragen, jurisprudentie, vakliteratuur, etc. Recht is
datgene wat op een bepaalde manier op stand is gekomen. Juristen gebruiken dit vaak als
begrip van het recht.
2. Rechtssociologie richt zich op law in action=living law, recht wat als zodanig gekend en
erkend wordt in de praktijk. Recht is wat er in de werkelijkheid gebeurt (niet alleen
geschreven regels). Het kijkt naar hoe recht voorkomt uit de samenleving en hoe het recht de
samenleving structureert.
3. Rechtspluralisme=recht is een normatieve orde met een sanctiesysteem. Wanneer een
bepaalde samenleving sociale orde heeft en de status heeft om deze te handhaven. Er zijn
verschillende sociale orden in onze samenleving aanwezig (formeel: supranationaal &
informeel religieus). Definitie= de situatie waarin binnen één natie verschillende groepen
naast elkaar leven, elk onder het regime van eigen recht.
2 vragen, naar:
Sociale genese van het recht= recht is de uitkomst van sociale verhouding
Sociale werking van het recht= recht heeft invloed op sociale verhoudingen recht in de
werkelijkheid
-> dus wat is het recht?
- Intern gezichtspunt=recht als autonoom systeem. Rechters stellen zich op als deelnemers
aan de juridische besluitvorming en nemen de door hen geformuleerde normen voor hun
3