Samenvatting: Ontwikkeling van Persoonlijke Relaties
Deze samenvatting omvat elk college met aantekeningen. Met na elk college 1 oefenvraag! Onderwerpen die zijn gemarkeerd zijn teruggekomen op het tentamen of waren mogelijke oefenvragen. Dit kan helpen om een beter inzicht van mogelijke tentamenv...
Ontwikkeling van persoonlijke
relaties samenvatting
Groen gemarkeerd – onderwerpen die op het tentamen zijn gekomen en mogelijke
oefenvragen waren.
Zorg dat je voor het tentamen mijlpalen in ontwikkelingen kent!
Hoorcollege 1: Introductie en vroege sociale
relaties
Waarom persoonlijke relaties?
“Health is a state of complete physical, mental and social well-being
and not merely the absence of disease or infirmity”.
Het is zo dat mentale gezondheid, fysieke gezondheid en sociale gezondheid
samenhangen. Het is ontzettend belangrijk voor mensen om sociale steun en
relaties te hebben.
Studies wijzen uit dat groepen met lagere sociale steun/gebrek aan sociale steun
eerder overlijden.
Zijn pasgeborenen sociaal?
Moeder legt basis van sociale relaties.
Baby’s kunnen wel onderscheid maken tussen goed en slecht gedrag (voorbeeld
knuffels konijnen studie) hierin worden twee knuffels onderscheiden doordat een
slecht gedrag vertoont en de ander hulpvol “goed gedrag”. De baby geeft na het
zien van de “act van de knuffels” de voorkeur aan het konijn wat het goede gedrag
heeft vertoond, ofwel door ernaar te kijken (jongeren baby’s), of door ernaar te
grijpen (iets oudere baby’s).
Klassieke theorieën:
- Baby's zijn niet in staat tot echte sociale interactie
- Latere relaties zijn afgeleid van relaties met primaire verzorgers
- Peers beginnen later in de ontwikkeling ertoe te doen
Moderne theorieën:
- Kinderen zijn biologisch gebouwd om naast primaire zorgverleners aandacht
aan andere te schenken
- Het hele sociale systeem beïnvloedt een kind
- Vroege relaties met leeftijdsgenoten zijn ook belangrijk voor ontwikkeling
Studie Scrambled faces paradigm (gehusselde gezichten)
Bordjes met scrambled gezichten voor baby houden die nog geen half uur oud zijn,
de baby geeft het meest aandacht aan plaatje wat het meest op een gezicht lijkt.
Dit is door het gezicht te draaien of door oogbewegingen te volgen.
,Dyadische peer relaties
Contigentie
= reacties die voortbouwen op wat de andere persoon heeft gedaan, dit begint naar
6 maanden. Bepaald gedrag wat samen ontwikkeld wordt.
Prosociaal gedrag
= vrijwillige acties die bedoeld zijn om een ander individu of een groep individuen
te helpen of ten goede te komen. Empathie ontwikkeld rond 2 jaar oud.
Reacties op angst: poging om in te grijpen voor een slachtoffer, om de
situatie te veranderen of de distress te verminderen.
o Pasgeborenen: huilen als reactie op huilen van anderen (onderzoek in
weeshuis in 1976). Baby’s konden meehuilen met echte huil “minder
bij een neppe huil”.
o Baby’s va 8 maanden reageren met een patroon in 4 fases:
Kijken affect fysieke reactie eigen angst. Eerste drie stappen
gaan eigenlijk meer om de angst van de ander en daarna pas van
zichzelf (rond 8 maanden dus echt bezig met pro sociaal gedrag).
o 2 jaar oud: individuele verschillen beginnen, problemen oplossen,
amusement, agressie.
o Delen
12 maanden: affiliatief delen (onder het delen zit een bepaald
onderliggend idee). Sommige kinderen weigeren ook om te
delen of ze hebben er geen aandacht voor.
18 maanden oud delen neemt toe op het moment dat het
gevraagd wordt.
Begrip van eigenaarschap: kan ik onderscheid maken tussen
iets van wat van iemand zelf is of het daar gewoon ligt,
bijvoorbeeld een jas van moeder of niet.
24 maanden neemt het verder toe maar delen ze ook
spontaan. Kinderen beginnen onderling te delen, relatie met
gevoeligheid voor angst van anderen (distress). Maar niet delen
komt ook heel vaak voor.
Na 4 jaar: delen neemt nog meer toe en is gerelateerd en TOM
(Theory Of Mind).
o Samenwerken 1-jarige kan al samenwerken wel oppervlakkig. 2-jarige
complexere samenwerking. (Voorbeeld studie in slides)
, o Samenwerking vs. competitie. Wanneer je competitie kiest voor
samenwerking kan er ook conflict ontstaan.
Conflict
Conflict is iets positiefs en je kan er dan van leren.
o Ontwikkeling van conflict. Het is dus functioneel, conflict over
speelgoed begint rond 1 jaar oud door fysieke kracht (trekken aan
bijvoorbeeld het autootje dat je wil hebben).
o 2 jaar oud gebruikt ook verbale middelen (jij mag er eerst mee
spelen daarna mag ik).
Kinderen vermijden conflicten, vooral hard slaan. Vergelding in
conflict vindt plaats (reciprociteit), dus stel eerste dag pakt een
kindje iets af dan wil het kindje de dag erna ook hetzelfde van
hem afpakken). Je zag ook in groepen verschil.
o Oudere kinderen: onderwerp en gedrag veranderd. Eerst is het
speelgoed belangrijk “speelgoed hot topic”. Er komt daarna meer
conflict over spel bijvoorbeeld. Ook losse ze meer verbaal (vanaf 2 jaar
meer taalontwikkeling) op i.p.v. met fysieke kracht.
Onderliggende vaardigheden; voorwaarden voor
succesvolle sociale ontwikkeling
Gedeelde aandacht = het vermogen om aandacht te oriënteren met een
andere persoon. Dit begint rond de 6 maanden (en is een van de
basisprincipes van TOM). Duidelijke individuele verschillen.
Emotieregulatie: kun je emoties reguleren vooral ook negatieve emoties,
en het verschil tussen volwassen en peer situaties. Contact met
leeftijdsgenoten is cruciaal voor de ontwikkeling van emotieregulatie. Thuis is
er een veilige haven om dit te oefenen. Bijvoorbeeld omgang met angst thuis
oefenen. Als je hier niet mee leert omgaan kan dit in de weg gaan zitten met
het contact met zijn/haar peers.
Inhibitiecontrole: kun je je impulsen controleren. Dit is van belang in
spelsituaties, iemand anders zijn persoonlijke ruimte geven is van belang.
Iemand zomaar slaan als kind komt de peer relaties niet ten goede, dit soort
dingen moeten kinderen dan leren. Gebalanceerde inhibitie: niet te veel
weggeven, want dat is ook niet goed, maar leren balans hierin te vinden.
Imitatie. Imitatie is nodig voor harmonieus spel met leeftijdsgenoten. Het is
een tool voor het aanleren van sociale vaardigheden, later in het leven is het
ook belangrijk voor sociale relaties met anderen, voorbeeld studie in
Nijmegen. Ze gaan in een nagemaakte bar steeds meer tegelijk drinken,
hierna gaven ze ook een betere relatie aan (dus relevant voor bonding bij
mensen). Ze gaan ook peers
imiteren, bijvoorbeeld het nadoen
van hoe je met speelgoed omgaan
en dit zo ook aan ouders laten zien.
Causal begrip de ander is
sociale agent met intenties. Iemand
, zijn eigen acties beïnvloeden ook anderen. Anderen kunnen die dingen ook
per ongeluk doen.
Taal verbaal vermogen neemt toe en is gerelateerd aan hogeren
prosocialiteit en lagere agressie. Taalontwikkeling is ook gerelateerd aan
TOM- ontwikkeling. Gesprekken worden belangrijk.
Pretend play (alsof spel).
Zie voor de taalontwikkeling ook de rechter afbeelding.
Diversiteitshoek
Cultuur
Conflict
o Chinese kinderen (vs. Canadese): Chinese kinderen vertoonde meer
gedrag dat conflict vermindert. Meer spontaan controle uit handen
geven. Meer positief tegenover anderen die het speelgoed willen
(weg)pakken
o Acceptatie van peers verschilde ook:
Chinees: meer passief en terughoudend. Canadees: meer
assertiviteit en controle
Emotieregulatie (=afhankelijk van wat andere je leren)
o Emotieregulatie is interactief en afhankelijk van cultuur.
o Japanse (vs. V.S.) baby’s: meer relationele manier van emotieregulatie.
o Japanse (vs. V.S.) ouders: geen verwachting dat het kind zichzelf kan
reguleren
Gender
Genderverschillen in vroege ontwikkeling ontstaat tussen 2-3 jaar oud
daarvoor zijn er geen verschillen. We weten heel weinig van transgender/non-
binaire kinderen.
o Samenwerken: 2-jarige: meisjes meer samen spelen en delen, jongens
meer competitie
o Conflict: Ongeveer 3 jaar oud.: Afname in trekken en gebruik fysieke
kracht vooral bij meisjes
1.5 – 2 jaar oud: leren ze het categoriseren van gender
< 3-jarige: Labellen van eigen gender
4- jarige: Genderidentiteit ontwikkelen
Dit is ook het geval voor transgender en non-binaire kinderen!
Korte samenvatting college
Focus op andere mensen - en sociale ontwikkeling in het algemeen – beginnen bij
de geboorte.
Na een paar maanden kun je betekenisvol onderscheid maken tussen dyades
(contingentie). In de eerste levensmaanden komen belangrijke aspecten van sociale
ontwikkeling naar voren, zowel positieve (bijvoorbeeld delen, samenwerken) als
negatieve (conflict en agressie). De voorwaarden voor succesvolle sociale
ontwikkeling zijn gedeelde aandacht, emotieregulatie, inhibitiecontrole, imitatie,
causaal begrip en taalontwikkeling.
Vroege sociale relaties variëren afhankelijk van cultuur en gender.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lmcverkoelen12. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.