INHOUDSOPGAVE
Periodeweek 1: Griekse en Romeinse bouwkunst (H4 en 5) ........................................................... 1
Periodeweek 2: Romaanse tijd,gotiek en barok (H8,9,11) .............................................................. 5
Periodeweek 4: 19e eeuw (H13,14,15) ......................................................................................... 11
Periodeweek 5: 20e eeuw, opkomst modernisme (H16, 18) .......................................................... 15
Periodeweek 6: Star-chitecture (H20) ......................................................................................... 19
Periodeweek 7: seriematige woningbouw (H17,19, 20) ................................................................ 23
Periodeweek 8: Huidige ontwikkeling/hedendaagse (H21) ........................................................... 28
,Periodeweek 1: Griekse en Romeinse bouwkunst (H4 en 5)
Hoorcollege 1
• alle opdrachten maken om tentamen te mogen maken > maar hulpmiddel bij leren
• boek geschiedenis architectuur en bouw: gebruiken bij huiswerkopdracht
• het gaan om herkennen van chronologische volgorde van alles uit de geschiedenis
- lessen zijn chronologisch
- boek is niet chronologisch > op moodle staan de bladzijdes
LEERDOELEN
- De belangrijkste kenmerken en verschillen van de Griekse en de Romeinse bouwkunst te herkennen, inclusief
een aantal archetypische bouwwerken
- De Griekse en Romeinse Orden te benoemen
- Het verband te zien tussen de Griekse en Romeinse bouwkunst en de voorhanden bouwtechniek
‘Geschiedenis van het bouwen’ richt zich met name op de invloed van technische ontwikkelingen op de
verschijningsvorm van onze bouwkunst .
START= Griekse bouwkunst
• Minoïsche bouwkunst = een volk: oude Grieken die leefde op een eiland > Creta
→ verschilt in bouwkunst van platteland > dat zie je terug:
- geen verdedigingsmuren > vanwege eiland en schepen
- grote open ruimtes, zonder directe afscheidingen (materialen geen zee)
- materiaal gebruik was anders:
1. kalksteen
2. gebakken kleisteen = baksteen van toen > in houten vakwerk deuren en ramen van hout
3. versieringen en muurschilderingen op gipspleister
→ er was geen andere volk dan hun = geen oorlog = hedendaagse bezigheden werden afgebeeld
in schilderingen
- zware zuilen, taps toelopend(van dik naar dun) > niet esthetisch maar nodig voor dragen
→ zware elementen nodig voor zware constructies > nu steeds streven naar slanker
- centrum was van belang: grote open ruimte
• Myceense bouwkunst = het andere volk: bevolking van vaste land
- grote zware verdedigingsmuren = cyclopen muren: heet zo omdat Romeinen niet konden geloven
dat zulke groten dingen door mensen gebouwd waren ipv reuzen
- Overdekte rechthoekige ruimte in centrum was belangrijk > veilig gevoel
→ midden van centrum is veiligst omdat dit het belangrijkste punt
- Gebruik van metselwerk, rechthoekige of veelhoekig behakte stenen, met behulp van leem op
elkaar gelegd en afgewerkt met pleisterlaag
• voorbeeld Myceense bouwkunst: hoofdingang naar de burcht = leeuwenpoort
- bouwtechniek = stapelbouw > latei > nog steeds gebruikt
- sparing maken was vroeger echt moeilijk
• Waarom hebben tempels het overleefd en andere gebouwen niet?
- Tempels waren heilig, en dus heel erg belangrijke gebouwen > beste materialen gebruikt > duurzaam
en massief > natuursteen = bewaard gebleven
→ gewone Griekse gebouwen = Eigen bevolking leefde in houtbouw > houdt minder goed vol
= dus door de materiaalkeuze
1
,Twee verschillende soorten tempels en kenmerken
1. Typische kenmerken van Griekse tempels
- symmetrisch (in alle gevels)
- geen directe voorgevel of entree, niet direct duidelijk is waar je naar binnen gaat
- duidelijke maatsystematiek/ grid
- Gebouwd voor aanbieden van meerdere goden (grote over de top bouwwerken)
→ groot en op hogere posities geplaats > want hoe hoger hoe dichter bij de goden
= ook een factor waardoor deze in tact zijn gebleven
→ hier zie je al hiërarchie in vestiging van gebouwen dus
2. Typische kenmerken Romeinse tempels: vrijwel zelfde uitgangspunten en reden voor bouwen
als griekse, grote verschil is:
- wel duidelijke entree > zelfs met trappetje
- ook symmetrisch, maar rechthoekiger dan de griekse (die zijn vierkanter)
- Romeinen kwamen voor het eerst met boogconstructies = ontstaan nieuwe gebouwtype
→ tempels, basilica’s, theaters, amfitheaters, badhuizen, paleizen en woningen
- zuilen:
Bouw orde: oude stijl van klassieke architectuur, ieder gekenmerkt door eigen profielen en details.
→ De Griekse bouwkunst kende uiteindelijk 3 orden De Romeinse bouwkunst kende er in totaal 5. (3 + 2)
- verschillen zijn te zien door de toppen van de zuilen
- Grieken bestaan al langer dan de romeinen, dus de romeinen keken af bij de grieken:
- romeinen hebben aanpassingen gedaan aan die van de Grieken, die hebben ze verbeterd en
ontstonden deze uit > esthetische keuze en constructieve verbetering
• Griekse orde: naarmate tijdperken verstrijken worden ze geüpgraded en ogen eleganter en
slanker(ongeveer 1000 jaar tussen elke stap).
1. Dorische orde: zware bouwvormen en kleine overspanningen, afgeleid van bouwen met
houtconstructies
2. ionische orde: eleganter en weelderiger(luxer) dan Dorische. groter en monumentaler. lijkt op kussen.
3. Corintische orde: variant op ionische, maar slanker en eleganter (gedetailleerder)
• Romeinse orde: 3 griekse orde kwamen in romeinse tijd terug, maar daarnaast kende de romeinen ook 2
eigen orde: esthetischer
4. Toscaanse orde = eenvoudigste, toegepast voor utilitaire gebouwen = hoogbouw realiseren
= dus meer constructieve mogelijkheden = grote ontwikkeling op dat gebied
→ lijkt op Dorisch maar kan veel meer overspanning aan
5. Composiet orde: (‘samenstelling’= twee door elkaar gehaald). rijk gedecoreerd en is een combinatie
van ionische en corintische orde
ontwikkeltijd uiterlijke
verschijning in loop der tijd
= invloed op techniek
2
, Tempels:
• Gemaakt van duurzame materialen: steen, graniet, kalksteen of marmer.
• Zuilen worden opgebouwd uit verschillende delen, die niet vastgemaakt worden aan elkaar
• tempel van Hehaistos:
- bij welke orde hoort deze tempel? = Dorische orde
- wat maakt deze tempel grieks en waar kan je dat aan zien? Grieks want overal trap, geen duidelijke
ingang, taps toelopend (concaaf = met bolling)
• tempel van Portunus(rome) is een typische romeinse tempel
- Waar aan kan je zien dat dit echt een romeinse tempel is? duidelijke entree.
- bij welke orde hoort deze ? = ionisch > want overgenomen van Grieken
- De Romeinse tempelbouw was echter sterk beïnvloed door de Grieken (die o.a. ook koloniën hadden
gesticht in Sicilië en Zuid -Italië).
• Tempel van Vest
- De Romeinse tempel heeft vaak een rechthoekige basis, ronde zuilen en een zadeldak met timpaan.
In sommige gevallen was de basis rond.
• Eerste Griekse en romeinse tempels waren gemaakt van houten constructie
→ Dit bepaalde onder andere de uiterlijke kenmerken van de eerste stenen tempels, sommige bewaard
→ die manier van bouwen/constructie passen wij ook nog steeds toe
• hoe had de houten constructie invloed op de verschijningsvorm in steen? (H4)
• welke onderdelen komen er vandaag nog voor in hedendaagse bouw, waarop zijn ze gebaseerd?
• tempel onderdelen: (hoef je niet te weten is wel handig voor lezen boek)
- cannelure = gleuf in zuil
- riem = bovenste deel gleuf zuil (uitstekende deel)
3