Waar kom ik vandaan? Wat is de zin van het leven? Wat is het doel dat ik moet nastreven?
Fundamentele vragen:
Waarom is er oorlog? Waarom gaan jonge mensen dood? Waarom wordt iemand
ongeneeslijk ziek?
Sturing va het leven:
Wie stuurt jouw leven? Doe je dat zelf of is er een hogere macht die bepaalt wat er met jou
gebeurt?
Fundamentele waarden:
Welke waarden zijn belangrijk? Is dat individuele zelfontplooiing, eigen geluk, liefde voor je
medemens?
Symbolen en beelden:
Wat zijn de symbolen die bij de levensbeschouwing horen?
Rituelen:
Welke kenmerken heeft een bepaalde godsdienst?
Morele normen:
Zijn richtlijnen die voorschrijven hoe je je moet gedragen om goed te leven?
Betrokkenheid op iets ‘hogers:
Is het hogere een God of een betere wereld?
, Cultuur: Het geheel van opvattingen, voorstellingen, symbolen, kennis, waarden, normen,
gewoonten en gebruiken die mensen binnen een samenleving verwerven en overdragen
langs de weg van bewuste en onbewuste leerprocessen.
Socialisatie: Je vormt labels door de cultuur waarin je opgroeit, media, reclame en
uitspraken.
Mentale programmering: Als een geheel van onbewuste gehanteerde opvattingen.
Aandachtspunten voor omgaan met culturele diversiteit
Wees je bewust van je eigen cultuur, je eigen waarden en normen, en neem daarbij wat
afstand van om een kind te begrijpen in zijn anders-zijn.
Neem de tijd om je te verdiepen in de achtergrond van een kind, de gezinsomstandigheden,
De gebruiken en de gewoonten van het kind.
Wees je bewust van het feit dat culturele gewoonten, waarden en normen aan verandering
onderhevig zijn.
Wees je bewust van het beeld dat jij hebt van bepaalde groepen mensen en culturen.
Laat ruimte open voor verandering.
Pas je taalgebruik aan dat van het kind of de ouder, en sluit je aan bij zijn belevingswereld.
Stel de essentie van een feest centraal.
Samenlevingsvormen
Kerngezin
Het traditionele kerngezin bestaat uit een vader, een moeder en ongehuwde kinderen. De
ouders zijn getrouwd en wonen samen. In het laatste geval is er meestal een
samenlevingsovereenkomst. Het gezin bestaat uit 2 generaties, daarom noemen we het ook
wel een tweegeneratiegezin.
Grootgezin
In een grootgezin, met daarin opa, oma en alle ongehuwde kinderen. De 3 generaties wonen
dus samen onder 1 dak. Omdat de continuïteit veel groter is in een grootgezin, is het
makkelijker om tradities door te geven. Ze krijgen dan ook niet veel kans om het anders te
doen, want ze leven samen met hun ouders in hetzelfde huis.
Eenoudergezin
Een eenoudergezin bestaat uit een vader of een moeder met ongehuwde kinderen onder de
18 jaar. Eenoudergezinnen kunnen op 3 manieren ontstaan: Echtscheiding, overlijden of
ongehuwd ouderschap.
Samengesteld gezin
In een samengesteld gezin is 1 van de ouders de biologische ouder en de ander niet. In dit
huis kunnen dus kinderen wonen die verschillende biologische ouders hebben.
, Pleeggezin
In een pleeggezin zijn beide ouders niet de natuurlijke en niet de wettelijke ouders. De
problemen van het kind bepalen wat voor pleeggezin het beste is.
Adoptiegezin
In een adoptiegezin zijn de ouders niet de biologische
ouders van het kind.
Instelling
Sommige kinderen wonen om uiteenlopende redenen in
een instelling of opvanghuis. Bijvoorbeeld vanwege een
lichamelijke of geestelijke beperking, zware
opvoedingsproblemen of een gedwongen opname.
Gezinskenmerken
De harmonie
In een harmonisch gezin kunnen alle familie leden het goed met elkaar vinden. Er is weinig
ruzie, de sfeer is vriendelijk en positief. Binnen het gezin bestaat een wij-gevoel.
Samenhang
De samenhang doet uitspraken over de kwantiteit van de relaties. Hoe intensief gaan de
familieleden met elkaar om? Doen ze veel samen? Praten ze veel?
Openheid
Bij openheid gaat het om de relaties met de buitenwereld. Een gesloten gezin is erg op
zichzelf en heeft nauwelijks relaties buiten het gezin. In een open gezin zijn de gezinsleden
juist heel actief met de buitenwereld. De gezinsleden maken deel uit van verschillende
sociale systemen, zoals school en verenigingen.
Structuur
De structuur in een gezin zegt iets over hoe het er in een gezin aan toe gaat. In een gezin met
veel structuur is het voor het kind duidelijk wat wel en wat niet kan en wat ieders rol is.
Demandingness: De mate waarin ouders structuur bieden en van hun kinderen verwachten
dat zij verantwoordelijkheid nemen en zich aan de regels houden.
Responsiveness: de mate waarin ouders gevoelig zijn voor de behoefte van hun puberende
kind.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleursassen2005. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,46. Je zit daarna nergens aan vast.