1
, Deelvraag A – In hoeverre was er sprake van een
gezonde zwangerschap?
Mijn moeder was 52 weken zwanger van mij, wat binnen de normale duur van
een gezonde zwangerschap valt. Ze beviel van mij op 36-jarige leeftijd, een
leeftijd die tegenwoordig steeds gebruikelijker is voor vrouwen om kinderen te
krijgen. Bij mijn geboorte woog ik 3550 gram, wat dicht bij het gemiddelde
geboortegewicht van een Nederlandse baby ligt, dan ongeveer 3500 gram is.
Verder zijn er tijdens de zwangerschap geen complicaties opgetreden.
In de periode voordat mijn moeder zwanger wilde worden, is zij gestopt met het
drinken van alcohol. Dit was een bewuste keuze, aangezien het drinken van
alcohol tijdens de zwangerschap kan leiden tot afwijkingen in de hersenen en
organen van de baby. Verder kan het resulteren in vroeggeboorte of een kind met
een te laag geboortegewicht. Gelukkig was hier met mijn geboorte geen sprake
van (Bouman, Boddeke, & Muntinga, 2018). De alcohol verdeelt zich namelijk
over al het lichaamsvocht van een mens, alcohol kan via cellulaire processen of
via de placenta bij het embryo of bij de foetus terechtkomen. Het
alcoholpromillage in het bloed van de moeder zal dus ongeveer gelijk zijn als in
het bloed van het embryo of de foetus (Wulp, Dalen, Hoving, & Vries, 2010).
Tijdens de zwangerschap slikte mijn moeder dagelijks foliumzuur, dit is essentieel
aangezien weinig vrouwen voldoende ijzervoorraden hebben om aan de
benodigde ijzeropname tijdens de zwangerschap te voldoen. Een
foliumzuurtekort kan neurale buisdefecten bij de ontwikkelende foetus
veroorzaken (Boron & Boulpaep, 2017). Hiervoor heeft zij ook advies gekregen
van de verloskundige.
233 woorden
Deelvraag B – In hoeverre was er sprake van een
gezonde hechting, welke opvoedingsstijl werd
gehanteerd toen je thuis woonde en welke gevolgen
had deze stijl voor jouw ontwikkeling op die leeftijd?
Ik denk dat er in mijn opvoeding te spreken is van een gezonde en veilige
hechting. Ik ben in mijn vroege jeugd niet snel bang geweest om nieuwe
ontdekkingen te doen. Volgens Bowlby hoort dit bij ‘Exploratory behaviour’,
waarbij je pas op ontdekking wilt of durft te gaan als je in een veilige omgeving
zit. Er is te spreken van een autoritatieve opvoedingsstijl. (Feeney, 2000) Mijn
ouders zijn altijd erg betrokken geweest bij mijn ontwikkeling. Zo kon ik altijd best
veel doen en laten, maar werden er wel grenzen gesteld. Zeker in de pubertijd
toen ik begon met uitgaan, werden er duidelijke grenzen gesteld met betrekking
tot thuis zijn om een bepaalde tijd. Als ik mij hier niet aan hield oefende ze wel
hun controle uit en werd ik hier ook op aangesproken of kreeg ik huisarrest,
hierbij lichtte ze wel altijd toe waarom ik mij aan deze regel moest houden ieder
weekend. Volgens het model van Baumrind is er bij deze opvoedingsstijl sprake
van hoge controle en hoge warmte. (Karavasilis, Doyle, & Markiewicz, 2003) Mijn
ouders hebben vanaf dat ik klein was al veel aandacht besteed aan mijn
gevoelens.
2