100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 3.14-3.15 H19 dental caries €11,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 3.14-3.15 H19 dental caries

 31 keer bekeken  1 keer verkocht

3.14-3.15 H19 dental caries

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 13 april 2020
  • 19
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (56)
avatar-seller
suusjevan
3.14-3.15 SMZ 2: dental cariës H19
Hoofdstuk 19: classica; restorative or the minimally invasive concept
 Elke laesie (gecaviteerd of niet) waarbij de pulpa niet irreversibel beschadigd is, kan onder controle komen en de laesie progressie
stoppen door regelmatige verstoring van de biofilm en applicaties van fluoride.
 Restauraties zjjn pas nodig als de patiënt de actieve, gecaviteerde laesie zelf niet goed schoon kan houden  restauratie zorgt fan
voor de plaque controle.
o de caviteit volgt de richting van de glazuurprimata en zorgt er zo voor dat als ze voorbij het glazuur is, dat ze gaan
ondersnijden  hierdoor komt het dat er dingen afbreken.
o Als het afbreekt kan het misschien wel toegangbaar zijn voor schoonmaken.
 Als er approximaal een caviteit is, zorgt het buurelement ervoor dat de plaque niet voldoende verwijderd kan worden  op een
rontgenfoto kan deze laesie gezien worden.
o Kan laten zie of je een laesie moet restaureren of niet.
o Laesies in het binnenste dentine moeten behandeld worden.
o In het buitenste deel van het dentine hoeft niet per se  ligt aan de individuele factoren.
o De tanden uit elkaar halen zorgt ervoor dat er gereinigd kan worden.
o Glazuurlaesie hoeven nog niet behandeld te worden en zijn vaak ook nog niet gecaviteerd  fig 19.1
 Een caviteit die op de gladde oppervlakken zit, daar kan je goed bij komen  als de caviteit onder het glazuur zit, dan kan je het
ondermijnde glazuur weghalen en de rest zo laten.
o De tandenborstel kan dan de rest schoonhouden  fig 19.2
o Het nadeel hiervan is wel, dat de tanden heel erg lelijk zijn  met vullingen wordt het esthetisch mooier




 G.V. Black: plaque en caries worden minder, door mensen te laten poetsen om de caries te controleren.
o Extention before prevention: de grenzen van de vulling liggen op plekken waar de patient schoon kan maken, om bederf
verder te voorkomen.
o Wordt tegenwoordig niet meer gedaan.
 Minimal intervention concept
o Dit is gebaseerd op de vroege diagnose van caries laesies  de caries moet onder controle komen in glazuur en dentine.
o Doel: behouden van gezonde tanden voor het gehele leven en dus de nood voor operat ieve interventie verkleinen.
 Als het toch nodig is, moeten ze zo klein mogelijk blijven.
o Het slijpen aan de tand maakt het toch zwakker en de restauratieve cyclus begint  restauraties hebben een lange
overleving en kunnen ook het overgebleven tandmateriaal versterken.
 Je kan voor een sterke restauratie het beste adhesief werken.
 Sealants
o Occlusale sealants
 Werd vooral gedaan bij plekken die moeilijk schoon te houden waren  deze werden actief afgezonderd van de
metabole acties van de biofilm.
 Preventief sealen van alle erupterende molaren  50% effect.
 Occlusale caries komt het meeste voor in westerse laden  70% van alle cariës.
 Pit en fissuur sealants werken het beste  je kan goed gebruik maken van sealants als behandeling, als de niet-
operatieve opties niet meer werken.
 Vooral bij mensen met een hoog caries-risico en verminderde financien.
 Het fissuur occlusaal is moeilijk schoon te houden  vooral tijdens eruptie.
 Bij de opening van de fissuren kan er veel plaque komen te zitten en deze kunnen voor de caries zorgen
 door het blocken van het oppervlak met een sealant zorgt ervoor dat er geen plaque in de fissuren
kan komen.
o Materialen
 Zijn kunsthars- of glassionomeer cementen.
 Het preventieve effect komt door de seal die gemaakt wordt en voorkomt dat er plaque accumulatie plaats kan
vinden.
 Kunsthars moet zonder vocht gebeuren en wordt gedaan met de ets-techniek.
 Glassionomeer cement zijn op mineraal basis en plakken chemisch aan het tandoppervlak

,  De eigenschappen van glassionomeer cement zijn minder dan die van kunsthars en laten ook een
mindere retentie zien
 Hebben een cariostatisch effect zelfs als ze al macroscopisch verdwenen zijn  dit kan komen dooe de
overblijfselen van het cement in het fissuur  zorgt ervoor dat de diepere delen niet bereikbaar zijn en
er een goede plaque verwijdering is.
 Ook wordt er fluoride los gelaten uit de sealant.
 Er is verder geen significant verschil tussen de 2 materialen.
 Alleen is glassionomeer beter als het in een vochtige
ruimte aangebracht moet worden  een plek waar
vocht controle niet mogelijk is.
 Tijdens eruptie is de kans op caries occlusaal het hoogste.
o Technieken voor kunsthars sealants  fig 19.7
 Vochtcontrole is nodig voor het krijgen van een goede binding
 kan worden gedaan door het gebruik van rubberdam.
 Kan ook met wattenrollen en een afzuiger, maar dan
moet er wel goede skills zijn.
 Na het schoonmaken van de elementen met een borstel en
pasta  het oppervlak moet ge-etst worden.
 Als na het etsen het oppervlak in aanraking komt met
speeksel  verminderde retentie.
 Na de speeksel contaminatie moet het element goed
gespoeld en gedroogd worden en daarna nog een
keer ge-etst worden.
 Daarna de sealant aanbrengen en uitharden met
licht.
o Technieken voor glassionomeer sealant
 Na het schoonmaken van het fissuur en pitten moet het oppervlak geconditioneerd worden met een conditioner
(polyacrylic zuur).
 Daarna moet de conditioner eraf gespoeld worden, hierna moet het gedroogd worden met gaas en niet met de
meerfunctiespuit.
 Als dit gedaan wordt, wordt het oppervlak uitgedroogd en is er een mindere binding aan het glazuur.
 De spuit spuit het glassionomeer eruit en met de vinger wordt het op de plek gedrukt  daarna moet de occlusie
gecontroleerd worden met een articulatiepapiertje.
 Het overmatige materiaal wordt verwijderd met een excavator  moet je niet doen met roterend, want de
sealant is nog niet helemaal hard en daardoor zou je het materiaal te veel beschadigen.
o Uitkomsten
 Hoge caries preventie in de eerste permanente molaren  dit was wel onder perfecte omstandigheden.
 Reductie van caries: 33-71%  dit kan in de wereld wel verschillen.
o Hoelang blijven sealants zitten?
 Een goede educatie van ouders en kinderen over plaquecontrole zorgt voor meer succes.
 Sealants degraderen over tijd en moet vaak gecheckt worden of hij nog wel volledig afsluit en niet gefractureerd
raakt.
 Over tijd moet er geprobeerd worden om de plaquecontrole te verminderen en dat als de sealant dan verloren
gaat dan is er geen nieuwe meer nodig.
o Approximale sealants en infiltratie  fig 19.9
 Caries is slechter te zien, preventief en restauratieve mogelijkheden zijn moeilijker.
 Ook als er goede plaquecontrole is, dan is het nog een plek waar snel caviteiten kunnen ontstaan  progressie is
langzaam.
 De oppervlakken moeten goed schoongehouden worden, floss werkt hier niet goed bij  daarom zijn
er alternatieven nodig  sealants.
 Fig 19.8 (verschil tussen infiltratie en sealing technieken)
 Als de laesies geseald zijn, is er een laag kunsthars om de caviteit te bedekken  op dezelfde manier als
occlusaal.
 Infiltratie techniek: sterk zuur wordt gebruikt om te etsen en verwijderen van en deel van de oppervlakte laag
van de laesie  zo wordt het permeabel voor het infiltrerende kunsthars.
 Daarna de kunsthars erover heen en die penetreert de leasie.
 Vocht controle  door rubberdam
 Sealing techniek: conventionele kunsthars sealents voor niet gecaviteerde laesies.
 Er is geen verschil tussen beide technieken
 Sealants aanleggen was beter dan flossen  dit is alleen bij mensen die veel caries progressie hebben.
 Mensen met weinig caries progressie hebben geen verschil tussen flossen en sealants.
 Beide technieken zijn beter dan een placebo, maar er is geen significant verschil tussen beide.

, o Indicaties en reserveringen
 Sealing en infiltratie technieken zijn moeilijk om te doen  de laesies die worden geseald kunnen niet
gedetecteerd worden op een bw  dit maakt het moelijker om te monitoren van de laesies.
 Worden alleen gebruikt bij actieve approximale niet-gecaviteerde laesies die een grote kans hebben op
progressie
 Als een laesie zover is gegaan dat hij ook in het dentine zit en de patient het niet meer schoon kan houden, dan
moet er een restauratie gemaakt worden  voor de plaquecontrole en functieherstel van het element
 Atraumatische restauratieve behandeling (ART)
o Definitie en geschiedenis
 ART is minimaal invasief met als doel de preventie van caries en stoppen van de progressie.
 Bestaat uit 2 componenten: sealen van de pits die snel caries kunnen krijgen en het herstellen van gecaviteerd
dentine laesies met sealantrestauraties.
 Eerst moet het zachte weefsel weg met een handinstrument  hierna wordt er een restauratie
gemaakt met adhesief restauratie materiaal (glassionomeercement).
 Dit is een manier waarop elementen die caries hebben behouden kunnen worden bij mensen van alle leeftijden
 vaak op plekken die nog niet zo goed ontwikkeld zijn.
 Zonder deze interventie is extractie nodig voor de elementen.
o Fissuursealing en minimaal invasieve interventies
 Atraumatische restauratieve behandelings-sealants
 De techniek van het aanbrengen van een ART sealant is niet anders dan die van een glassionomeer
sealant  fig 19.11.
 ART sealants kunnen gelegd worden buiten de tandartspraktijk, omdat er geen water of stroom
voornodig is.
 De fissuren moeten worden gereinigd door een explorer er doorheen te halen, nadat er is gepoetst.
o Wattenrollen worden gebruikt voor isolatie.
o De ART sealant met glassionomeer wordt vaak onder de vinger gedrukt.
 De vinger penetratie en de marginale lekkage van het ART glassionomeer zijn niet




anders dan die van kunstharsmateriaal.
 ART heeft wel een langdurig cariespreventief effect  faling na 2 jaar; 1,7%, na 5 jaar 3%
o Kunsthars faling na 2 jaar; 1,1%, na 5 jaar 13%.
 Atraumatische restauratieve behandelings-restauraties
 Wanneer een laesie in het dentine zit en de patient de plek niet schoon kan houden  restauratie
nodig.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper suusjevan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd