100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting 3.14-3.15 H17 dental caries €11,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting 3.14-3.15 H17 dental caries

 56 keer bekeken  1 keer verkocht

3.14-3.15 H17 dental caries

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 13 april 2020
  • 5
  • 2017/2018
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (56)
avatar-seller
suusjevan
3.14-3.15 SMZ 2 Dental caries hoofdstuk 17 – de principes van cariëscontrole voor de individuele patiënt

 Introductie
o Cariës-controle procedures moeten kosten-effectief zijn: behandelingen moeten gegeven worden aan diegenen die ze
nodig hebben en er voordeel van krijgen.
 Hoe worden huidige cariësactiviteit en risico van toekomstige cariësprogressie beoordeeld?
o Effectief management van cariës heeft informatie nodig
 Visueel-tactiele methode om laesie activiteit en prognose van de laesies te bepalen.
 Een medische en tandheelkundige geschiedenis om te kijken naar het potentiële risico voor toekomstige
cariësontwikkeling
 Hoe moeten de visueel-tactiele activiteitsbeoordelingen worden gemaakt?
o Kijken naar aanwezigheid van actieve cariëslaesies (wel of niet gecaviteerd).
o Recente cariës activiteit: aantal nieuwe/progressieve/gevulde laesies in de laatste 2-3 jaren.
o Hoog risico op laesie progressie: twee+ nieuwe laesies per jaar
o Risicogroepen
 Kinderen: doorbrekende molaren
 Ouderen: approximale oppervlakken, wortelvlakken en coronaire vlakken.
 Identificeren van cariës risicofactoren
o Risicofactoren zijn verschillend per persoon.
 Tandartsen moeten onderscheiden welke risicofactoren belangrijk zijn bij de patiënt.
o Risicofactoren kunnen veranderen.
 Medische historie
o Velen medicijnen hebben invloed op de speekselklier
 Xerostomie (droge mond)
 Hypofunctie van de speekselklier
 Probleem bij ouderen en niet zo zeer bij kinderen
o Syndroom van Sjögren
 Vooral bij vrouwen
 Droge mond en ogen door verlies van speekselklier en traanbuisklier
o HIV/AIDS
 Hypofunctie van de speekselklier
o Diabetes
 Verandering van speekselsecreties
o Alzheimer, Parkinson, verlammingen, cystische fibrose, dehydratie
 Remming van speekselsecreties
o Drugsgebruikers en alcoholisten
 Veel suikergebruik, chaotische levensstijl en weinig mondverzorging
o Pijnstillers
 Veroorzaken droge mond
o Straling
 Hoofd- en nekkanker
 Hypofunctie van speekselklier door verlies van acinar cellen in speekselklier
o Chemotherapie
 Veroorzaakt soms verstoringen in speekselklier functie
 Verminderde stroomsnelheid
 Verhoogde kans op candida
o ADHD
 Medicatie kan droge mond veroorzaken
o Astma
 Inhaleren met een apparaat waar lactose in zit
 Veroorzaakt droge mond
o Medicijnen
 Velen zijn gemaakt van een vorm van suikersiroop (cariësbevorderend)
 Tandarts moet letten op medicijngebruik om dit te herkennen.
 Tandheelkundige historie
o Hoog cariës risico
 Wanneer verschillende restauraties vaak vervangen moeten worden
o Verleden met veel cariës geeft groter risico op ontwikkelen van wortelcariës
o Plotselinge ontstaan van veel laesies
 Bijvoorbeeld door een droge mond na gebruik van een bepaald medicijn


o Cariësrisico
 Bepaald door poetsfrequentie, soort tandenborstel, interdentale reiniging, type tandpasta, mondspoelmiddelen
en dieet

,  Cariës risico beoordelingssystemen
o Microbiologische- of speekseltesten
 Zijn niet voldoende nauwkeurig
 Identificatie van sociale en demografische risicofactoren
o Indirect betrokken bij cariësproces
 Lage SES kan een hoger risico geven
 Hoe wordt de informatie gebruikt om patiënten in risicogroepen in te delen?
o Wat kan er en wat kan er niet worden aangepast door de patiënt
 Sommige medicijnen op basis van suikersiroop kunnen wellicht gewisseld worden door andere soort medicijnen.
Dit kan niet altijd.
 Hypofunctie van de speekselklier door straling van ziekte van Sjögren kan niet veranderd worden en daarom
kijken naar plaqueniveau en dieet.
 Gebrek aan geld voor preventiemiddelen (goede tandenborstels, ragers, mondspoelmiddelen) kan niet
veranderd worden.
 Sommige ouderen en kinderen zijn afhankelijk van begeleiders (ouders bij kinderen) die wellicht niet goed in
staat zijn om plaque op een goede manier te verwijderen, dit kan niet veranderd worden.
o Categoriseren van cariësactiviteit en cariësrisico in groepen op kleur
 Cariës inactief/cariës onder controle: geen actieve cariës laesies en geen recente restoraties geplaats.
Risicofactoren zijn onder controle.
 Cariës actief maar alle relevante risicofactoren kunnen mogelijk veranderd worden: aanwezigheid van actieve
cariëslaesies. Cariëscontrole door verandering van risicofactoren zoals plaqueverwijdering, aanpassing dieet en
gebruik van fluoride.
 Cariës actief maar sommige risicofactoren kunnen niet veranderd worden: droge mond en medicijnen of
risicofactoren kunnen niet geïdentificeerd worden. Aanwezigheid van actieve cariëslaesies. De patiënt heeft
altijd een hoog risico op cariës maar sommige risicofactoren kunnen gecontroleerd worden door professionele
interventies.
 Wat voor non-operatieve behandelingen zijn er mogelijk?
o Geen een van de volgende protocollen past bij elke patiënt. Het doel van cariëscontrole is het leveren van non-operatieve
behandelingen in de juiste balans.
o Plaquecontrole: minstens 1x per dag poetsen met fluoridetandpasta, beter 1x goed dan een paar keer een beetje,
kwaliteit van poetsen belangrijker dan frequentie. De betrekking van de patiënt erbij is ook van belang.
 Tandenpoetsen: eerst poetsen op de plekken waar zich laesies bevinden en daarna pas de rest van de mond.
Soms is een overzicht hiervan op papier gemakkelijk.
 Met de mond dicht poetsen zorgt voor beter bereik op bepaalde plekken.
 Elektrische tandenborstels met roterende of bewegende koppen zijn effectiever in het verwijderen van
plaque en afname van gingivitis dan hand tandenborstels.
 Laat de patiënt het gevoel van plaque voelen. Vindt de patiënt het niet veel fijner om een gladoppervlak
te voelen? Dit kan de patiënt motiveren.
 Vertel niet te veel in een afspraak. Kijk bij de volgende afspraak of een punt is veranderd, zo niet kijk
dan hoe het komt.
 Interdentale reiniging: om actieve approximale laesies tegen te gaan.
 Advies gebaseerd op de plek zelf geven. Laat je patiënt een röntgenfoto zien bijvoorbeeld.
 Laat de patiënt zijn floss of rager na gebruik bekijken zodat hij daadwerkelijk feedback krijgt omdat er
zichtbare plaque op zit.
 Soms helpt een houder voor de floss om het gemakkelijker te gebruiken.
 Patiënten moeten weten wat bloeden betekent.
 Professionele tandreiniging: reduceert cariës voor bijna 100%. Wordt toegepast bij mensen die hun
plaquecontrole toch niet onder de knie krijgen of mensen met ernstig afgenomen speekselsecretie.
o Fluoridegebruik: kinderen hebben minder fluoride nodig dan ouderen (fluorose voorkomen).
 Bij cariës-actieve patiënten is het belangrijk om de fluoridetherapie te versterken totdat de situatie onder
controle is.
 Het fluoridemiddel is niet van belang wanneer er geen verbetering van de mondhygiëne status plaatsvindt.
 Dubieus of het spoelen met heel veel water na poetsen daadwerkelijk een slecht effect heeft op de hoeveelheid
fluoride die achterblijft in de mond.
 Fluoridetandpasta’s soms ook aanbevolen om op de tanden te smeren met een vinger of een borstel voordat er
naar bed wordt gegaan om ervoor te zorgen dat de concentraties hoger worden.
 Meer focussen op de frequentie van poetsen dan op de fluorideconcentratie.
 Fluoride mondspoelmiddelen hebben ook een positief effect op actieve carie2s laesies.
 Kan even effectief zijn als dagelijks gebruik van fluoride tandpasta’s.
 Professionele applicaties: hoofdzaak is dat er calciumfluoride wordt afgegeven en dat er op momenten
van pH dalingen van de biofilm fluoride wordt afgegeven.
 Fluoridegel heeft een mindere werkzaamheid dan fluoridevloeistoffen.
 Producten die fluoride bevatten (kauwgom, tandmaterialen, tandenstokers en floss) hebben
onvoldoende bewijs van positieve werking.
o Aanpassing van dieet: tandarts moet patiënt bewust maken van het feit dat een verandering in dieet (veel suikergebruik)
problemen kan geven wanneer de mondhygiëne minimaal is. Veranderingen in het leven als scheiden, uit huis gaan, een

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper suusjevan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd