3.14-3.15 SMZ 2: Syllabus Gelaatsanalyse
Inleiding
o Elke orthodontische diagnose is slechts geldig voor een bepaald tijdstip of een bepaalde korte
periode, afhankelijk van biologische leeftijd patiënt.
o Wat bij ene patiënt hoofdzaak is, is bij andere bijzaak waardebepaling van onderdelen van
afwijkingen van belang.
o Vaak verschil tussen wat patiënt en tandarts wil veranderen daarom patiënt vragen naar
redenen van komst.
o Diagnose: zo systematisch mogelijk noteren van de gevonden problemen/afwijkingen.
Skeletaal rontgen, cefalometrie, familiaire overeenkomsten, klinisch.
Dentaal modelanalyse, rontgen, digitale fotos, klinisch.
Weke delen aangezicht, profiel.
Evaluatie, combinatie, analyse, integratie diagnose.
o Opsporen van symptomen die afwijken van norm.
o Ouders zien bij hun kind niet snel iets afwijkends.
Het orthodontisch onderzoek
o 4 dimensies: verticaal, sagittaal, transversaal en leeftijd.
o In patiëntenkaart opsomming geven van de belangrijkste punten die moeten worden
onderzocht.
1. Behandelingsmotivatie (subjectief onderzoek)
o = onderzoek naar voorgeschiedenis vd afwijking dmv mededelingen vd patiënt.
o Reden waarvoor patiënt komt, geeft inzicht in motivatie.
o Orthobehandeling sterk afhankelijk van medewerking patiënt dragen vd apparatuur volgens
voorschrift, goede mondhygiëne en nakomen van afspraken
o Moeilijk van te voren te beoordelen of patiënt gemotiveerd blijft nadat hij met ‘vervelende’
behandeling is geconfronteerd.
2. Algemene gezondheid
o Peilen: afgelopen jaar huisarts, ooit medische problemen/complicaties.
o Informeren naar gebruik van geneesmiddelen voornamelijk van belang bij medicijnen die
werken op minerale stofwisseling en speekselproductie, hormoonpreparaten en
ontstekingsremmers.
o Informeer waarvoor/wanneer/hoelang/hoe vaak behandelingen door arts/specialist zijn
geweest.
o Informeren naar ziekenhuisopname: bijv voor adeno-/tonsillectomie (houdt verband met vorm v
ademhaling, neusamandel kan normale doorgang belemmeren).
o Anomalieën in de familie orthodontische afwijkingen die erfelijk zijn.
o Is er sprake v mondademhaling invloed op ontstaan orthodontische afwijking en keuze en
effect van de therapie.
o Doorgankelijkheid neus onderzoeken door mond en 1 neusgat te sluiten moet er voldoende
luchtpassage zijn (koude spiegel onder neusgat houden, kijken of t beslaat). Informeren of
patiënt vaak verkouden is/was of vaak oorontsteking heeft/had.
3. Achtergrond informatie:
o Duim/vingerzuigen patiënt laten demonstreren hoe hij dat doet
o Zuigduimen/vingers zijn schoner, langer en hebben een schone nagel, en hebben 1 of meer
wratachtige verdikkingen
, o Lipzuigen/bijten meestal het vervolg vAN duim/vingerzuigen ontstane afwijking wordt in
stand gehouden. Vaak rode rand op lippenrood onderlip zichtbaar.
o Tongpersentong meer dan normaal actief als bij slikken (met lippen v elkaar) tong tussen
tandenrijen uitpuilt .
o Nagelbijten psychische achtergrond.
o Bruxisme aanwezigheid abrasievlakken, vnl op melkelementen.
o Hobbyblaasinstrumenten invloed op orthobehandeling. Hockey/boksen vragen naar gebruik
tandbeschermer,
o Schoolin klas waar patiënt gezien leeftijd thuishoort? Warrom niet? Is van belang voor
indicatie van medewerking bij buitenboord beugel.
o Familie anamnese: etnische afkomst, familiaire orthodontische afwijkingen
o Lengte patiënt is dit normaal?
o Groeifase in welke fase v groeispurt zit patiënt. Versnelling bij meisjes vroeger, korter en
minder uitgesproken dan bij jongens. Kenmerken groeifase: borstontw, mate v uitgroei,
haargroei bovenlip en kin, gebroken stem, 1 e menstruatie, evt gedragsverandering, verandering
schoenmaat/broeklengte. Groei v extremiteiten loopt voor op die vd romp. Info v belang bij
behandeling klasse II en III
o Dentale gezondheid: trauma waar te nemen door verkleuringen/fracturen elementen of
littekens informeren naar aard trauma, richting en tijdstip. Trauma kan ankylose tot gevolg
hebben element kan niet meer worden verplaatst.
o Vroegtijdig verlies melk/blijvende elementen kan zeer grote invloed hebben op normale
ontwikkeling vnl tijdstip v belang
o Eerdere orthobeh gehad patiënt miscchien minder gemotiveerd. Is er sprake van relapse of
van een mislukte behandeling.
Klinisch onderzoek
Extra-oraal onderzoek
1. Onderzoek de face:
-verticaal:
Lippen(rood) is er veel, weinig of normaal lippenrood zichtbaar
3 delen vh gelaat:
o Bovenste: tussen rand haarinplant (trichion) en verbindingslijn wenkbrauwen
o Midden: tussen verbindingslijn wenkbrauwen en subnasale
o Onderste: tussen subnasale en menton (laagste pt kin)
normaal: deze 3 delen even hoog (zie fig. 13)
-transversaal:
Voorhoofd: gaat hierbij om verhoudingen als iemand een brachycephale schedel heeft, moet
het voorhoofd breder zijn om ‘normaal’ te zijn dan bij een dolichocephale schedel. Breed, smal of
normaal.
Neuswortel: breed, smal of normaal. Ook letten op hyper- of hypotelorisme (pupillen te ver of te
dicht bijelkaar). Normaal: de ogen staan ongeveer een lipspleetbreedte uit elkaar.
Neusrug: breed, smal of normaal
Wangen: normaal= licht convex. Kan ook gevuld of concaaf
Lippen: normaal= even breed als bipupilaire afstand. Is de breedte vd lippen groter dan deze
afstand = breed. Kleiner= smal
Asymmetrieën kinpt: naar links, rechts of geen. Kijken of kinpt op mediaanlijn vh gelaat ligt
Asymmetetrieën
2. Onderzoek en profil
-algemeen:
Reproduceerbare positie FFH is horizontaal. Patiënt zit rechtop en ontspannen.