100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Goederenrecht €25,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Goederenrecht

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Met deze samenvatting heb ik een 8.5 gehaald.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 19 december 2024
  • 16
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (49)
avatar-seller
Meriam2001
Week 1
Verbintenis
Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking waarvan de ene partij (de schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de ander partij (schuldeiser)
daar recht op heeft.

Verkoper Koper
Verplicht: levering van onderwerp van overeenkomst Verplicht: betaling van koopprijs
Recht: betaald worden Recht: levering van onderwerp van overeenkomst

Verbintenissenrecht Goederenrecht
-Open systeem: vormvrijheid/contractvrijheid - Gesloten systeem: gebonden aan goederenrechtelijke rechten
-Relatieve rechten (tussen 2 partijen) -Absolute werking: tegen iedereen inroepen
-Partijautonomie: vrijheid om zelf verbintenissen in te vullen -Weinig partijautonomie: wetgever heeft het in de hand
-Contractvrijheid: met wie/hoe etc. -Numerus Clausus: alleen de goederenrechtelijke rechten die uit de wet
bestaan.
Zaken
Alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijk objecten (artikel 3:2 BW)
VB: Vermogensrecht kunnen geen zaken zijn, omdat dit geen stoffelijke objecten zijn maar slechts op papier bestaan.
VB: De zee is geen zaak zoals opgenomen in artikel 3:2 BW, maar wel als zeewater in een fles, omdat dit dan tastbaar wordt.

Bestanddelen (3:4 BW)
Onzelfstandige onderdelen die verbonden zijn aan een zaak.

Hoe ontstaat bestanddelen?
- Hechte ideële band met zaak (3:4 lid 1 BW)
Hierbij is de verkeersopvatting van belang = criteriumincompleetheid = is de zaak incompleet zonder het onderdeel? Ja? Bestanddeel.
HR Depex/curatoren Bergel X/Rabobank
Volgens verkeersopvatting betekent in hoeverre de hoofdzaak en bestanddeel op elkaar zijn afgestemd of de hoofdzaak bij het ontbreken van de
bestanddeel als onvoltooid dient te worden beschouwd.
- Hechte materiële band (3:4 lid 2 BW)
HR UTB/Glencore
Hierbij is de feitelijke toets van belang = criterium van afscheiding = kan afscheiding plaatsvinden zonder substantiële schade aan hoofdzaak of
bestanddeel? Nee? Bestanddeel.

 bij bestanddelen dient rechter terughoudend te toetsen, omdat dit grote invloed heeft op eigenaar van bestanddeel.

Onroerende zaken
De grond, nog niet gewonnen delfstoffen, met de grond verenigde beplanting, gebouwen en werken die (direct of indirect) duurzaam met de grond zijn verenigd
met hun bestanddelen (art. 3:3 lid 1 BW).
- Met de ‘grond’ wordt bedoeld: het uiterste vlak van de aardkorst.
- Met ‘beplanting’ wordt bedoeld: al hetgeen met grond is verenigd en als bepaling kan worden aangemerkt (hierbij is de duurzaamheidstoets niet van
belang, ook is aanwezigheid van wortels niet van belang)

Wanneer is iets met de grond duurzaam verenigd?
Portacabin arrest Een gebouw is duurzaam met de grond verenigd als:
 het gebouw kan duurzaam met de grond verenigd zijn in de zin van artikel 3:3 BW, doordat het naar aard en
inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Hierbij is niet van belang dat technisch de mogelijkheid
bestaat om het bouwsel te verplaatsen;
 Of een gebouw duurzaam met de grond is verenigd wordt gekeken naar de buiten kenbare bedoeling van
bouwer/opdrachtgever = bestemmingscriterium. Onder bouwer moet worden verstaan diegene in wiens opdracht
het bouwwerk wordt gebouwd.
 De verkeersopvatting kan niet worden gebruikt als een zelfstandige maatstaf voor de beoordeling of een zaak
onroerend of roerend is. Het kan wel gebruikt worden als een aanvulling op bovenstaande criteria.

Eigenaar van een stuk grond, wordt ook eigenaar van de gebouwen en werken die duurzaam met die grond zijn verenigd (5:20 lid 1 sub e BW).

Roerende zaken
Alles wat niet onroerend is, is roerend (artikel 3:3 lid 2 BW).

Onderscheidt tussen roerend en onroerend is van belang in:
 Goederenrechtelijke context
Bij beperkte recht als erfdienstbaarheid, opstal, erfpacht kunnen alleen op onroerende zaken gevestigd worden. Tevens worden registergoederen en
niet registergoederen ook anders opgenomen in de wet
 Verbintenisrechtelijke context
Bezitter van roerende zaken kunnen op grond van artikel 6:173 BW aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade.
Goed
Alle zaken en vermogensrechten vallen hieronder (artikel 3:1 BW). Vorderingen vallen hier dus onder omdat dit een vermogensrecht is.

Vruchten
Opbrengsten die goederen met behoud van hun substantie generen (artikel 3:9 BW). Er dient volgens verkeersopvatting te worden getoetst of iets vruchten zijn.
Artikel 3:9 BW
o Lid 1: natuurlijke vruchten zijn vruchten die afkomstig zijn van zaken en derhalve van stoffelijke objecten (boom waar appels groeien)
o Lid 2: burgerlijke vruchten zijn vruchten die afkomstig zijn van goederen (huuropbrengsten/dividend)

Afhankelijke rechten
Rechten die zodanig verbonden zijn aan een ander recht dat zij zonder dat recht niet kunnen bestaan (artikel 3:7 BW). Indien het hoofdrecht ophoudt te bestaan,
houdt het afhankelijk recht ook te bestaan. Veel afhankelijk rechten zijn nevenrechten ex. artikel 6:142 BW. Het verschil is alleen dat nevenrechten alleen
verbonden kunnen zijn op vorderingen, en andere afhankelijke rechten niet per se.

, Vb. hypotheek dat afhankelijk is van vorderingsrecht van de bank op schuldenaar op huis, wint iemand loterij en wordt lening afbetaald? Dan gaat het
recht van hypotheek ook teniet.

Volledige rechten
Dit zijn de eigendom van zaken en het toebehoren van vermogensrechten (bv. vorderingen en IE-rechten). Het gAat hier niet om het vermogensrecht zelf, maar
om het toebehoren ervan.

Goederenrechtelijke rechten zijn:
o Absoluut: gelden tegenover eenieder. Andere dienen de rechten te respecteren.
o Exclusief: men onthoudt zich van handelen en dat anderen kunnen worden uitgesloten van inmenging met betrekking tot het goed.

Kenmerken van goederenrechtelijke rechten
 Droit de suite
Rechten die iemand heeft op een goed kan worden uitgeoefend ongeacht hoe ver het goed zich van iemand bevindt.
Vb: als A fiets leent aan B, B de fiets leent aan C, C de fiets leent aan D. Kan A altijd wegens droit de suite zijn rechten uitoefenen jegens D.

 Prioriteitsregel
Op een goed kan meerdere goederenrechtelijke rechten rusten. Conflicten tussen die rechten kan opgelost worden door de prioriteitsregel = de
persoon die als eerste een goederenrechtelijke recht op een goed heeft, moet gerespecteerd worden door de persoon die later een
goederenrechtelijke recht op het goed verkrijgt.

 Separatisme
Wanneer meerdere schuldeisers zich willen verhalen op de opbrengst van de persoon, dan kan een schuldeiser met een schuldeiser met een
goederenrechtelijke recht de opbrengst van zijn recht uitoefenen zonder daarbij rekening te hoeven houden met andere schuldeisers.

 Numerus clausus
Partijen kunnen alleen de in de wet geregelde goederenrechtelijke rechten vestigen/hebben en men kan de inhoud ervan alleen aanvullen of
beperken voor zover de wet daartoe ruimte biedt.

Blote eigendom
In beginsel is degene die het eigendomsrecht van een goed bezit, eigenaar van het goed. Het eigendomsrecht kan bezwaar worden met een beperkt recht dat op
het goed gevestigd is. De persoon met het eigendomsrecht is dan niet meer helemaal vrij in zijn doen en laten met betrekking tot het goed, omdat het beperkt
recht gerespecteerd dient te worden ingevolge de goederenrechtelijke regel van exclusiviteit. De eigenaar heeft dan een blote eigendom op het goed.

Recht op naam
Alle rechten die niet aan order of aan toonder zijn, zijn rechten op naam.
Vb: een geldlening, vordering op naam, maar niet nodig om een papier met een naam erop te hebben.

Recht aan order of aan toonder = vorderingsrechten
Als een investeerder een vordering aan order of aan toonder wil hebben, zal hij de vordering op papier moeten zetten en een order-of toonderclause moeten
opnemen.
o Orderclause = de betaling dient te geschieden aan de crediteur of order
o Toonderclause = de betaling dient te geschieden aan de toonder van het papier

Registergoederen: Goederen die voor overdracht of vestiging ingeschreven moeten zijn in de daartoe bestemde openbare registers (artikel 3:10 BW).
o Alle onroerende zaken (artikel 3:89 BW)
o Zee- en binnenschepen (artikel 8:199 jo. 8:790 BW)
o Luchtvaartuigen (artikel 8:1306 BW)
o Aandelen in een registergoed (artikel 3:96 BW)
o Beperkte rechten op een registergoed (artikel 3:98 BW)

Tegenwoordige goederen - Toekomstige goederen/vorderingen
Toekomstige goederen/vorderingen zijn op te delen in vier categorieën:
1. Absoluut toekomstige goederen: goederen die in het geheel niet bestaan.

2. Relatief toekomstige goederen: goederen die wel al bestaan, maar nog niet tot het vermogen van de natuurlijke – of rechtspersoon behoren.

3. Enkel toekomstige vorderingen: vorderingen die nog niet bestaan, maar waar de rechtsverhouding als wel voor bestaat
(vb. nog te ontvangen huur bij gesloten huurovereenkomst).  Hierop kan je zowel stil als openbaar pandrecht vestigen.

4. Dubbel toekomstige vorderingen: vorderingen die nog niet bestaat, terwijl de rechtsverhouding ook niet bestaat
(vb. nog te ontvangen huur bij nog niet gesloten huurovereenkomst).  hierop kan je alleen openbaar pandrecht vestigen.

Hoe weet je of een vordering toekomstig is?
Westland Utrecht/Emmerig q.q.
Als het ontstaan van die vordering afhankelijk is van een toekomstige onzekere omstandigheid, dan is de vordering toekomstig.

Staal Bankiers/Ambags q.q
Het gevestigde pandrecht op een toekomstige vordering, geldt pas wanneer de vordering een bestaande vordering wordt. Als de panggever failliet wordt
verklaard, voordat de vordering een bestaande vordering is geworden, ontstaat het pandrecht niet ex. artikel 35 lid 2 Fw.

Bij relatief toekomstige goederen (art. 3:97 lid 1 BW) en enkel toekomstige vordering kunnen de goederen bij voorbaat overdragen worden, en daarbij de
overdrachtsvereisten van artikel 3:84 BW doorlopen (overdraagbaarheid, titel, levering & beschikkingsbevoegdheid). Bij beschikkingsbevoegdheid wordt alleen
nog afgewacht op degene die het goed overdraagt (dus er wordt alleen voldaan aan de eisen: levering, titel, overdraagbaarheid). Gaat de overdragen failliet
voordat hij beschikkingsbevoegd is geworden? Dan komt overdracht niet tot stand, niet voldaan aan 4 voorwaarden van artikel 3:84 BW jo. 35 lid 2 Fw.

 levering bij voorbaat is niet mogelijk bij registergoederen of goederen waarvan het verboden is deze tot onderwerp van een overeenkomst te
maken (artikel 3:97 lid 1 BW)

,  Het is ook mogelijk om bij voorbaat een beperkt recht te vorderen ex. artikel 3:98 BW. Dit beperkte recht wordt dan gevestigd wanneer degene die
het recht vestigt beschikkingsbevoegd wordt.

Hoe werkt levering bij voorbaat met derdenbescherming? Als volgt:




Art. 3:92 lid 2 BW geeft deze uitzondering, laatste zin




Hoe lever je een goed waarvan jij eigenlijk nog geen eigenaar bent (dus levering bij voorbaat)?
Dat gaat middels bezitsverschaffing ex. artikel 3:90 BW en 3:115 BW (tweezijdige verklaring) en dat lever je het goed C.P. (3:115 lid 1 sub a BW). Oude eigenaar
wordt dan houder voor nieuwe eigenaar. Dit kan voor de beschikkingsbevoegdheid al worden afgesproken.

Hoe lever je een vordering waarvan jij eigenlijk nog geen eigenaar bent (dus levering bij voorbaat)?
Openbare cessie 3:94 BW lid 1 = onderhandse akte + mededeling aan schuldenaar
Stille cessie 3:94 BW lid 3 = authentieke of geregistreerde onderhandse akte (bij belastingdienst), zonder mededeling aan schuldenaar
Let op: Er geldt wel een extra voorwaarde van levering van vordering bij voorbaat die plaatsvindt binnen een stille cessie,
opgenomen in artikel 3:94 lid 3: levering is slechts mogelijk voor zover de rechten op het tijdstip van levering reeds bestaan of
rechtstreeks zullen worden verkregen uit een dan reeds bestaande rechtsverhouding.

Akten
Een ondertekend geschrift om tot bewijs te dienen (art. 156 Rv). Twee vormen:
a. Authentieke akten: is in vereiste vorm en door een ambtenaar, of een daaraan gelijk te stellen persoon, opgemaakt (art. 156 lid 2 Rv)
Vb: notariële akte van notaris of proces-verbaal van rechter. Weegt bewijsrechtelijk zwaarder dan onderhandse akte.
b. Onderhandse akten: alles wat niet een authentieke akte is. VB: gewone koopovereenkomst.

Goede trouw
Goede trouw ontbreekt wanneer een persoon de feiten of het recht kende of had behoren te kennen (artikel 3:11 BW).
Anders gezegd: De goede trouw is iemand die iets niet wist of iets niet behoorde te weten.
Hier gaat het om de vraag:
Wat kon hij/zij redelijkerwijze kunnen weten?
- Redelijk subjectieve toets
Vb: leek kan minder weten dan een expert.

Eigendom
Eigendom is het meest omvattend recht dat een persoon op een zaak kan hebben (artikel 5:1 lid 1 BW). Wetgever heeft nergens in de wet een definitie gelegd
van ‘eigendom’ omdat een invulling van het begrip dient te worden gedaan in de rechtsdogmatiek en de rechtspraak. Hier ontstaan de volgende discussies over:
Als wetgever het begrip niet definieert, hoe moet rechtspraak of rechtsdogmatiek dan weten wat begrip inhoudt? Het is niet de taak van de
rechtspraak of rechtsdogmatiek om wetten of de invulling ervan te regelen, wetgever dient dit te doen.

Mulder c.s./Teixeira de Mattos arrest
Als iemand bij de rechter een verklaring voor recht wil vorderen, omdat hij eigenaar is, met alle goederrechtelijke en verbintenisrechtelijke gevolgen van dien
(artikel 3:302 BW), dan is wel vereist dat iemand precies kan aanwijzen welke goederen van hem/haar zijn en dan kan je revindiceren ex. 5:2 BW.

Gevolgen van eigendom Dit van belang bij faillissement. Curator
kan niks met iemand bezit doen als het
 een eigenaar van een zaak, is ook eigenaar van alle bestanddelen van die zaak (art. 5:3 BW) niet van hen is.
 een eigenaar van een zaak, is ook eigenaar van alle vruchten (art. 5:1 lid 3 BW)
 goederenrechtelijke gevolg: iemand is beschikkingsbevoegd en is rechthebbende (maar moet kunnen aantonen dat zaak van hem is)
 met eigendomsrecht mag iemand zelf bepalen wat diegene met het eigendom doet

HR Grensoverschrijdende garage
Soms kan eigendomsrecht in gevaar komen, bv. als iemand bouwt op een grond dat aan een ander toebehoort. Eigenaar kan recht van amotie indienen =
vorderen dat gebouwde deel wordt verwijderd. Dit dient wel voorzichtig te worden gedaan, misbruik van eigendomsrecht is verboden. Er is misbruik van recht bij
recht van amotie indien nadeel dat de ander lijdt, zowel op zichzelf beschouwd als in zijn verhouding tot het belang dat de eigenaar met zijn vordering nastreeft,
zo groot zou zijn dat, alle verdere omstandigheden in aanmerking genomen, de eigenaar naar redelijkheid niet tot uitoefening van zijn recht op amotie te
vorderen had kunnen komen.

Bezit
Het houden van een goed voor jezelf (art. 3:107 lid 1 BW)
- Onmiddellijk bezitter: wanneer geen houder in het spel is en degene het goed direct onder zich heeft. (art. 3:107 lid 2 BW)
- Middellijk bezitter: als een houder in het spel is. (art. 3:107 lid 3 BW)

Diefstal: iemand anders wordt bezitter door zichzelf de feitelijke macht over het goed te verschaffen. Manier van bezitsverlies.
 Geen sprake van twee bezitters
 Dief is hiermee niet eigenaar of rechthebbende
 Dief is bezitter te kwader trouw – eigenaar krijgt status ‘eigenaar niet-bezitter’

Bezitter kan in beginsel zelfde acties uitvoeren als rechthebbende (art. 3:125 BW)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Meriam2001. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €25,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€25,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd