Hoorcollege 1 13 november 2023
Hoofdstuk 1 boek
Hawthorne effect
Wanneer je geobserveerd wordt hoe dit je gedrag bepaalt
Waarom is dit relevant?
Zie video brightspace
De Hawthorne studies:
Professoren (oa. Mayo)
Studie 1. Zou verandering in de omgeving zorgen voor verandering in productiviteit?
3 condities: licht heel fel zetten, gedimd of neutraal (controle). Lichten heel fel & gedimd:
betere productiviteit. Erna gingen ze verder, doen alsof het licht veranderde, productiviteit
ging ook omhoog. Het ging hierdoor niet om het licht: maar het gevoel. Dat er iemand op
hen lette en zich focuste op hun welbevinden genoeg om productiviteit te vergroten. De
productiviteit nam af toen de onderzoekers weer weggingen.
Het Hawthorne effect laat de positieve reacties in attitudes en prestaties zien wanneer
onderzoekers hun aandacht richten op een specifieke groep werknemers.
Studie 2. Kijken in welke mate beloning invloed heeft.
Uiteindelijk sociale druk van medewerknemers had meer impact op de productiviteit dan
het verhogen van het salaris. Er werden kleinere groepjes gevormd informele
standaarden voor productie verlagen van productiviteit van werknemers zodat het gelijk
stond aan het ontvangen salaris. Hieruit zagen onderzoekers dat het menselijke element
veel belangrijker is/was dan ze hadden gedacht & dat werknemers aandacht willen.
begin van human relations movement
Organizational behavior (OB): studie van individuen en hun gedrag. Multidisciplinair en
multilevel onderzoek, gefocust op toegepaste psychologie, culturele antropologie,
communicatie en sociologie.
Doel van OB: verbeteren van functioneren van organisaties en hoe werknemers hun werk
ervaren.
Doel van onderzoek/science:
1. Beschrijvend: hoe ziet het proces eruit?
2. Voorspellend: zal het proces opnieuw voorkomen? En wanneer?
3. Verklaren: Hoezo gebeurd dit?
4. Controle: Kunnen we veranderen of dit gaat gebueren of niet?
Theorieën gebouwd op eerder onderzoek & verder gegaan in nieuwe gebieden van
belang. Een onderzoeker omschrijft een hypothese over menselijk gedrag in organisaties
data verzamelen om dit te testen. Een onderzoek elimineert het gissen over wat werkt en
wat niet werkt, en helpt om problemen op te lossen. De mogelijkheid om onderzoek te
vertalen naar de praktijk noemen we: evidence-based management (EBM)
Gebruik van evidence-based kennis als basis voor keuzes
,EBM versus organisational legitimicy
OL = organisaties aanname dat de acties zijn geliefd, proper of appropriate, gebaseerd op
het geloof dat het gewoon ‘valide’ is (we doen het omdat andere het doen, daarom is het
goed).
Legitimacy en agile working
AW =onafhankelijk van plek (en tijd), flexibele werkplekken, vanuit huis werken
Evidence-based management (EBM)
EBM betekent dat er besluiten worden genomen over het management van de werknemers,
teams of organisaties door de onwetenschappelijke, expliciete en oordeelkundige bronnen:
Best beschikbare scientific literature/evidence (onderzoek gepubliceerd in OB)
Beste beschibare organisatorische bewijzen (interviews/surveys ingevuld door mensen uit de
organisatie)
Beste beschikbare ervaring (intuïtie van de leider of diegenes expert meningen)
Beste beschikbare organisatorische waarden en stakeholder’s zorgen (aandelenprijs of
groepen die zich focussen op de vraag of te organisatie milieuvriendelijke praktijken toepast.
,Hoe kunnen leiders de beste keuzes maken?
Ze moeten de mogelijkheid (basis vaardigheden en competenties), motivatie (gedragsmatige
overtuigingen, controle en normatieve overtuigingen en mogelijkheden (support die
obstakels overkomt) om EBM uit te oefenen.
Vragen die ze zichzelf kunnen stellen om zichzelf uit te dagen over hoe ze denken over de
organisatie:
1. Stoppen met oude ideeën behandelen alsof ze nieuw zijn.
2. Wees skeptisch over ‘breakthrough’ ideeën.
3. Ontwikkel en vier een collectieve schittering.
4. Benadruk de voor-en nadelen.
5. Gebruik succes- (en faal) verhalen om goede praktijken te illustreren, maar niet in plaats
van een geldige onderzoeksmethode.
6. Neem een neutrale houding aan richting ideologieën en theorieën.
Een leider die alles toepast van EBM, heeft een hele boel aan informatie hoe kan hij
hierdoorheen en bepalen wat relevant is? kritisch denken.
Wat is kritisch denken?
Definitie uit het boek:
“Critical thinking calls for persistent effort to examine any belief or supposed form of
knowledge in the light of evidence that supports it and the further conclusions to which it
tends.”
= Kritisch denken vergt aanhoudende inspanningen om elke overtuiging of veronderstelde
vorm van kennis te onderzoeken in het licht van bewijsmateriaal dat deze overtuiging
ondersteunt en de verdere conclusies waartoe deze neigt.
Kritische denk skills: logisch redeneren, reflectie, duaal verwerken, aandacht voor detail,
keuzes maken.
Het is een modus van denken over een probleem, waarin de probleemoplosser verbetert
door de kwaliteit van het proces door controle te nemen en strenge normen toe te passen.
Dit proces wordt beschreven door 3 met elkaar verbonden onderdelen:
1. De elementen van gedachte (reasoning/redeneren)
2. De intellectuele standaarden die worden toegepast op de elementen van gedachte
3. De intellectuele traits (eigenschappen), die verband houden met een gecultiveerde
kritische denker die voortkomen uit de consistente en gedisciplineerde toepassing van de
intellectuele normen op de elementen van het denken.
Het gaat over het gebruik van justificatie, herkennen van relaties, evalueren van de
geloofwaardigheid van de bron, kijken naar redenen of bewijs, trekken van
conclusies/gevolgen, identificeren van alternatieven, logische deducties, opeenvolgingen en
volgorde, en verdedigen van een idee.
Het kritisch denken dwingt de besluitmaker tot het toepassen van complexe skills om het
probleem op te lossen.
Kritisch denken is een zelfsturend, zelfgedisciplineerd, zelf gecontroleerd en zelfcorrigerend
denken.
, Managers kunnen de verkeerde vragen stellen (Mitroff zei dit), dit gebeurt wanneer:
1. Verkeerde stakeholders kiezen die geen aandacht geven aan wie echt geeft om het
probleem
2. Selecteren van te weinig opties door te kijken naar betere, meer creatievere opties
3. Een probleem verkeerd uitdrukken door in ieder geval een ‘technische’ en een
‘menselijke’ versie van het probleem te gebruiken.
4. Grenzen stellen aan een probleem door het negeren van het systeem waar het probleem
inzit.
5. Verkeerd denken door de connecties te negeren tussen delen van het probleem en het
geheel.
Welke vragen moeten ze dan wel stellen?
1. In welke business zitten we?
2. In welke business zouden we moeten zitten?
3. Wat is onze missie?
4. Wat zou onze missie moeten zijn?
5. Wat zijn onze voornaamste klanten?
6. Wie zouden dit moeten zijn?
7. Hoe moeten we reageren op een grote crisis, zeker als we fout zitten?
8. Hoe ontvangt de buitenwereld onze acties?
9. Ervaren andere de situatie net zoals wij?
10. Zijn onze producten en services ethisch?
= proces van onderzoek
Studie uitgevoerd tussen onafhankelijk = de waardering van leiders naar hun werknemers.
Afhankelijk = de betrokkenheid van werknemers.
5 groepen uitkomstvariabele bestudeerd:
1. Prestatie
- Een van de meest belangrijke uitkomsten in OB