KLINISCHE NEUROPSYCHOLOGIE
H1: HISTORISCHE INLEIDING & SITUERING
SITUERING
Neuropsychologie = studie van relatie tussen hersenen & gedrag Bv. nerves (hersenen) en psychologie (gedrag,
OOK emoties, cognities) → dubbelzijdige relatie tussen beiden Bv. Neuropsychologie is de psychologie die zich
bezighoudt met de functies van het brein en de relatie daarvan met gedrag (Wikipedia)
→onderzoek bij laesiepatiënten, mensen & dieren Bv. patiënt H.M & onderzoek met muizen
Principe
= beschadiging hersenen → cognitieve stoornissen & gedrags- en emotionele problemen:
- directe relatie = plaatselijk letsel waarneembaar op scan Bv. directe relatie tussen plaats in hersenen &
uitval in gedrag → gebied Broca beschadigd = mensen moeilijkheden met taal
- diffuse relatie = probleem in functioneel netwerk Bv. bepaald letsel bij ene persoon heeft andere gevolgen
dan dat letsel bij andere persoon → elke persoon heeft ander netwerk Bv. cognitieve reserve zorgt voor
flexibiliteit hersenen Bv. ASS dysfunctie in cognitief gebied hersenen MAAR weten nog niet goed wat juist
Neuropsychologie:
1) als wetenschapsgebied = oplossing voor theoretische vraagstukken Bv. lokalisatievraagstuk →
onderdeel van (cognitieve) neurowetenschappen Bv. onderzoek naar cerebellum
2) als klinische toepassing = cognitief functioneren op systematische manier onderzoeken &
beschrijven Bv. met testinstrumentarium → zelfstandige discipline Bv. systematische verkenning van
domeinen → Diagnostiek, Psycho-educatie & Behandeling
VROEGER: neurologen & psychiaters Bv. de medici & artsen → NU: klinisch neuropsychologen
Goede neuropsycholoog = sterk op theoretisch EN praktisch toegepast vlak → DUS kennis & inzicht in
cognitieve functies + ziektebeelden nodig! Bv. kennis van hoe werkt aandacht, hoe werken geheugenprocessen,
ziektebeelden, … Bv. persoon toont gedrag van borderline, bipolaire stoornis MAAR blijkt dementie te zijn DUS daarom
belangrijk om kleppen ver genoeg open te zetten zodat je niets over hoofd ziet (kennis ziektebeelden nodig)
MAAR stereotiep (incorrect!) beeld = neuropsycholoog is een diagnosticus die enkel “testjes” afneemt Bv. doen
meer dan enkel testjes afnemen = zie hieronder
HISTORISCHE INLEIDING
Oudheid
Craniotomie = openen van schedel Bv. magische kijk = mensen die raar gedrag vertoonden → bezeten door boze
goden/geesten in het hoofd DUS schedelboringen zodat boze geesten konden ontsnappen en gedragingen meer onder
controle →met Tumi = werktuig
Oude Egypte
= eerste studies van hersenen
- Ebers papyrus Bv. +/- 1500 v Ch
- priester Imhotep = pionier in begrijpen van hoe hersenen werken
- Edwin Smith Surgical Papyrus Bv. vertaald in 1930
= wetenschappelijke kijk op geneeskunde Bv. GEEN magische kijk → oude tekst over chirurgische
behandeling van trauma
- 48 medische casussen Bv. over incontinentie, hoofdtraumata, … uitvoerig beschreven mbt ‘brein’ Bv. uit
tekst: “bij palpatie van de hersenen kan de patiënt schudden” = waarschijnlijk epilepsie OF hersenletsels hebben
effect op meerdere delen van het lichaam zoals ogen, ledematen,… OF effecten van letsels aan het ruggemerg =
hebben wss incontinentie → eerste casussen die op medisch wetenschappelijke manier werden beschreven
MAAR Egyptenaren → het hart = “the seat of the soul” (cardiocentrische benadering)
1
,Arabische wereld
Geneeskunde = was wettelijk beschermd beroep Bv. MAAR geen beschikbare info → kleiplaten zijn verdwenen
Grieken & Romeinen
= onderscheiding 3 zielen:
- om te overleven via voedselopname Bv. planten
- om te interageren met omgeving Bv. dieren
- Hogere orde ziel = onderscheid tussen goed & kwaad Bv. mensen
Plato & Hippocrates = 3de ziel zit in hersenen Bv. sturend mechanisme in hersenen, DUS NIET in hart
MAAR Aristoteles = seat of the soul = hart = cardiocentrische benadering Bv. hersenen = koelsysteem om hart
goed te laten werken
- belang: persoonlijkheid & karakter → individuele verschillen Bv. Aristoteles geïnteresseerd in individuele
verschillen tussen mensen = dit op vlak van karakter
- fysiognomie
= vorm van iemands gelaat (lichaam) → reflectie van karakter Bv. obv iemands gelaat = kunnen we
karakter & persoonlijkheid inschatten Bv. gezellige dikkerd
- inspiratie voor dominee Lavatar Johann Bv. mensenkennis was belangrijk voor hem → Gall hierdoor
geïnspireerd Bv. frenologie (hoe knobbels op cortex verschilden tussen mensen)
Hippocrates
= seat of the soul = cephalocentrische benadering → brein controleert alle waarnemingen & bewegingen
= grondlegger van algemeen geneeskundig principe → menselijk lichaam bestaat uit 4 soorten
lichaamssappen:
- Slijm (flegma)
- Bloed (sanguine)
- Gele gal (cholerische)
- Zwarte gal (melancholische)
= verklaart fysieke EN mentale toestand Bv. persoonlijkheid/temperament → ziekteverschijnselen werden
verklaard door het gehalte aan de sappen
ALS onbalans in sappen = dieet Bv. teveel aan slijm (flegma): kalm temperament OF teveel aan bloed (sanguine):
optimistisch, gepassioneerd temperament OF teveel aan gele gal (cholerisch): prikkelbaar, opvliegend temperament OF
teveel aan zwarte gal (melancholie): melancholisch, depressief temperament
Romeinen
Claudius Galenus (= Galen of Pergamon) → bijbel Bv. tot in de Renaissance gebruikt
- Anatomische studies van hersenzenuwen Bv. dieren & gladiatoren
- Brein = reservoir van pneuma (vocht) waarin animal spirit zit Bv. hogere orde ziel dat mensen
& dieren, planten onderscheid
- Pneuma zit in ventrikels → gaat DOOR zenuwen (buizen) van hersenen → NAAR spieren
Bv. ging verder op de 4 lichaamssappen → verbond deze met natuurelementen DUS water = flegma, slijm /
lucht = sanguine, bloed / vuur = cholerische, gele gal / aarde = melancholische, zwarte gal
Celtheorie OF celdoctrine (ventriculaire lokalisatie hypothese)
= anatomische structuur hersenen onderzocht door filosofen
DUS holtes Bv. hersenventrikels waarin de ziel/geest zit → verschillende functies in de verschillende
holtes/cellen Bv. imaginatie, cogitatie, estimatie, geheugen
→grondslag van cognitieve psychologie Bv. eerste tekenen van hoe werkt het geheugen
2
,Brein ingedeeld in 3 cellen → cellen werken samen:
- 1. sensum comminus = info komt binnen vanuit verschillende zintuigen +
integratie Bv. waarneming
- 2. cogitatie & estimatie = beeld of de inkomende info wordt geïnterpreteerd
Bv. betekenis geven
- 3. memoria = info wordt opgeslagen (geheugen)
Belangrijke kenmerken:
- Algemeen systeem van infoverwerking → GEEN aparte functies Bv. altijd dezelfde 3 cellen die alles
regelen
- Opvatting over geest van toepassing op iedereen → GEEN individuele verschillen Bv. elke persoon
functioneert op dezelfde manier
Renaissance
= zelf weer kritisch EN zelfstandig denken en observeren Bv. bijbel van Claudius Galenus werd niet meer gevolg,
werd in twijfel getrokken
Andreas Vesalius
= begin van nauwkeurig observeren als wetenschappelijke methode ipv dogma’s aannemen
- Zich afgezet tegen werk van Galenus
- Studie van lijken Bv. op de executieplaatsen in Parijs
- minutieuze anatomische beschrijvingen & tekeningen Bv. obv zijn observaties
Eind 16de, 17de & begin 18de eeuw
= op zoek naar de ‘seat of the soul’ (lokalisatie)
René Descartes
= Cortigo ergo sum: ik denk dus ik ben → seat of soul = hersenen (pijnappelklier) Bv. geest zit in pijnappelklier
Mens bestaat uit 2 delen:
- Lichaam: Res externa Bv. lichaam is een uitbreiding van de geest
- Hersenen: Res cogitans Bv. geest zit in de hersenen
Reflexen = info via zenuwen komt binnen → teruggestuurd naar ledematen obv herinneringen in geest
Verschillende meningen Bv. Descartes: seat of soul = pijnappelklier, Lancisi: seat of soul = Corpus callosum, Willis
Franz Joseph Gall Bv. veel tegenstanders MAAR dankzij zijn leerling Spurzheim die hem meenam naar Groot-
Brittannië = meer volgelingen gekregen
= geest (functies) zit in cortex (buitenkant van hersenen), NIET in holte
→grondlegger frenologie = gebaseerd op craniologie (schedelleer) → lokalisatie van specifieke hersendelen
die instaan voor specifieke eigenschappen
Uitgangspunten theorie Gall:
- alle psychologische functies = aangeboren
- alle aparte functies worden uitgevoerd door aparte organen (lokalisatieprincipe) Bv. itt celtheorie
(algemeen infoverwerkingssysteem)
- individuele verschillen DOOR verschil in aanleg voor functies
- functies die beter zijn, zijn beter georganiseerd EN groter in omvang Bv. knobbels
- zelfde orgaan/functie = zit bij iedereen op dezelfde plaats MAAR verschilt in omvang
Onderzoek naar getalenteerde mensen Bv. muziek EN effecten van hersenbeschadiging Bv. Gall = gaf aanzet tot
meer anatomisch-functioneel gecorreleerd denken
3
,Clinico-anatomische methode = werkwijze om lokalisatie-ideeën te toetsen Bv. welke klinische gedragingen zijn
gekoppeld aan welke anatomische plek in de hersenen? → mensen die geen gesproken taal kunnen gebruiken = letsel in
gebied Broca linkse kwab
➔ toegepast bij patiënten met focaal hersenletsel = specifieke uitvalsverschijnselen worden in kaart
gebracht Bv. uitval in 1 specifiek gebied (→ uitval in meerdere gebieden) → Phineas Gage = impulsiviteit
(persoonlijkheidsverandering) na letsel in frontaal kwab = voorbeeld van enkelvoudige dissociatie MAAR hoe
verder in tijd, hoe meer belang aan dubbele dissociatie (meer bewijskracht)
19de eeuw
Jean-Pierre Flourens
Equipotentietheorie OF holisme = hersendelen werken samen → bekomen zo hun uiteindelijke functie Bv. itt
lokalisatieprincipe
- 1ste holistisch visie = hersenen werken als geheel → verschillende hersendelen werken op
geïntegreerde manier samen Bv. GEEN homogene massa MAAR heterogeen
- alle delen van brein = even actief bij mentaal functioneren
→ effecten hersenbeschadiging obv grootte beschadiging Bv. ipv aan lokalisatie
- grondlegger van plasticiteit
Paul Broca Bv. patiënt Leborgne die enkel “TAN” kon zegge (probleem productie taal) → casus beschreven door Broca
- post mortem onderzoek = plaats gelokaliseerd → posterieure deel van linker frontaal kwab Bv. na dood
van Leborgen = hersenen onderzoeken, Broca zag duidelijk letsel op specifieke plek in hersenen
- andere patiënten met taalproblemen → letsels zitten ALTIJD in linkerhemisfeer
→! REVOLUTIONAIR = 2 hersenhelften MET verschillende functies MAAR linkerhemisfeer = dominant Bv.
alles van taal zit in deze hemisfeer, rechterhemisfeer hangt er maar een beetje bij
Carl Wernicke Bv. studie met hersenletselpatiënt
- taal = geheel van verschillende deelfuncties → elke deelfunctie zit op andere plaats
- apart centrum voor taalbegrip Bv. herkennen van woordbeelden → linker temporaal kwab Bv. einde van
gehoor baan)
→ verbindingsbaan (associatiebaan) tussen centrum woordproductie (Broca) EN woordbegrip (Wernicke)
20ste eeuw
Cartografie (cortical mapping) = cortex bestaat uit verschillende lagen → verschillende verdeling over
hersenoppervlakte
Indelingssystemen:
- Campbell: onderscheidde 20 zones
- Brodmann: onderscheidde 50 zones
Midden 20ste eeuw
Alexander Luria = balans tussen holisme & lokalisatie Bv. deed klinische waarnemingen bij WO II-soldaten &
revalidatie patiënten met functiestoornis Bv. Luria batterij = test om executieve functies na te gaan
→hersenen = complex, flexibel functioneel systeem → 3 subsystemen leveren eigen bijdrage aan
gezamenlijke activiteit Bv. zijn boek: Working Brain = 3 corticale zones die op mekaar gevormd worden
3 corticale zones:
- I. regulatie van waakzaamheid & aandacht (effortful control)
- II. cognitieve infoverwerking
- III. gedragsorganisatie Bv. planning, regulatie & monitoring doelgerichte activiteiten
Bv. tertiaire gebied = frontale kwab → volgroeid rond 20 jaar, KAN door alcohol
beschadigd worden = impulsen minder onder controle kunnen houden
4
,Hedendaagse neuropsychologie
= 2 belangrijke ontwikkelingen in Amerika → ontstaan neuropsychologie als apart wetenschapsgebied
- Dubbele dissociatie (Norman Geschwind & Teuber)
Bv. 2 patiëntengroepen → groep A uitval in hersengebied A EN groep B uitval in hersengebied B = hebben
omgekeerde testresultaten
- Split brain operaties (Roger Sperry) = helpen van refractaire epilepsie patiënten Bv. epileptische aanvallen
kunnen niet onder controle gehouden worden met medicatie of medische ingrepen DUS cortus calosum
doorsnijden → tot inzicht gekomen = linkerhemisfeer & rechterhemisfeer hebben aparte functies (beiden even
belangrijk)
VROEGER: dominante linkerhemisfeer → NU: hemisfeerspecialisaties Bv. beiden hemisferen even belangrijk
MAAR aparte specialisaties
4 belangrijke concepten:
- Syndroom
= tekens & symptomen die een probabilistische relatie hebben met een diagnose/ziektebeeld Bv. als we
symptomen zien die telkens met elkaar voorkomen, dan grote kans op aanwezigheid bepaald syndroom
- Functioneel systeem
= heeft anatomische basis in aantal hersenstructuren die op bepaalde wijze samenwerken via
verbindingsbanen Bv. lokalisatie VS holisme = functionele systeem is balans tussen beiden Bv.
iedereen heeft individueel netwerk van herendelen en hoe die samenwerken via verbindingsbanen
- Disconnectie syndroom
= veroorzaakt door letsel in verbindingsbanen Bv. tussen hemisferen OF binnen 1 hemisfeer
Dubbele dissociatie Bv. als antwoord op kritiek laesie-studies
= vertonen van tegenovergestelde uitval Bv. patiënt met bepaald letsel scoort goed op taak 1 en
niet op taak 2 EN andere patiënt scoort slecht op taak 1 en goed op taak 2 → gerelateerd aan
bepaalde locatie in brein Bv. afasie Broca = moeite taalproductie, niet met taalbegrip EN Afasie
Wernicke = moeite met taalbegrip, niet met taalproductie
Bv. grote evidentie / bewijskracht voor lokalisatie van specifieke hersenfuncties Bv. kijken naar normaalcurve
→ probleem als iemand lager scoort dan 1,5 SD van de norm
Neuro-imaging techniek = grootte & lokalisatie van hersenbeschadigingen in kaart brengen Bv. PET
scans → onderzoek & inzichten gaan altijd verder
→ neuropsychologisch onderzoek = aandacht voor diagnostiek Bv. gedragsanalyse & behandeling
van gevolgen na hersenbeschadiging Bv. analyse sterktes & zwaktes met oog op goede indicatiestelling,
behandeling en begeleiding
H2: (VISUELE) WAARNEMING
INLEIDING
Contact met wereld = WAARNEMING
- 1. Zintuigen pikken fysiologische prikkels op → omgezet in fysiologische activiteit
- 2. receptoren in zintuigen = projectie activiteit NAAR primaire sensorische gebieden (unimodaal) Bv.
info vanuit 1 zintuig komt daar terecht → volume komt in auditieve cortex (temporale kwab) EN contrasten,
structuur in visuele cortex (V1, occipitale kwab)
- 3. NAAR secundaire sensorische cortex = complexere verwerking Bv. auditief: melodie, niet meer
volume OF vorm en kleur
- 4. NAAR tertiaire sensorische cortex = koppeling info vanuit andere zintuigen (multimodaal)
VOLLEDIGE WAARNEMING = combi van BU & TD proces Bv. selectieve aandacht, kennis, context &
verwachtingen
FYSIOLOGIE: VAN HET OOG NAAR DE HERSENEN
5
, - Licht opgevangen in retina Bv. 2 lichtgevoelige cellen: staafjes = weinig licht nodig (ongevoelig voor kleur) EN
kegeltjes = veel licht nodig (kleurwaarneming)
- Ganglioncellen Bv. magnocellulaire (M-cellen): beweging EN parvocellulaire (P-cellen): vorm, kleur, textuur
- Optische zenuw (nervus opticus) Bv. gevormd door axonen van ganglioncellen
- Optisch chiasma = hier kruisen de optische zenuwbanen
- Laterale genitale nucleus (LGN) (in de thalamus)
- Optische radiatie = banen van LGN naar occipitale kwab Bv. hierdoor gaan visuele signalen gaan
- Primiare visuele cortex (V1) (cortex striata)
Visuele cortex
Visuele infostroom = sequentiële verwerking Bv. opeenvolgende stadia + scheiding tussen visuele types info
→2 grote systemen:
- occipetale-temporale route → ventrale WAT route
o input vanuit P-cellen Bv. verwerking vorm, kleur & textuur
o objectherkenning & personen herkennen
o Route : V1 → V4 → inferieure temporale cortex → gyrus angularis → hippocampus →
amygdala
- occipeto-pariëtale route → dorsale WAAR/HOE route
o Input van M-cellen Bv. verwerking beweging
o belangrijk bij visuospatiële verwerking, lokalisatie van objecten in de ruimte & aansturing van
visueel gestuurde bewegingen naar objecten
o Route: V1 en V2 → V3 → V5 → pariëtale cortex → superieure temporale cortex
= specialisatie in basale visuele kenmerken
- V1: primaire visuele cortex → contrast percipiëren
- V3: vormperceptie
- V4: kleurperceptie
- V5: (snelle) bewegingen
!KENNEN Bv. letsel in V5 = probleem met snelle bewegingen, letsel in V4 = probleem met kleurperceptie
STADIA IN VISUELE WAARNEMING (FUNCTIONEEL)
= 2D beeld van retina omzetten → NAAR 3D interne representatie = semantische kennis hieraan koppelen
Verwerkingsstadia (Marr) → primaire schets, perceptuele categorisatie & perceptie
Vroege visuele verwerking
- randen van objecten onderscheiden van achtergrond
- figuur voor achtergrond waarnemen → closure = reconstrueren van figuren uit minimale info Bv.
Kanizsa-driehoek
- gestaltpsychologie = basale visuele info groeperen obv overeenkomsten Bv. dingen die
dichtbij elkaar liggen = als groep waarnemen
- sterk stimulus gedreven Bv. bottom-up
- perspectiefafhankelijk (viewer-centered)
STOORNISSEN NA HERSENBESCHADIGING
Lagere orde stoornissen
= ANOPSIE → stoornis in de primaire verwerking Bv. visueel velddefect, stoornissen in gezichtsscherpte,
contrastgevoeligheid en licht-donkeradaptatie, stoornissen in de kleurwaarneming & stoornissen in de
bewegingswaarneming
Visueel velddefect
= stoornis achter optisch chiasme Bv. in optische radiatie → vaak homonieme gezichtsuitval
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Fransbouwer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,96. Je zit daarna nergens aan vast.