Werken aan
gezondheid
08-01-
Praktijkperiode: PLP2
1
,Inhoudsopgave
Inleiding..................................................................................................................................................3
1. Casusbeschrijving...............................................................................................................................4
1.1 Patronen van Gordon...................................................................................................................6
1.2 Vertrouwen winnen......................................................................................................................8
1.3 Risicodiagnose..............................................................................................................................9
2. Oorzaken en gevolg uitsorteren.......................................................................................................10
2.1. Biologische factoren..................................................................................................................10
2.2. Voorzieningen gezondheidszorg................................................................................................10
2.3. Leefstijl......................................................................................................................................11
2.4. Omgeving...................................................................................................................................11
2.5 Oorzaken o.b.v. wetenschappelijke bronnen.............................................................................11
2.6 Stages of change.........................................................................................................................13
3. Zelfredzaamheid...............................................................................................................................14
4. Draaglast en draagkracht..................................................................................................................17
5. Diagnose vaststellen en voorleggen.................................................................................................19
6. Gezondheidsbevorderingsplan.........................................................................................................20
6.1 Resultaten...................................................................................................................................20
6.2 Interventies.................................................................................................................................21
6.3 Hulpmiddelen.............................................................................................................................25
6.4 Deskundigheidsniveau................................................................................................................26
7. Monitoren en evalueren...................................................................................................................27
7.1 Update situatie mw. X................................................................................................................28
7.2 Uitvoering...................................................................................................................................29
Bibliografie...........................................................................................................................................31
2
,Inleiding
De module die in dit verslag wordt uitgewerkt, is de module werken aan gezondheid. De uitvoering
van deze module vindt plaats binnen de praktijkleerplaats van de Friese Wouden …. Dit team levert
zorg aan huis en is gespecialiseerd in zowel chronische, acute- als ouderenzorg. De Friese Wouden
zorgt ervoor dat cliënten zo lang mogelijk op een prettige manier thuis kunnen blijven
wonen[ CITATION ItB19 \l 1043 ].
Een veel voorkomende risicodiagnose in de thuiszorg is het risico op vallen. Uit cijfers blijkt dat
valongelukken van 65-plussers zich meestal thuis voordoen[ CITATION Bet19 \l 1043 ]. Door vallen
neemt de zelfstandigheid van de zorgvrager af en wordt het zelfstandig thuis wonen steeds
lastiger[ CITATION Vil11 \l 1043 ]. Om het valrisico aan te pakken, is er voor de casus van mw. X
gekozen. Mw. X is een zorgvrager die bekend is met meerdere problematiek, hierdoor heeft zij een
risico op vallen. Door deels gebruik te maken van het model van Rosendal, doorloop ik het proces om
te komen tot een verbetering van de situatie.
Allereerst wordt er een beschrijving gegeven van de casuïstiek. In hetzelfde hoofdstuk wordt de
risicodiagnose van mw. X uitgewerkt en wordt er een beschrijving gegeven over hoe er vertrouwen is
opgebouwd met mw. X. Om verder in te zoomen op de risicodiagnose, wordt het Lalonde
determinantenmodel uitgewerkt in hoofdstuk twee. Dit wordt aangevuld met het model van stages
of change. Vervolgens wordt de zelfredzaamheid en de draagkracht- en last in kaart gebracht. In
hoofdstuk vijf wordt de risicodiagnose vastgesteld en voorgelegd aan mw. X en de familie. Omdat
mw. X grotendeels afhankelijk is van haar familie (zie hoofdstuk zelfredzaamheid), wordt de familie
zo veel mogelijk betrokken tijdens het uitwerken van deze module. Zodoende worden zij ook
betrokken in hoofdstuk vijf. In hoofdstuk zes spelen zij een nog grotere rol, omdat in dit hoofdstuk
het gezondheidsbevorderingsplan wordt uitgewerkt. Door de grotendeelse afhankelijkheid van mw.
X, zal de familie een belangrijke rol spelen bij het ondersteunen in het gezondheidsbevorderingsplan.
In dit plan wordt er zo veel mogelijk rekening gehouden met het zelfmanagement van mw. X en de
familie. Dit wordt gedaan door de regie bij mw. X en de familie te houden en rekening te houden met
wensen, mogelijkheden en behoeften. Mw. X en de familie gaven aan ook dat zij zo zelfstandig
mogelijk willen blijven en zo veel mogelijk zelf willen beslissen over de zorg. Om na te gaan of de zorg
en het gezondheidsbevorderingsplan goed verloopt, wordt er in hoofdstuk zeven het onderwerp
monitoren en evalueren uitgewerkt. Allerlaatst wordt er een update gegeven van de situatie van mw.
X
3
, 1. Casusbeschrijving
Mw. X
Igeboortejaar
Mw. X krijgt thuiszorg van de Friese Wouden.
De zorg helpt mevrouw bij het aan- en uittrekken van steunkousen, aan- en afkoppelen van de
nachtzak van de katheter, dagelijks wegen, dagelijks bijhouden van de vochtlijst, het behandelen van
de stuitwond, hulp bij het wassen, aanreiken van medicatie en aanreiken van voedsel en drinken.
Ziektebeelden:
- Nierinsufficiëntie
- Oedeem
- Hypothyreoïdie
- Decompensatio cordis
- Delier
Mw. X is een 91-jarige alleenstaande vrouw, wonend in een klein huisje vol met knuffels, meubels,
gevaarlijke op- en afstapjes en smalle gangen. Er is daardoor weinig bewegingsruimte en de woning
is valgevaarlijk. Door weinig bewegingsruimte is er geen mogelijkheid om gebruik te maken van
hulpmiddelen, zoals een rollator. Mw. heeft dus geen steun tijdens het lopen. In combinatie met mw.
haar mobiliteitsproblemen, afname van cognitieve functies, weinig bewegingsruimte en gevaarlijke
op- en afstapjes, is er een risico op vallen.
Mw. is een intelligente vrouw, zij hield van het luisteren naar klassieke muziek en het aanleren van
nieuwe talen. Zo leerde zij .. en las zelfs de .. krant. Door afname van gezondheid lijkt het of deze
interesse niet meer aanwezig is, mw. leest de krant namelijk niet meer en heeft het nooit meer over
deze hobby’s. De zorg treft mw. momenteel vaak aan in de stoel, starend naar de televisie. Ook is er
vaak geen sprake meer van het altijd vrolijke humeur dat mw. had. Mw. is vaak somber, delirant en
ervaart hallucinaties. Het delier uit zich bij mw. in hallucineren, angstig zijn, verwardheid en het
slecht gehumeurd zijn[ CITATION UMC192 \l 1043 ]. Daarnaast heeft mw. benauwdheidsklachten,
een verminderde eetlust en dus een risico op ondervoeding, risico op decubitus, pijnlijke benen ten
gevolge van vocht vasthouden, een afname van mobiliteit vanwege weinig kracht in de benen en
armen, afname van cognitieve functies, urineretentie, een slecht gehoor, beginnende staar en voelt
mw. haar vaak eenzaam. Ook is mw. de afgelopen periode aangetroffen bij het gasfornuis om water
te koken, maar mw. had geen water in de fluitketel. Bovendien heeft mw. te weinig kracht om de
fluitketel van het gas te tillen. Ook is het vanwege verwardheid en afname van cognitieve functies
niet vertrouwd dat mw. alleen aan het gasfornuis komt, omdat er dan een risico is op het ontstaan
van brand of het ontstaan van huidletsel. Daarnaast loopt mw. regelmatig zonder rollator of ander
hulpmiddel door het huis en als gevolg is mw. een aantal keren gevallen. Voor ouderen heeft vallen
vaak grote gevolgen, bijvoorbeeld een botbreuk[ CITATION Vil11 \l 1043 ]. Mocht mw. nogmaals
komen te vallen, dan is er een grote kans op het ontstaan van een botbreuk en dus verdere
achteruitgang.
4