100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
SPO - Methoden en technieken in de sociale wetenschappen (Samenvatting) €12,49
In winkelwagen

Samenvatting

SPO - Methoden en technieken in de sociale wetenschappen (Samenvatting)

 86 keer bekeken  0 keer verkocht

Boek 1: 'Onderzoeksmethoden' (Scheepers, P. & Tobi, H. 2016) 9e druk Hoofdstukken: 2, 3, 4, 5, 6, 9 Boek 2: 'Effectonderzoek in de gedragswetenschappen (Van Loon, Van Der Meulen & Minnaert, 2015) Hoofdstukken: 2, 3, 4, 5, 6 Inclusief figuren en tabellen

Voorbeeld 4 van de 154  pagina's

  • 27 december 2024
  • 154
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
jihan141
1



METHODEN EN TECHNIEKEN VAN ONDERZOEK IN DE SOCIALE
WETENSCHAPPEN
BOEK: ONDERZOEKSMETHODEN (SCHEEPERS, P. & TOBI, H. 2016) 9 E DRUK

H2: HET ONDERZOEKSPLAN


2.2 DE TIEN ONDERDELEN VAN EEN ONDERZOEKSPLAN
Probleemstelling: wat en waarom?

1. Vraagstelling: wat wil je precies weten?
2. Doelstelling: waarom wil je dit weten?
3. Theoretisch raamwerk, eventueel weergegeven als conceptueel model

Onderzoeksontwerp: hoe?

4. Hoe wil je je onderzoek opzetten?
a. Grootschalig veldonderzoek
b. Experiment
c. Etnografisch veldonderzoek
d. Analyse van de inhoud van teksten
e. Gebruik van bestaande data
5. Wat voor data wil je verzamelen?
a. Dataverzamelingsplan
6. Bij wie wil je die data verzamelen?
a. Steekproefplan
7. Wanneer wil je die data verzamelen?
8. Waar wil je die data verzamelen?
9. Hoe wil je die data analyseren?
10. Hoe wil je rapporteren?

2.2.1 PROBLEEMSTELLING
Vraag wetenschappelijk onderzoek: komt uit een maatschappelijk probleem dat om een oplossing
vraagt of uit nieuwsgierigheid van onderzoekers

Probleemstelling: geeft antwoord op de vragen wat (vraagstelling: punt 1), waarom (doelstelling: punt 2)
jij wilt onderzoeken en eventueel vanuit welk theoretisch raamwerk (punt 3) jij dat onderzoek wilt doen.

De theoretische concepten die je bestudeert worden vaak gebruikt om oorzaak-gevolg relaties (causaal
verband) te begrijpen in de maatschappij.

(Bijvoorbeeld, als je kijkt naar een maatschappelijk verschijnsel zoals "armoede", kunnen er
verschillende theoretische concepten zijn die het oorzaak-gevolg van armoede proberen te
verklaren, zoals werkloosheid, gebrek aan onderwijs, of ongelijkheid. Deze concepten helpen ons
te begrijpen waarom iets gebeurt en wat de gevolgen kunnen zijn.)

2.2.2 ONDERZOEKSONTWERP
Onderzoeksontwerp: worden de zogenaamde methodologische beslissingen geschreven.

, 2


Gegeven de vraagstelling, leg jij uit hoe jij data wil verzamelen: de ‘opzet’/’design’ (punt 4). In de
beschrijving van de opzet moet duidelijk worden of je een grootschalig veldonderzoek, experiment,
etnografisch onderzoek wil doen of je baseren op teksten die al beschikbaar zijn.

Daarna moet je uitleggen wat voor data jij wilt verzamelen en hoe, in het dataverzamelingsplan (punt 5).

Dataverzamelingsplan: geef je antwoord op de vraag wat voor data jij wilt verzamelen, om de
verschijnselen waarvoor jij belangstelling hebt te onderzoeken in de sociale werkelijkheid als veelal
abstracte theoretische concepten, waarneembaar of bevraagbaar te maken (operationaliseren).

Operationaliseren: Vertaal je je theoretisch concept naar concrete waarnemingen bij of vragen
aan (veelal) individuen.

Benaderingen (paradigma’s) sociale werkelijkheid:

• Een stelsel van opvattingen dat wordt gedeeld door een groep wetenschappers over wat de juiste
of beste wetenschap is waar een wetenschappelijke theorie aan moet voldoen
• De wijze waarop je zo’n theorie zou moeten ontwikkelen respectievelijk confronteren met de
sociale werkelijkheid.

Dan volgt jouw voorlopige antwoord op de vraag bij wie of bij wat je de data wilt verzamelen.

Steekproefplan (punt 6): beschrijft bij welke eenheden je data wilt verzamelen en hoe je deze eenheden,
bijvoorbeeld mensen, identificeert.

• Kanssteekproef → wanneer je generaliserende uitspraken wilt doen.
• Niet-kanssteekproef → wanneer je een specifieke subpopulatie zo volledig mogelijk wilt
beschrijven zonder te generaliseren.

Hierna geef je ook nog voorlopige informatie over de praktische uitvoering: wanneer je data wilt
verzamelen (punt 7) en waar (punt 8). In je onderzoeksplan kijk je ook vooruit naar wat je gaat doen nadat
je de data hebt verzameld (punt 9 en 10).

Data-analyse plan: beschrijf je hoe je de verzamelde data wilt analyseren.

• Kwantitatieve data: geef je aan of je beschrijvende of toetsende statistiek gaat gebruiken of welk
type statistisch model.
• Kwalitatieve data: beschrijf je hoe je ze wilt analyseren, door bijvoorbeeld een etnografische
analyse of welk type inhoudsanalyse, een thematische analyse of metafooranalyse.

Rapportageplan: geef je aan hoe je jouw antwoorden op de vraagstelling bekend wilt maken (bijvoorbeeld
in een wetenschappelijk tijdschrift of in een rapport voor een opdrachtgever).


2.3 LITERATUURONDERZOEK: VOORBEREIDING OP HET ONDERZOEKSPLAN
Hoe ga je te werk bij zo’n literatuurstudie?

• Globale thema’s bepalen (trefwoorden & synoniemen)
• Zoekmachines

Systematische review/meta-analyse: het vinden van een gat in de bestaande kennis over een bepaald
onderwerp of het samenvatten van alle kennis die er over een bepaald onderwerp is.

, 3


2.4 DE PROBLEEMSTELLING
De probleemstelling is opgebouwd uit drie onderdelen:

1. De vraagstelling: wat wil je als onderzoeker weten, geformuleerd in een overkoepelende vraag,
meestal vergezeld van enkele deelvragen;
2. De doelstelling van het onderzoek: waarom wil je het onderzoek uitvoeren en eventueel voor wie
(welke opdrachtgever, dit is bij praktijkgericht/toegepast onderzoek).
3. Een theoretisch raamwerk of conceptueel model: vanuit welk perspectief of wetenschappelijke
theorie wordt de vraagstelling beantwoordt?

2.4.1 DE VRAAGSTELLING
1. Beschrijvende vraagstelling
a. Beschrijvende trendvraagstelling: wanneer er ten minste twee tijdstippen met elkaar
worden vergeleken.
b. Beschrijvende comparatieve vraagstelling: wanneer er ten minste twee locaties met
elkaar worden vergeleken.
2. Verklarende vraagstelling Causale (oorzakelijke) vraagstellingen → ze
3. Voorspellende vraagstelling vragen naar de oorzaken van een verschijnsel

2.4.2 DE DOELSTELLING
Doelstelling: geeft aan waarom het onderzoek wordt gedaan.

1. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek: kennisprobleem. Onderzoekers beogen meer
kennis en inzicht te verkrijgen om daarmee het kennisprobleem op te kunnen lossen.
→ wetenschappelijke relevantie.
2. Toegepast wetenschappelijk onderzoek: praktisch probleem. Vormen praktische problemen
van aanwijsbare mensen of groepen in de samenleving het uitgangspunt voor het onderzoek.
→ maatschappelijke relevantie

Zeer vaak is sociaalwetenschappelijk onderzoek gedeeltelijk fundamenteel en gedeeltelijk toegepast.

Valorisatie/impact: onderzoekers dienen vooraf aan te geven voor welke maatschappelijke groepen of
instituties (bedrijven!) hun onderzoek waardevol voor zal zijn.

• Explorerend onderzoek: Weinig bekend, theorievorming.
• Toetsend onderzoek: Veel bekend, kijken of bestaande kennis/theorie al klopt. Theorietoetsing.

Eenzelfde onderzoek kan beide elementen bevatten.

Onderzoek en maatschappelijke ontwikkelingen: staat niet los van de maatschappij. Sociale,
economische, politieke en culturele omstandigheden beïnvloeden in sterke mate de motivatie en
doelstelling van onderzoekers.

4.2.3 THEORETISCH RAAMWERK
• Mediërende factoren: de mogelijke en voorlopige antwoorden op de vraag.
• Modererende of interacterende factor

, 4


2.5 ONDERZOEKSONTWERP
4. Wat is de opzet? Hoe wil je de dataverzameling organiseren?
5. Wat voor data wil je verzamelen? Hoe wil je de dataverzameling organiseren?
6. Bij wie?
7. Wanneer?
8. Waar?
9. Hoe wil je de data analyseren?
10. Hoe wil je de antwoorden op de vraagstelling bekendmaken?

2.5.1 DE OPZET
Opzet: geeft de structuur voor de dataverzameling aan met de volgende kenmerken: de mate van controle
die de onderzoeker nodig heeft, het tijdsperspectief en het aantal momenten van dataverzameling.

2.5.2 HET DATAVERZAMELINGSPLAN
Dataverzamelingsplan: beschrijf je welke data je gaat verzamelen.

De relatie tussen enerzijds de veelal abstracte theoretische concepten uit je vraagstelling en
anderzijds de feitelijke vragen of observaties die je voorstelt om die theoretische concepten
waarneembaar te maken of bevraagbaar te maken (= operationalisatie).

De onderzoekers beschrijven (tamelijk) precies wat zij willen vragen (meting/meetinstrument) en
respectievelijk willen weten van de mensen die hen antwoorden willen geven.

• Kwantitatief: voorgestructureerde dataverzamelingsplan
• Kwalitatief: verzamelen van tekst
• Mixed methods: interviews, vragenlijsten en observaties

2.5.3 HET STEEKPROEFPLAN
Wie/wat ga je onderzoeken? Veelal, maar niet altijd individuen. Onderscheid tussen eenheden belangrijk.

2.5.4 WANNEER WIL JE DE DATA VERZAMELEN?
Wanneer de onderwerpen die onderzocht worden niet specifiek tijdgebonden zijn, is de onderzoeker vrij
om het tijdstip te bepalen waarop het onderzoek plaatsvindt. Duur verschilt enorm, afhankelijk van de
vraagstelling en de hoeveelheid middelen.

2.5.5 WAAR WIL JE DE DATA VERZAMELEN?
In het onderzoek moet worden aangegeven waar de data zullen worden verzameld. Waar, hangt af om wat
voor soort data het gaat.

• Primair onderzoek: eigen data, of secundair onderzoek: al bestaande data
• Waar vindt dat onderzoek plaats? is belangrijk omdat dit de resultaten kan beïnvloeden. Het kan
beperkingen opleggen aan de manier waarop de steekproef getrokken kan worden en dus moet je
de plaats van dataverzameling beschrijven in het onderzoeksplan.

2.5.6 HET DATA-ANALYSE PLAN
De vraagstelling en het soort data dat verzameld is, bepalen de manier waarop je de data kunt analyseren.

Kwantitatieve data: vaak door middel van statistiek. Kwalitatieve data: structureren van tekst, duidelijk
maken hoe je de tekst gaat analyseren

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jihan141. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49270 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€12,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd