Hoorcolleges
The behaviour change wheel – guide to designing
interventions
Planmatig gezondheidsbevordering
1. Probleemanalyse: Wat is het probleem
2. Analyse risicogedrag
3. Analyse gedragsdeterminanten
4. Ontwikkeling van interventies
5. Implementatie en verspreiding
6. Evalueren
Behaviour Change Wheel (zie afb)
1. probleem begrijpen
2. gedrag begrijpen
3. effectieve strategieën inzetten
- Alleen het groene deel moeten wij kennen (COM-B)
Probleem begrijpen
Mindmap maken, wat is het probleem, breed perspectief
Welk gedrag moet veranderen:
o Belangrijk
o Veranderbaar
o Meetbaar
Specificeer het gewenste gedrag
o Wie moet wat anders doen, waar, wanneer, hoe, wat?
Effectieve strategieen inzettten
Gedrag begrijpen
COM-B model
1A. Capability Physical (fysiek)
Fysieke vaardigheid, kracht,
uithoudingsvermogen, competentie
Kan de persoon het gedrag
toepassen
Metingen: krachtmeting etc.
1B. Capability psychological (mentaal)
Kennis, bewustzijn, mentale
vaardigheden, veerkracht, begrijpen, geheugen, aandacht, besluitvorming, aandacht vast
kunnen houden, mentale overbelasting, vermoeidheid/ego depletie, zelfregulatie,
zelfmonitoring, gewoontes doorbreken, actieplanning, afwegingen en keuzes kunnen maken
Ego depletie: door omstandigheden (bijv. moe) gaat het gedrag toch fout.
2A. Opportunity Physical (fysiek)
Tijd, locaties, middelen, geld, materiaal, aanwijzingen/triggers, barrières en bevorderende
factoren, stressoren, hulpbronnen, ‘betaalbaarheid’
z.o.z
, 2B. Opportunity Social (sociaal)
Interpersoonlijke processen die ertoe kunnen leiden dat individuen hun gedachten,
gevoelens of gedrag veranderen; sociale steun/druk, groeps/culturele normen, barrières,
facilitators, modelleren, groepsidentiteit/conformiteit, sociale vergelijking, macht, conflict
3A. Motivation Reflective (reflectief)
Plannen, bewuste intenties, fase van gedragsverandering, evaluaties, overtuigingen (over
wat goed en slecht is), eigen effectiviteit, gevoel van competentie, waargenomen
gedragscontrole, zelfvertrouwen, sociale of professionele identiteit, doelen, prioriteiten,
implementatie intenties, uitkomstverwachting, optimisme/pessimisme, attitude,
geanticipeerde spijt
3B. Motivation Automatic (automatisch)
Emoties, angst, stress, routines, gewoontes, beloning, bekrachtiging, stimulans, straf,
sancties, consequenties
Straffen/belonen: belonen werkt beter
Effectieve strategieën inzetten
Priming: is het sneller herkennen van, of reageren op een bepaalde stimulus als men deze eerder
heeft waargenomen. Het wordt beschouwd als een van de manifestaties van het impliciete, of niet-
declaratieve geheugen. Dit is vaak onbewust. (automatische motivatie)