Medische biologie
Week 1: Borderline en biologisch risicogedrag
Kennisclip: persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornis: een psychische aandoeningen waarbij
iemands persoonlijkheidskenmerken een negatieve invloed hebben op hoe
iemand denkt, voelt, zich gedraagt en omgaat met anderen
- Starre wijze van omgaan met anderen = beperkt
aanpassingsvermogen
- Onwrikbare (onveranderbare) denk en waarnemingspatronen
- Impact op het functioneren (sociale relaties, werk, studie, etc)
- Moeite met zelfreflectie
Ook ingrijpend voor naasten (overbelast of zelf psychische aandoening)
Persoonlijkheidsstoornis vaak problemen op gebied van
- Identiteit (zelfbeeld)
- Zelfsturing (behalen van persoonlijke doelen)
- Verbondenheid en intimiteit (intermenselijke relaties)
Gevolgen voor werk, intieme relaties en andere sociale contacten
Problemen vaak ontstaan in adolescentie + van lange duur
Indeling persoonlijkheidsstoornissen
1) Cluster A: vreemd/excentriek (wantrouwen, sociale terugtrekking,
vreemde denkpatronen)
- Paranoïde-persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
wantrouwen en achterdocht waarbij de motieven van anderen als
kwaadwillend worden geïnterpreteerd
- Schizoïde-persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
afstandelijk in sociale relaties en een beperkt scala van emotionele
uitingen
- Schizotypische-persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
direct gevoeld ongemak in intieme relaties, met vervormingen in het
denken en waarnemen
2) Cluster B: dramatisch emotioneel, labiel (impulsiviteit, instabiele
relaties, emotionele intensiteit, behoefte aan aandacht)
- Antisociale- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
gebrek aan respect voor de rechten van anderen en schending
daarvan
- Borderline- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en emoties
- Histrionische- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
excessieve emotionaliteit en aandacht vragend gedrag
- Narcistische- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
grandiositeit, behoefte aan bewondering en een gebrek aan
empathie
, 3) Cluster C: angstig/bezorgd (angst, besluiteloosheid, perfectionisme)
- Vermijdende- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
sociale geremdheid, gevoelend van tekortschieten en
overgevoeligheid voor een mogelijk negatief oordeel
- Afhankelijke- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
onderdanig en aanklampend gedrag dat samenhangt met een
overmatige behoefte om verzorgd te worden
- Dwangmatige- persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van
gepreoccupeerd bezig zijn met ordelijkheid, perfectionisme en
controle
Beloop verschilt per persoon en per type persoonlijkheidsstoornis
Mogelijke oorzaken en risicofactoren persoonlijkheidsstoornis
- Aangeboren kwetsbaarheid (erfelijke aanleg of vroege ontwikkeling)
- Negatieve levenservaringen
- Lichamelijke mishandeling
- Seksueel en emotioneel misbruik
- Emotionele verwaarlozing
- Onveilige gehechtheid
- Overbescherming
- Gebrekkige opvoeding
- Psychische problemen ouders
- Verlies van ouders door overlijden of echtscheiding
- Pestverleden
- Armoede
Oorzaak niet altijd duidelijken verschilt per persoon
Psychische comorbiditeit: persoonlijkheidsstoornissen gaan vaak gepaard
met andere psychische aandoeningen (depressie, angststoornis,
psychoses, etc)
- Verlaagde levensverwachting ivm met suïcide, slechte lichamelijke
gezondheid, ongezonde levensstijl, chronische stress, bijwerkingen
van medicatie
Adequate behandeling persoonlijkheidsstoornissen
- Psychotherapie (cognitieve gedragstherapie, psychoanalyse, etc)
- Medicatie
- Steunnetwerk
1/3 volledig herstel, 1/3 verbeterd in functioneren, 1/3 chronische
stoornis
, Kennisclip: borderline persoonlijkheidsstoornis en biologisch
risicogedrag
Borderline persoonlijkheidsstoornis: aanhoudend patroon van instabiliteit
in intermenselijke relaties, zelfbeeld en emoties
- Helemaal overgeven aan iemand vs afkeer en boosheid
- Basale vertrouwen is vaak onderontwikkeld (vaak door eigen jeugd)
* Snel aangetrokken tot iemand, maar bij nabijheid ontstaat de
angst dat de ander hen pijn zal doen snel mensen afstoten
gevoelens van eenzaamheid, somberheid en afwijzing
- Impulsief gedrag
- Wisselend en wankel zelfbeeld
- Plotselinge extreme stemmingswisselingen
- Terugkerend suïcidaal gedrag
Behandelvormen borderline persoonlijkheidsstoornis
- Cognitieve gedragstherapie
- Vaardigheden oefenen
- Emotie regulatie therapie
- Schematherapie: helpt om hardnekkige patronen te herkennen die
in de kindertijd zijn ontstaan (leren valkuilen, overtuigingen en
denkpatronen)
- Systeemtherapie: belangrijke naasten betrekken bij de therapie
Doel: gedrag, gedachten en gevoel in juiste banen leiden
Psychische comorbiditeit borderline persoonlijkheidsstoornis
- PTSS
- Depressie
- Eetstoornis
- Aandacht efficiëntie
- Hyperactiviteit stoornis
- Middelgerelateerde verslavingsstoornissen
Biologische en lichamelijke oorzaak, waarbij neurotransmitters een
grote rol spelen
Omgang met hulpverleners
- Boos als de hulpverlener grenzen stelt
* Bij woede of angst soms zichzelf in de huid snijden =
automutilatie
* Woede of angst afreageren op de hulpverlener of omgeving
Hulpverlener dient te zorgen voor een persoonlijke/sociale hygiëne: veel
afstemmen en praten met collega’s + duidelijk zijn, maar niet afwijzen