Proefexamen
MBO Beveiliger 2
Wettelijke kaders
Examen 1.
Bevat het volgende:
- 20 meerkeuzevragen
- Blad met alle antwoorden
, 1. Wat wordt er bedoeld met privaatrecht?
a. Al het recht wat staat beschreven in het burgerlijk wetboek
b. De rechtsverhouding tussen de burgers en de overheid
c. De rechtsverhouding tussen burgers onderling
2. Wat wordt er bedoeld met publieksrecht?
a. Al het recht wat staat beschreven in het burgerlijk wetboek
b. De gemaakte afspraken over de belasting van de kaartjes voor
theatervoorstellingen
c. De rechtsverhouding tussen burgers en de overheid
3. Hoeveel rechtbanken kent Nederland?
a. 10.
b. 11.
c. 12.
4. Bij een strafzaak zijn de volgende personen aanwezig;
a. Rechter, griffier, OvJ, verdachte, advocaat, publiek.
b. Rechter, griffier, HOvJ, verdachte, advocaat, publiek.
c. Rechter, griffier, OvJ, dader, advocaat, publiek.
d. Rechter, griffier, OvJ, verdachte, advocaat, pers, publiek.
5. Welke rechten heb je als verdachte?
a. Recht op een advocaat, recht om te zwijgen, het feit waarop je wordt verdacht
b. Recht op een advocaat, recht om te zwijgen, recht op inzage processtukken
c. Recht op een advocaat, recht op een maaltijd, recht op een rookpauze
d. Recht op een HOvJ, recht op een vergoeding, recht inzage bewijslasten
6. Wie mogen er aanhouden buiten heterdaad?
a. Algemene opsporingsambtenaren, buitengewone opsporingsambtenaren, OvJ en
HOvJ
b. Algemene opsporingsambtenaren, de griffier, OvJ en de HOvJ
c. Buitengewone opsporingsambtenaren, OvJ en HOvJ
d. De officier van justitie
7. Na voorgeleiding zijn er drie mogelijkheden voor de verdachte;
a. In vrijheid gesteld, TBS, in verzekering gesteld
b. In vrijheid gesteld, opgehouden voor onderzoek, TBS
c. In vrijheid gesteld, in verzekering gesteld, voorgeleid aan de HOvJ
d. In vrijheid gesteld, ophouden voor verder onderzoek, in verzekering gesteld