100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Biological Psychology kalat samenvatting druk 10 €5,44
In winkelwagen

Samenvatting

Biological Psychology kalat samenvatting druk 10

4 beoordelingen
 2245 keer bekeken  24 keer verkocht

Samenvatting Biological psychology kalat nti samenvatting uittreksel psychology James Kalat druk 10

Voorbeeld 8 van de 130  pagina's

  • Ja
  • 24 februari 2014
  • 130
  • 2015/2016
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

4  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: melinkeesman • 7 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: willemijnsigtermans • 6 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: rajennajethoe • 7 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: Pedro • 7 jaar geleden

Merci voor de rating

review-writer-avatar

Door: astridvanwijk • 8 jaar geleden

De samenvatting is uitgebreid. Er staan wel veel tik-/taalfouten in.

reply-writer-avatar

Door: Pedro • 7 jaar geleden

Merci voor de rating

avatar-seller
Pedro

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 7 Oefenvragen
Gratis 4 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Hoofdstuk 1. The major issues. Module 1.1 The mind-brain relationship 1. Wat is het verschil tussen een evolutionaire verklaring en een functionele verklaring?

Antwoord: Evolutionaire verklaring legt uit waarom wat uit wat geëvolueerd is (bv. overeenkomsten in uiterlijkheden), functionele verklaring legt uit waarom iets voordelen heeft en daarom evolutionair geselecteerd is.

2.

2. Wat zijn de drie versies van monism?

Antwoord: Materialisme: het standpunt dat alles wat bestaat materiaal is of fysisch. (brain) Mentalisme: het standpunt dat alleen de geest echt bestaat en dat de fysieke wereld alleen in onze verbeelding bestaat. (mind) Identity position: combinatie van bovenstaande; het standpunt dat mentale processen hetzelfde zin als bepaalde hersenprocessen, alleen met andere termen beschreven. (brain and mind are the same thing)

3.

3. Wat betekent “the hard problem”? (moeilijke problemen)

Antwoord: Het moeilijke probleem is de vraag waarom en hoe enige vorm van breinactiviteit geassocieerd wordt met bewustzijn.

4.

4. Waarom verwerpen bijna alle wetenschappers en filosofen het idee van dualisme?

Antwoord: Het dualisme gaat in tegen de wet van energie behoud. Volgens die wet heeft alles wat beïnvloed wordt energie nodig om te kunnen worden beïnvloed. Energie gaat nooit zomaar ‘weg’

Biological Psychology
Samenvatting 10e editie
James W. Kalat
Samenvatting Pieter Houtekamer

Intro:
Biologische psychologen bestuderen de ―dierlijke roots‖ van het gedrag, en leggen verband tussen acties en
ervaringen en genetica en fysiologie. In dit hoofdstuk beschouwen we drie belangrijke onderwerpen en thema‘s:
de relatie tussen geest en hersenen,
de rollen van natuur en opvoeding,
en de ethiek van het onderzoek




1

,H1 – DE GROTE PROBLEMEN
H1.1 De geest-hersen relatie

Biologische psychologie is de studie van de fysiologische, evolutionaire en ontwikkelings mechanismen van
gedrag en ervaring. Het is ongeveer synoniem met de termen biopsychologie, Psychobiologie, fysiologische
psychologie en behavioral neuroscience.

De term biologische psychologie onderstreept dat het doel is om biologie te relateren aan kwesties van
psychologie. Neurowetenschap bevat veel wat relevant is voor gedrag maar ook voor meer in detail over anatomie
en chemie.

Biologische psychologie is niet alleen een studiegebied. Het is ook een standpunt. Het houdt in dat de juiste manier
om gedrag te begrijpen ligt in hoe het zich ontwikkeld heft en hoe de functie van de hersenen en andere organen
gedrag bepalen.
Wij denken en handelen zoals we doen omdat we bepaalde hersenen mechanismen hebben, en deze hersenen
mechanismen zijn geëvolueerd omdat oude dieren met deze mechanismen beter overleefden en zich
reproduceerden dan dieren met andere mechanismen.

Dus: Bio psychologie is niet alleen een studieveld, het is ook een gezichtspunt. Het stelt dat de juiste wijze om
gedrag te begrijpen ligt in termen als hoe het is ontstaan, hoe het brein functioneert en dit, het brein en andere
organen gedrag bepalen.

Veel van biologische psychologie gaat over hersenfuncties.
 Hersenen van bovenaf gezien: Dorsaal
 Hersenen van onderaf gezien: ventraal

Er bestaan diverse hersengedeeltes.
Microscopisch gezien bestaan er twee soorten celen:
 Neuronen. Zenden boodschappen van de een naar de ander en naar spieren. Ze variëren in
grootte vorm en functie.
 Glia. Glia is kleiner dan neuronen, hebben veel functies die ondersteunen maar vervoeren geen
boodschappen over grote afstanden.

Biologische psychologie is gerelateerd aan kosmologie. Daarin wordt gevraagd waarom het universum bestaat.
Waarom is er iets in plaats van niets? En als er iets is, waarom is het dan specifiek dit?
Bio psychologen vragen: Gegeven de existentie van het universum, bestaande uit energie, waarom is er zo iets als
bewustzijn? Is het noodzakelijk of is het per ongeluk? Heeft het een functie? Hoe wordt een brein bewust?

Biologische verklaringen gedrag
Vier categorieën van biologische verklaringen:

1) Fysiologische verklaring: relateert gedrag met hersenactiviteiten en andere organen, Het gaat om de
machinerie van het lichaam.
2) Ontogenetische verklaring: beschrijft de ontwikkeling van een structuur of een gedrag, bijvoorbeeld de
invloed van genen, voeding, ervaring en hun interacties die tot gedrag leiden
3) Evolutionaire verklaring: reconstructie van de historie van een structuur of een gedrag, bijvoorbeeld de
neiging om vacht op te zetten is de verklaring van kippenvel
4) Functionele verklaring: beschrijft waarom een structuur of gedrag zo geëvolueerd is, zoals camouflage
tegen gevaarlijke dieren, bijvoorbeeld genetic drift waarbij een gen toevallig verspreid is binnen een kleine groep.
Het kan zo zijn dat een gen wat vroeger functioneel was, dat nu niet meer is.

Voorbeeld functionele verklaring
Een voorbeeld van een functionele verklaring is dat, veel soorten hebben een uiterlijk hebben dat overeenkomt met
de achtergrond He.t uiterlijk maakt het dier onopvallend aan roofdieren. Sommige soorten gebruiken hun gedrag
als deel van de camouflage. Bijvoorbeeld, zone-tailed haviken, die in Mexico en delen van het zuidwesten van de
Verenigde Staten wonen, vliegen onder gieren en houden hun vleugels houden in dezelfde houding als gieren.
Kleine zoogdieren en vogels slaan op de vlucht als ze een havik zien, maar ze leren om gieren, die geen bedreiging
is voor een gezond dier, te negeren. Omdat de zone-tailed haviken lijken go gieren in zowel uiterlijk en vlieg
gedrag, negeren hun prooi hen, waardoor de haviken gemakkelijke maaltijden hebben(WS Clark, 2004).

Uitleg Voorbeeld Van vogelzang

Waarom fluiten vogels?
 Fysiologische verklaring:
Het fluiten van een vogel hangt af van 2 delen van de hersenen, de nucleus caudalus en de
nucleus robustus. De grootte van deze hersendelen hangt af van de mate van testosteron, bij
2

, mannen hoger dan bij vrouwen. Als de maat van de delen groot genoeg is gaan ze fluiten.
 Ontogenetische verklaring:
Een vogel moet een voorbeeld horen en gaat het dan kopiëren. Het kan ook leren van een
bandopname maar dat alleen in de gevoelige periode.
 Evolutionaire verklaring:
Door natuurlijke selectie, elke soort ontwikkelt aanpassingen die hen scheidt van andere soorten.
Sommige liedjes lijken van vogels op elkaar. Je zou kunnen zeggen dat ze van elkaar afstammen
van een zelfde voorvader.
 Functionele verklaring:
Als een soort genen heeft om gedurende een bepaalde periode te zingen dan heeft de natuur hem
redenen gegeven om dan te zingen en op die manier dat de vogel het doet. Het fluiten van een
vogel heeft 2 functies:
o Aantrekken van vrouwtjes voor de voortplanting
o Aan andere mannetjes doorgeven dat dat zijn territorium is en dat hij het verdedigt.

Stop en check
 Wat is het verschil tussen een evolutionaire verklaring en een functionele verklaring?
De evolutionaire verklaring legt uit hoe iets geëvolueerd is (bv. overeenkomsten in
uiterlijkheden).
 De functionele verklaring legt uit waarom iets voordelen heeft en daarom evolutionair
geselecteerd is.


De hersenen en bewuste ervaring
Veel wetenschappers hebben het lichaam-geest of geest-brein probleem aangegeven als: Wat is de relatie tussen de
geest en het brein. De meeste ruime kijk onder de niet wetenschappers is zonder twijfel het dualisme: Het geloof
dat de geest en het brein 2 andere soorten substanties zijn ( door substantie en fysieke substantie) die onafhankelijk
van elkaar bestaan.

Problem of the other minds
Lichaam-geest of geest-hersen probleem: wat is de relatie tussen de hersenen en de geest? Het meest
wijdverspreide idee is het dualisme. Ook heb je het monisme.

Dualisme:
geloof dat de geest en lichaam twee verschillende substanties zijn, mentale en fysieke substantie, die onafhankelijk
van elkaar bestaan. Rene Descartes stond hierachter en verdedigde dualisme.
Waarom klopt het dualisme niet?
Dualisme klopt niet want het staat haaks op de wet van energie behoud.

Monisme
Monisme: geloof dat het universum alleen uit een substantie bestaat, monisme kan worden onderscheden in drie
soorten:
3 soorten monisme:
 Materialisme: geloof dat alles uit materie of fysica bestaat
 Mentalisme: geloof dat alleen de geest bestaat, de fysieke wereld bestaat alleen als een geest het
kan waarnemen
 Identiteitspositie: geloof dat mentale processen hetzelfde zijn als bepaalde hersenactiviteiten,
maar beschreven in andere termen. Identiteitspositie zegt niet dat ‘de geest het brein is’ Het zegt
Geest is breinactiviteit.

Stop en check
2. Waarom verwerpen bijna alle wetenschappers en filosofen het idee van dualisme?
Het dualisme gaat in tegen de wet van energie behoud. Volgens die wet heeft alles wat beïnvloed wordt energie
nodig om te kunnen worden beïnvloed. Energie gaat nooit zomaar ‗weg‘.

Bewustzijn is niet echt een goed concept. Waarom?
Omdat bewustzijn niet te observeren valt. Niemand weet of weet zeker of een ander bewustzijn heeft.
Het probleem van wel of niet te weten of een ander bewustzijn heeft staat bekend als ‗the problem of other minds‘.

Solipsisme: ik besta alleen en ben bewust, de rest bestaat niet en zijn robots.

Problem of the other minds.
Probleem van andere geesten is het niet weten of andere mensen of dieren bewuste ervaringen hebben
David Chalmers beweert in deze discussie van bewustzijn dat er twee problemen zijn:
3

,1) Makkelijke problemen: fenomenen van ons bewustzijn, zoals verschil tussen wakker zijn en slapen
2) Moeilijke problemen: waarom en hoe een bepaalde hersenactiviteit geassocieerd is met bewustzijn

Volgens de identiteispositie standpunt veroorzaakt breinactiviteit niet bewustzijn. Ook niet bewustzijn
hersenactiviteit. Het is het zelfde.

Carriere mogelijkheden
De mogelijkeheden binnen biopsychologie vallen uiteen in twee richtingen:
Research en therapie

Research
Hiervor is een Phd nodig. Een master of bachlor doet het niet vaak, zo wel niet als leidinggevende. Veel geven ook
les in combinatie met onderzoek.

Therapie.
Klinische pychologie
School psycholoog
Fysiologische psychologie
Maar ook neurologie
Hersen onderzoek

Onderzoek velden
onderzoeksposities vereisen een PhD. onderzoekers zijn in dienst van universiteiten, ziekenhuizen, farmaceutische bedrijven en
onderzoeksinstellingen.

Neurowetenschapper bestudeert de anatomie, biochemie en fysiologie van het zenuwstelsel. (Deze brede term omvat een van de
volgende vijf, evenals andere specialiteiten niet vermeld.)
Gedragsmatige neurowetenschapper (bijna synoniemen: psychobioloog, biopsychologist of fysiologische psycholoog).
Onderzoekt hoe functioneren van de hersenen en andere organen gedrag beïnvloedt.

Cognitief neurowetenschapper gebruik hersenonderzoek, zoals scans van de hersenen anatomie of activiteit, te analyseren en te
ontdekken mensen de kennis, denken en problemen op te lossen.

Neuropsycholoog voert gedrags tests om te bepalen van de capaciteiten en een handicap van mensen met verschillende soorten
schade aan de hersenen en veranderingen in hun toestand na verloop van tijd. Meeste neuropsychologen hebben een mengsel
van psychologische en medische opleiding; ze werken in ziekenhuizen en klinieken.

Psychophysiologist maatregelen hartslag, ademhaling tarief, hersenen golven, en andere lichaamsprocessen en hoe ze
verschillen van de ene persoon naar een andere of een situatie naar de andere.

Neurochemist onderzoekt de chemische reacties in de hersenen.

Vergelijkende psycholoog (bijna synoniemen: etholoog, dier behaviorist) vergelijkt het gedrag van diff verschillende soorten en
probeert te koppelen aan hun habitats en manieren van leven.

Evolutionaire psycholoog (bijna synoniem: sociobiologist) heeft betrekking op gedragingen, met name sociale gedrag, met
inbegrip van die van de mens, op de functies die zij hebben gediend en, derhalve, de vermoedelijke selectieve druk die
veroorzaakt kunnen evolueren.

Beoefenaar velden van Psychologie
In meeste gevallen, hun werk is niet direct gerelateerd aan neurowetenschappen. Beoefenaars moeten echter vaak om het
genoeg om te communiceren met een client arts te begrijpen.

Klinisch psycholoog vereist PhD of PsyD. Werkzaam bij ziekenhuis, kliniek, prive-praktijk of college. Helpt mensen met
emotionele problemen.

Counseling psycholoog vereist PhD of PsyD. Werkzaam bij ziekenhuis, kliniek, prive-praktijk of college. Helpt mensen maken
onderwijs, beroepsopleiding, en andere beslissingen.

School psycholoog vereist master's degree of PhD. De meeste zijn in dienst van een schoolsysteem. Identifi es educatieve
behoeften van schoolkinderen, bedenkt een plan om te voldoen aan de behoeften en vervolgens helpt leerkrachten uit te voeren.

Medische geneeskunde beoefenen van velden
vereist een MD plus ongeveer 4 jaar van aanvullende studie en de praktijk in een specialisatie. Artsen zijn tewerkgesteld door
medische scholen, ziekenhuizen, klinieken en in prive-praktijk. Sommige onderzoek doen naast het zien van patiënten.

Neuroloog behandelt mensen met schade aan de hersenen of aandoeningen van de hersenen.

Neurochirurg voert hersenchirurgie uit.

Psychiater helpt mensen met emotionele nood of storend gedrag, soms met behulp van drugs of andere medische procedures.


Geallieerde medische velden 4

,deze velden worden gewoonlijk een master's degree of meer vereisen. Beoefenaars zijn in dienst van ziekenhuizen, klinieken,
prive-praktijk en medische scholen.

Fysieke therapeut biedt oefening en andere behandelingen om te helpen mensen met spier of zenuw problemen, pijn, of iets
anders dat verkeer belemmert.

Bezigheidstherapeut helpt mensen verbeteren hun vermogen voor het uitvoeren van functies van het dagelijks leven,
bijvoorbeeld na een beroerte.

Maatschappelijk werker helpt mensen omgaan met de persoonlijke en gezinssituatie.



H1.2 Genetica van gedrag
Alles hangt af van je genen en je oomgeving. Een mooir voorbeeld is de gezichtuitdrukking. Blind geboren mensen
hebben de zelfde uitdrukkingen van blijdschap ed. Dit suggereerd genetische invloeden.

Mendeliaanse genetica
Mendel heft aangetoond dat overerving plaatsvindt via genen, erfelijkheids-eenheden die hun structurele identiteit
behouden van de ene generatie naar de andere.
Als een regel komen genen in paren omdat ze zijn uitgelijnd langs chromosomen (strengen van genen), die ook in
paren komen. (Als een uitzondering op deze regel heeft een mannelijke zoogdier een X en Y chromosomen met
verschillende ongepaarde genen) Klassiek werd een gen gedefinieerd als een gedeelte van een chromosoom, die is
samengesteld uit de double-stranded molecuul deoxyribonucleic acid (DNA). Maar het ligt complexer.

Soms overlappen verschillende genen een stuk van chromosoom.
Een genetische resultaat is soms afhankelijk van delen van twee of meer chromosomen. In veel gevallen verandert
deel van een chromosoom codes voor geen proteïne van haar eigen, maar het de expressie van genen elders.

Een bundel van DNA fungeert als een sjabloon (model) voor de synthese van RNA acid (RNA) moleculen. RNA is
een single-onderdeel chemische stof. Één type van RNA molecuul fungeert als een sjabloon voor de synthese van
eiwitmolecules. Figuur 1.7 vindt u een overzicht van de belangrijkste stappen in het vertalen van informatie uit
DNA door RNA in eiwitten, die vervolgens de ontwikkeling van het organisme bepalen. Sommige eiwitten vormen
onderdeel van de structuur van het lichaam. Anderen dienen als enzymen, biologische katalysatoren die chemische
reacties in het lichaam regelen.


Genen: erfelijkheid behouden in een structuur over de generaties heen
Chromosomen: genen bestaan uit een paar chromosomen
DNA: vormt de compositie van de chromosomen en synthetiseert RNA moleculen en die synthetiseert weer eiwit
moleculen, deze eiwitten vormen de structuur van je lichaam of als enzymen die als katalysator functioneren om
chemische reacties te reguleren in je lichaam
Homozygoot: identieke paar genen op de twee chromosomen
Heterozygoot: niet identieke paar genen
Dominante gen: sterk effect in zowel homozygote als heterozygote genen
Recessieve gen: alleen een effect in de homozygote conditie


Seksegerelateerde en seksegelimiteerde genen
Seksegerelateerde genen: genen gelokaliseerd op de seksehormonen, de X chromosoom
Autosomale genen: zo heten alle andere chromosomen
Mannen zijn XY en vrouwen XX op de seksehormonen
Seksegelimiteerde genen: aanwezig in beide sekse, maar hebben effect exclusief voor de sekse, zoals borstgroei
voor vrouwen en borsthaar bij mannen, komen voor op elke chromosoom, maar worden geactiveerd door
seksehormonen


Erfelijkheid en omgeving
Monozygotisch: identieke tweelingen, een-eiig
Dizygotisch: niet-identieke tweelingen, twee-eiig

Mogelijke complicaties
Multiplier effect:
als genetische of prenatale invloeden een kleine verhoging in bepaalde activiteit produceren, dan zal de vroege
neiging de omgeving veranderen op een manier dat het de neiging uitvergroot (ofwel genen worden gefaciliteerd
door de omgeving)
Zoals je hoge lengte, waardoor je aanleg hebt voor basketbal, daarbij wordt je aangemoedigd en ga je meer trainen
en coachen. De genetische basis wordt dus uitvergroot door de omgeving
Omgeving modificatie
5

,PKU:
genetische onmogelijkheid om de aminozuur phenylalanine te metaboliseren, mentale retardatie gevolg
PKU is vaak dominant aangeboren, maar door de omgeving, een dieet bijvoorbeeld, kun je dit tegengaan en
betekent dus dat erfelijkheid niet betekent dat het niet modificeerbaar is

Hoe genen gedrag beïnvloeden
Genen zijn niet de oorzaak van gedrag, maar genen zorgen voor een verandering in bijvoorbeeld eiwitproductie die
weer leidt tot een lelijk gezicht waardoor mensen je stommer kunnen vinden waardoor jij weer agressiever wordt

De evolutie van gedrag
De kwestie van hoe soorten evolueren is een kwestie van hoe het proces werkt, en dat proces is, in de fundamentele
omtrek, een logische noodzaak. Gegeven wat we nu weten over reproductive MOET evolutie wel plaatsvinden.

De redenering gaat als volgt:
■ nageslacht in het algemeen lijken op hun ouders om genetische redenen.
■ Mutaties van genen introduceren af en toe nieuwe erfelijke varianten die helpen of schade toebrengen aan
iemands kans van overleven en zich te reproduceren.
■ Bepaalde individuen reproduceren zich met succes meer dan anderen, dus het doorgeven van hun genen aan de
volgende generatie.

Elk gen geaccocieerd met reproductief success zal sterker worden in komende generaties. Dat wil zeggen dat de
huidige generatie van elk soort lijkt op de personen die met succes gereproduceerd zijn in het verleden.


Door reproductie moet er volgens de evolutie:
1) De nakomelingen genetisch op de ouders lijken
2) Mutaties van genen zorgen voor nieuwe erfelijke variaties die een individu helpen in de overleving
3) Genen doorgeven door meer succesvolle reproducties naar volgende generaties

Op deze principes is artificiële selectie en broeden ontstaan (darwin natuurlijke selectie)




Misvattingen over de evolutie
LaMarck‘s evolutie: giraffen strekken hun nek zo ver uit naar de bladeren, waardoor de volgende generaties een
langere nek zullen krijgen.


1) Het gebruiken of falen van bepaalde lichaamstructuren leidt niet tot een verandering in genen (dit kan wel
door mutaties komen van mensen die voordelen hadden ermee)
2) Mensen zijn niet gestopt met evolueren
3) Evolutie betekent niet per se verbetering maar eerder fitheid van de populatie, ofwel het aantal kopieën
van iemands genen die naar de volgende generatie doorstaan
4) Evolutie is goed voor je genen, want de genen gebruiken jou om hun zelf te reproduceren


Evolutionaire psychologie
Evolutionaire psychologie: hoe gedrag is geëvolueerd, vooral sociaal gedrag, functionele en evolutionaire
verklaringen zoeken dus
Altruïstisch gedrag: een actie om een ander te helpen en niet jezelf
Reden hiervoor kan zijn groepsselectie, altruïstische groepen overleven meer dan coöperatieve groepen
Voornaamste reden is reciprocale altruïsme: een dier helpen omdat die jou weer zal helpen
Andere reden is kin selectie: selectie voor een gen omdat het voordelen voor de gerelateerde grootouders heeft




6

,H1.3 HET GEBRUIK VAN DIEREN IN ONDERZOEK
Redenen voor dier onderzoek

1) De onderliggende mechanismen van gedrag lijken op die van dieren en zijn soms makkelijker te
onderzoeken in niet-menselijke soorten
2) We zijn geïnteresseerd in dieren
3) Wat we leren over dieren brengt informatie over de menselijke evolutie
4) Bepaalde experimenten kunnen niet op mensen worden toegepast doordat ze onethisch zijn


Het ethische debat
 Minimalisten: tolereren dieronderzoek onder bepaalde condities, afhankelijk van
onderzoekswaarde
 Abolitionisten: geen ruimte voor compromis, mensen hebben zelfde rechten als dieren


Compromis in dieronderzoek
De drie R‘s:

 Reduction in aantal proefdieren,
 Replacement van dieren voor computers,
 Refinement van het experiment voor minder leed en pijn bij dieren




7

, H2 – ZENUWCELLEN EN ZENUWIMPULSEN
H2.1 DE CELLEN VAN HET ZENUWSTELSEL
Anatomie van neuronen en glia
Zenuwstelsel bestaat uit twee soorten cellen:
 Neuronen: ontvangen informatie en transporteren die informatie naar andere cellen
 Glia: ondersteunende en regulerende functies

Er zijn 100 biljoen neuronen in je hersenen (15 in cerebrale cortex, 70 in cerebellum, 1 in ruggegraat)
Witte stof in de hersenen voor informatie transmissie (axon) en grijze stof voor informatieverwerking

(neuronen en glia)

Structuur van een dierlijke cel
 Membraam: rand van de cel die de binnenkant van de cel gescheiden houd van de buitenkant,
bestaande uit twee vetlagen, met grote eiwitten ertussen en zijn vrij zich te bewegen yen
opzichte van elkaar. De meeste Chemicaliën kunnen niet langs de Membraam behalve specifieke
proteïne kanalen die gecontroleerd water, zuurstof, sodium, potassium, calsium, chloride of
anderen doorlaten.
 Eiwit kanalen: alleen sommige chemicaliën kunnen de membraam in zoals kalium en sodium
 Nucleus: kernstructuur met de chromosomen van DNA
 Mitochondrion: structuur die metabolische activiteiten onderneemt om energie aan de cel te
geven die vervolgens weer activiteiten kan verrichten (brandstof en zuurstof nodig om te
functioneren)
 Ribosomen: kanten waar de cel nieuwe eiwitten synthetiseert, functioneert als bouwmateriaal
sommige ribosomen zweven vrij rond in de cel en anderen zitten vast aan de endoplasmastisch
reticulum; een netwerk van dunne buisjes die nieuwe eiwitten transporteert naar andere locaties


Structuur van een neuron
 Neuronen hebben ook een nucleus, membraam, mitochondria en ribosomen, maar onderscheiden
zich vooral door hun grote
 Grote neuronen hebben dendrieten, een cellichaam, een axon en presynaptische terminals
 Motor neuron: cellichaam bevindt zich in de ruggengraat, ontvangt excitatie van andere
neuronen door de dendrieten en stuur impulsen langs de axon naar spieren
 Sensorische neuron: gespecialiseert aan de ene kant om heel sensitief te zijn voor een bepaalde
type stimulatie, zoals tastinformatie van de huid, soma bevind zich los van de axontak

Stop en check
1. Hoe worden de vele vertakte structuren van een neuron genoemd?
En hoe heet de lange dunne structuur die informatie naar een andere cel bevat?
1. De wijd vertakkende structuren van een neuron heten dendrites, en de lange dunne structuur die informatie naar
een andere cel draagt heet een axon

 Dendrieten: takken van neuronen met gespecialiseerde synaptische receptoren, waarin de
dendriet informatie ontvangt van andere neuronen
 Dendriet spines: hoe meer dendrieten, hoe meer informatie het kan ontvangen, dendriet spines
zijn kleine vertakkingen die de oppervlakte vergroten voor een hogere toegang van de synapsen
 Cellichaam (soma): bevat een nucleus, ribosomen, mitochondria, etc. vooral voor metabolisch
werk!
 Axon: informatie zender van de neuron, die een impuls stuurt andere neuronen of spieren
 Myeline schede: dit zit om de axonen heen, met interrupties genaamd knoop van Ranvier
 Presynaptische terminal: een axon heeft veel uiteinden die eindigen in een presynaptische
terminal om chemicaliën te verspreiden naar de volgende neuron
 Neuron heeft meerdere dendrieten, maar alleen één axon met een aantal vertakkingen




 Afferente axon: brengt informatie in de structuur, zoals alle sensorische neuronen afferent zijn
van de rest van de zenuwstelsel
 Efferente axon: brengt informatie uit de structuur, zoals alle motor neuronen efferent zijn van de 8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Pedro. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,44  24x  verkocht
  • (4)
In winkelwagen
Toegevoegd