100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Verplichte arresten Strafrecht 3 2020/2021 €4,49
In winkelwagen

Arresten

Verplichte arresten Strafrecht 3 2020/2021

1 beoordeling
 186 keer bekeken  21 keer verkocht

Uitwerking van alle verplichte arresten voor het vak Strafrecht 3, up-to-date bijgewerkt voor 2020/2021

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 43  pagina's

  • 21 april 2020
  • 21 april 2020
  • 43
  • 2019/2020
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (101)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: RamonavW • 4 jaar geleden

avatar-seller
hetgestolenkind
Verplichte arresten Strafrecht 3 2019/2020

Rijksuniversiteit Groningen

,Inhoud
Week 1: Inleiding tot strafvordering; het voorbereidend onderzoek ....................................................... 4
Dronken boer (HR 05-09-1995, NJ 1996, 23) .................................................................................. 4
Özturk t. Duitsland (EHRM 21-02-1984, AA 1985, 145) ............................................................... 5
Kruslin/Huvig t. Frankrijk (EHRM 24-04-1990, NJ 1991, 523) ................................................... 6
Saunders v. United Kingdom (EHRM 17-12-1996, Case 175/78).................................................. 7
Hollende kleurling (Hof Amsterdam 03-06-1977, NJ 1978, 601) .................................................. 8
Rennende reputatie (HR 05-06-1990, NJ 1991, 11) ........................................................................ 9
Weigerachtige zwartrijder (HR 17-12-2002, NJ 2003, 178)........................................................... 9
Week 2: De procesdeelnemers; het voorarrest ...................................................................................... 10
Hauschildt tegen Denemarken (EHRM 24-05-1989, NJ 1990, 627) ............................................ 10
Deweer tegen België (EHRM 27-02-1980, NJ 1980, 561) ............................................................. 10
Sepotmededeling en vertrouwensbeginsel (HR 18-02-1997, NJ 1997, 484) ................................ 10
Saunders v. United Kingdom (EHRM 17-12-1996, Case 175/78)................................................ 10
Het spook van de Vrouwenpolder (HR 25-06-1996, NJ 1996, 714) ............................................. 11
Half gemachtigde raadsman (HR 08-04-2003, NJ 2003, 723) ...................................................... 12
Spreekrecht en bewijsrecht (HR 11-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2359) ............................. 12
Belang van het onderzoek (HR 31-10-2000, NJ 2001, 239) .......................................................... 13
Brogan e.a. t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 29-11-1998, NJ 1989/815)..................................... 14
Buzadji tegen Moldavie (EHRM 5 juli 2016, appl. nr. 23755/07) ............................................... 15
Week 3: Dagvaarding & tenlastelegging; het onderzoek ter terechtzitting ........................................... 16
Colozza tegen Italië (EHRM 12-02-1985, NJ 1986, 685) .............................................................. 16
De Salvador Torres tegen Spanje (EHRM 24-10-1996, NJ 1998, 294) ....................................... 16
Pélissier en Sassi tegen Frankrijk (EHRM 25 maart 1999) ......................................................... 17
Saïdi tegen Frankrijk (EHRM 20-09-1993, NJ 1994, 358)........................................................... 17
Ambtshalve oproeping (HR 06-06-2006, NJ 2006, 333) ............................................................... 18
Half gemachtigde raadsman (HR 08-04-2003, NJ 2003, 723) ...................................................... 18
Horen getuigen (HR 01-07-2014, NJ 2014, 441)............................................................................ 19
Dev Sol (HR 07-05-1996, NJ 1996, 687) ......................................................................................... 21
Amsterdams experiment I (HR 27-05-1995, NJ 1996, 126) ......................................................... 22
Rotterdamse Hennepkweker (HR 10-06-2003, NJ 2003, 633) ..................................................... 23
Week 4: Het wettelijk bewijsstelsel ...................................................................................................... 24
Hupje in de loop (HR 29-08-2006, NJ 2007, 134).......................................................................... 24
Spreekrecht en bewijsrecht (HR 11-10-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR2359) ............................. 24
Inschakelen deskundigen door verdediging (HR 12-07-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8821) ... 25
Unus Testis (HR 06-03-2012, NJ 2012/252) ................................................................................... 25

, Ambtshalve oproeping (HR 06-06-2006, NJ 2006, 333) ............................................................... 26
Al-Khawaja en Tahery t. Verenigd Koninkrijk (EHRM 15-12-2011) ........................................ 27
Post-Vidgen (uitoefening ondervragingsrecht) (HR 29-01-2013, NJ 2013, 145) ........................ 28
Niet om een leugentje verlegen (HR 06-05-1986, NJ 1987, 60) .................................................... 29
A.C.A.B (HR 11-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0291) .............................................................. 31
Week 5: Bewijsuitsluiting ..................................................................................................................... 32
Khan tegen Verenigd Koninkrijk (EHRM 12-05-2000, NJ 2002, 180) ....................................... 32
Allan tegen Verenigd Koninkrijk (EHRM 05-11-2002, NJ 2004, 262) ....................................... 32
De loze hashpijp (HR 30-03-2004, NJ 2004, 376) .......................................................................... 33
Criteria voor toepassing bewijsuitsluiting ex 359a Sv (HR 19-02-2013, NJ 2013, 308)............. 35
Teixeira de Castro tegen Portugal (EHRM 09-06-1998, NJ 2001, 471) ...................................... 36
Redelijke termijnen in Nederland (HR 17-06-2008, NJ 2008, 358)............................................. 36
Hoge Raad 20 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:368 .................................................................... 37
Twee pistolen (HR 25-06-2002, NJ 2002, 625) .............................................................................. 38
Week 6: Het vonnis en motiveringskwesties......................................................................................... 39
Zoon tegen Nederland (EHRM 07-12-2000, NJ 2001, 558).......................................................... 39
Onderbouwd standpunt en responsieplicht (HR 11-04-2006, NJ 2006, 393) ............................. 39
Blind in de gevangenis (HR 26-12-2002, ECLI:NL:HR2002:AE8903) ....................................... 40
Pakezel (HR 29-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2745) ............................................................... 40
Vrijheid voor de feitenrechter (HR 23-03-2010, ECLI:NL:HR:2010:BK9252) ........................ 41
Jagen (HR 30-05-2000, NJ 2000, 522) ............................................................................................ 42
Straatroof of geintje (HR 24 maart 2009, NJ 2009, 171).............................................................. 43

,Week 1: Inleiding tot strafvordering; het voorbereidend onderzoek
Dronken boer (HR 05-09-1995, NJ 1996, 23)
Casus
Verdachte, Michel D. was met zijn broer Francois en een vriend van zijn broer, genaamd Oscar,
onderweg naar Maastricht vanuit een discotheek in Bilzen. Het was omstreeks 02:45 toen Michel
rechtsaf wilde slaan en in een black-out een reclamebord ramde met de auto van zijn moeder. Michel
had op dat moment nog geen rijbewijs, maar had slechts een paar rijlessen gehad. Na de aanrijding,
besloten ze door te rijden en stelde Francois zich aansprakelijk voor de schade, om te voorkomend dat
Michel gepakt zou worden voor rijden zonder rijbewijs. Bij de veroordeling stelde Francois onder
invloed te hebben gereden en het bord te hebben geramd.

Kunnen verdachten zich in casu nog beroepen op een herziening van de zaak, nu ze de agenten en de
rechter in beginsel hebben voorgelogen?

Hoge Raad
De Hoge Raad stelde dat aanvrager succesvol een beroep heeft gedaan op herziening en Michel
zodoende heeft veroordeeld tot het handelen in strijd met artikel 20 lid 1, aanhef en onder a jo. artikel
26 lid 2, aanhef en onder a Wegenverkeerswet. Tevens is hij veroordeeld tot twee weken
gevangenisstraf en een rijontzegging van 12 maanden. Het beginsel van bestraffing van de schuldigen
en het voorkomen van bestraffing van onschuldigen weegt dusdanig zwaar dat de aanvrager succesvol
een beroep heeft kunnen doen op de herziening van de zaak.

,Özturk t. Duitsland (EHRM 21-02-1984, AA 1985, 145)
Relevante artikelen
Art. 6 EVRM

Rechtsvraag
Wanneer is er sprake van criminal charge in de zin van art. 6 EVRM en wat zijn de gevolgen hiervan?

Casus
Özturk, een in Duitsland woonachtige Turk, rijdt met zijn auto tegen een geparkeerde auto aan en
veroorzaakt een schade van ongeveer 5000 DM. Hij maakte gebruik van zijn recht om te zwijgen en
om een advocaat te raadplegen en deed geen afstand van het recht op een openbare behandeling door
een rechter. Ook tekende hij bezwaar aan tegen een administratieve boete van 60 DM voor het maken
van een verkeersovertreding.

Het Amtsgericht bepaalde dat hij alle proceskosten diende te betalen, inclusief het salaris van de tolk
van 63,90 DM. Tegen dit laatste ging hij in beroep. Volgens Özturk was de verplichting om zelf de
kosten te betalen in strijd met art 6 lid 3 sub e EVRM.

Hof
Criteria bij de beantwoording van deze vraag:
1. Behoort het vergrijp volgens het nationale recht tot het strafrecht? In Duitsland zijn vergrijpen
als deze uit het strafrecht gehaald en worden afgedaan met een administratieve boete. Er is
echter geen scherpe scheidslijn tussen het strafrecht en Ordnungswidrigkeiten, mede omdat in
beide gebieden deels dezelfde procedure wordt gebruikt.
2. Wat is het karakter van het vergrijp? Dit criterium weegt zwaarder dan het criterium onder 1).
Volgens art. 6 EVRM behoren overtredingen die worden bedreigd met sancties die
afschrikking beogen tot het strafrecht. In dit geval heeft een administratieve boete een punitief
karakter.
3. Wat is de aard en de zwaarte van de sanctie? De relatieve lichtheid van de sanctie kan een
strafbaar feit zijn inherente karakter echter niet ontnemen.

Het Hof is van oordeel dat art. 6 lid 3 onder EVRM van toepassing is en dat het recht op kosteloze
bijstand door een tolk is geschonden.

, Kruslin/Huvig t. Frankrijk (EHRM 24-04-1990, NJ 1991, 523)
Onderwerp
Rechtmatigheid van het gebruik van een telefoontap: art. 8 EVRM

Casus
Het gaat over het afluisteren van telefoongesprekken in Frankrijk. In de Kruslin-zaak werden de
telefoongesprekken van een verdachte (Terrieux) afgeluisterd door de gendarmerie van Toulouse in
verband met een moord. In die periode maakte Kruslin gebruik van die telefoon en ontdekte de politie
dat Kruslin betrokken was bij een andere moord. Op basis van die afgetapte en opgenomen
telefoongesprekken werd Kruslin gearresteerd en veroordeeld. In de Huvig-zaak werd het echtpaar
Huvig verdacht van fiscale fraude. Van de afgeluisterde gesprekken werd een proces-verbaal
opgemaakt die uiteindelijk niet bijdroeg tot het bewijs.

Rechtsvraag
Is hier sprake van een schending van art. 8 EVRM door het gebruik van een telefoontap, ofwel is
voldaan aan de (hogere) eisen die worden gesteld aan de regelgeving omtrent het afluisteren van
telefoons?

Rechtsgang
Kruslin beroept zich op schending van art. 8 EVRM, stellende dat een inmenging in iemands privé-
leven bij wet moet zijn voorzien en dat die wet voldoende duidelijk moet zijn om burgers een indicatie
te geven op welke voorwaarden en in welke omstandigheden autoriteiten gemachtigd zijn
telefoongesprekken af te luisteren, en dat dat hier niet het geval is. Ook Huvig beroept zich op art. 8
EVRM.

Het EHRM is van oordeel dat er sprake is van een schending van art. 8 EVRM. Bij een inbreuk op dat
recht moet worden voldaan aan de eisen in het tweede lid van dat artikel: voorzien bij wet,
noodzakelijk in een democratische samenleving en het dient één van de doelen genoemd in dat lid. De
eis ‘voorzien bij wet’ valt uiteen in vier subeisen: de inbreuk moet een basis in de wet hebben, die
bepaling moet voorzienbaar en voldoende toegankelijk zijn, en het moet in overeenstemming zijn met
de ‘rule of law’, een soort restcategorie.
Het Hof vond dat de Franse wetgeving niet voldoende voorzienbaar was, omdat:
- De regelgeving niet aangaf welke personen konden worden afgeluisterd
- Niet werd geregeld t.a.v. welke delicten afgeluisterd mocht worden
- De rechter door de regels niet verplicht werd de duur van de periode waarin mocht worden
afgeluisterd te begrenzen
- Regels voor het opmaken van een proces-verbaal van afgeluisterde gesprekken ontbraken
- Er niets was geregeld over het ter beschikking stellen van opgenomen telefoongesprekken aan
de rechter of de verdediging
- Er niets was geregeld met betrekking tot de vernietiging van opgenomen materiaal
Het gebruik van de telefoontap was onrechtmatig.

Conclusie
Het aftappen van telefoongesprekken is een inmenging in het recht op eerbiediging van privéleven en
correspondentie. Deze inmenging moet bij de wet zijn voorzien. Dit houdt in dat de wet toegankelijk
en voorzienbaar moet zijn. Qua voorzienbaarheid ziet het Franse recht tekort. Kruslin kreeg niet het
minimum aan bescherming zoals dat is vereist onder het rule of law beginsel in een democratische
rechtsorde. Ook bij Huvig was er sprake van een schending van art. 8 EVRM, ondanks het feit dat hij
geen schade heeft geleden (de telefoontap-materiaal werd niet als basis voor de vervolging gebruikt).

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hetgestolenkind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 59063 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  21x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd