100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Verplichte arresten Strafrecht 1 2019/2020 €3,49   In winkelwagen

Arresten

Verplichte arresten Strafrecht 1 2019/2020

2 beoordelingen
 81 keer bekeken  4 keer verkocht

Uitwerking van alle verplichte arresten van Strafrecht 1. Helemaal up-to-date bijgewerkt voor 2019/2020

Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 20  pagina's

  • 21 april 2020
  • 21 april 2020
  • 20
  • 2019/2020
  • Arresten
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (52)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: nitishvaza • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mirthenuwolt • 4 jaar geleden

avatar-seller
hetgestolenkind
Verplichte arresten Strafrecht 1 2019/2020

Rijksuniversiteit Groningen

,Inhoud
Week 1: Legaliteit ................................................................................................................................... 3
Stiefkind (HR 07-01-1997, NJ 1997, 361) ........................................................................................ 3
Mensenroof (HR 20-11-2001, NJ 2003, 632) ................................................................................... 4
Noodtoestand en Opiumwet (HR 16-09-2008, LJN BC 7923) ....................................................... 4
Week 2: Bestanddelen en elementen ....................................................................................................... 5
Meta Hofman (HR 01-03-1983, NJ 1983, 468) ................................................................................ 5
Extensief Exces, Ruzie te Loon op Zand (HR 18-10-1988, NJ 1989, 511) .................................... 5
Water en Melk (HR 14.02.1916, ECLI: 1916:BG9431).................................................................. 6
Verzwegen vermogen (HR 28-02-2008, LJN BC0813) ................................................................... 6
Aflatoxinepinda's (HR 02-02-1993, NJ 1993, 476) .......................................................................... 7
Week 3: Strafprocesrecht ........................................................................................................................ 8
Het spook van de vrouwenpolder (HR 25-06-1996, NJ 1996, 714)................................................ 8
Strafbeschikking en strafmotivering (HR 03-01-2017, ECLI:2017:7) .......................................... 9
Ad-informandum (HR 04-02-1997, NJ 1997, 322) ........................................................................ 10
Onherkenbaar kenteken (HR 10-01-2018, ECLI:2018:29).......................................................... 10
Week 4: Vonnis ..................................................................................................................................... 11
Onderbouwd standpunt en responsieplicht (HR 11-04-2006, NJ 2006, 393) ............................. 11
Week 5: Opzet ....................................................................................................................................... 12
Dreigbrief (HR 09-02-1971, NJ 1972, 1) ........................................................................................ 12
Slaan met pistool (HR 24-02-2004, NJ 2004, 375)......................................................................... 13
Ronde Klip (HR 03.01.1978 - NJ 1978, 627).................................................................................. 14
Week 6: Culpa ....................................................................................................................................... 15
Verpleegster (HR 19-02-1963, NJ 1963, 512) ................................................................................ 15
Onvoldoende rechts houden in Winssen (HR 01-06-2004, NJ 2005, 252)................................... 16
Porsche (HR 15-10-1996, NJ 1997, 199) ........................................................................................ 17
Bewijsklacht schuldheling (HR 18-03-2014, ECLI:NL:2014:647) .............................................. 18
Week 7: Causaliteit ............................................................................................................................... 19
Letale longembolie (HR 12-09-1978, NJ 1979/60) ........................................................................ 19
Haarlemse steekpartij (HR 07-05-1985, NJ 1985, 821) ................................................................ 20

,Week 1: Legaliteit
Stiefkind (HR 07-01-1997, NJ 1997, 361)
Casus
Bij het benoemen en op één lijn brengen van de feitelijke handeling, de tenlastelegging en de
delictsomschrijving, kunnen zich problemen voordoen. Het Stiefkindarrest is hier een goed voorbeeld
van. De verdachte in deze casus had ontucht gepleegd met de minderjarige dochter van zijn vriendin.
Zij woonden samen, maar waren ongehuwd. De rechtbank en het hof oordeelden dat verdachte en de
moeder leefden “als ware gehuwd”, waardoor de dochter kon worden aangemerkt als stiefkind van de
verdachte. In het cassatiemiddel wordt dit aangevochten.

Rechtsvraag
Is de minderjarige dochter te kwalificeren als een stiefkind van de eiser in cassatie?

Hoge Raad
Bij de interpretatie van het artikel maakt de Hoge Raad gebruik van zowel de wetshistorische als de
teleologische interpretatiemethode. De Hoge Raad overweegt dat het legaliteitsbeginsel noopt tot een
restrictieve uitleg van het artikel, maar dat niettemin zou kunnen worden betoogd dat er een ruimere
uitleg aan het begrip 'stiefkind' gegeven wordt. In dat geval zou volgens de Hoge Raad duidelijk
moeten worden gezegd welke kinderen wel en niet onder het begrip 'stiefkind' vallen en daartoe acht
de Hoge Raad zichzelf niet bevoegd; dit is de taak van de wetgever. De teleologische interpretatie
biedt in casu dan ook geen uitkomst en daarom maakt de Hoge Raad gebruik van de wetshistorische,
welke leidt tot een restrictieve uitleg van het artikel. Daarnaast overweegt de Raad dat art. 249 Sr
voldoende ruimte biedt om kinderen die weliswaar aan de man zijn toevertrouwd, maar niet onder
'stiefkind' kunnen vallen toch te beschermen. De officier van justitie had er voor kunnen kiezen deze
bepaling ten laste te leggen, in plaats van het bestanddeel 'stiefkind'.

De Hoge Raad vindt in beginsel niet dat het hof te ver is gegaan door het kind onder het begrip
'stiefkind' te scharen, maar vervolgt door te zeggen dat het hof vervolgens zelf heeft vastgesteld dat zij
geen stiefkind is. Hieruit volgt dat het hof ten onrechte het onder 5 bewezenverklaarde feit als 'ontucht
met zijn minderjarig stiefkind' heeft gekwalificeerd. De Hoge Raad concludeert daarom voor wat
betreft punt 5 tot ontslag van alle rechtsvervolging.

Rechtsregel
Een huwelijk tussen de ouder en vermeende stiefouder is vereist om als stiefkind aangemerkt te
worden.

,Mensenroof (HR 20-11-2001, NJ 2003, 632)
Casus
Verdachte heeft de ongeveer één jaar oude Lisa X. vanuit Brazilië naar Nederland gebracht, met het
oogmerk haar onofficieel te laten adopteren door een Nederlands echtpaar. Hem wordt ten laste gelegd
dat “hij een kind over de grenzen van het Rijk in Europa heeft gevoerd met het oogmerk het kind
wederrechtelijk onder de macht van een ander te brengen of het in een hulpeloze toestand te
verplaatsen” (art. 278 Sr). Het bestanddeel ‘over de grenzen van het Rijk in Europa voeren’ werd
vertaald naar ‘het vanuit Nederland over de grens voeren naar het buitenland’. Hieraan is zodoende
niet voldaan, waardoor het hof vrijsprak. Het hof gaf dus een restrictieve uitleg aan het artikel.
Normaal is cassatie tegen vrijspraak niet mogelijk, tenzij het ‘onzuivere rechtspraak’ betreft. Dit
betekent dat er o.g.v. iets anders is vrijgesproken dan ten laste is gelegd.

Rechtsvraag
Kan art. 287 Sr zodanig geïnterpreteerd worden dat het stelt dat het verboden is om een kind vanuit
Brazilië naar Nederland te vervoeren?

Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelt dat het hof van de verkeerde uitleg van “over de grenzen van het Rijk in
Europa heeft gevoerd” is uitgegaan en zodoende niet o.g.v. de tenlastelegging heeft geoordeeld. De
grammaticale interpretatie van het artikel sluit niet uit dat het brengen van mensen vanuit het
buitenland naar Nederland ook onder dit artikel valt. Dit is een ruime interpretatie van het artikel,
hetgeen gerechtvaardigd kan worden door het doel van het artikel (bescherming bieden tegen
mensenroof) centraal te stellen (de teleologische interpretatie). Dat de MvT zich beperkt tot slechts een
aantal gevallen, is op zichzelf geen belemmering voor een ruimere toepassing van het artikel.
Bovendien heeft de MvT toegelicht op welke manier de situatie op dat moment was. Door die
gedachtelijn door te trekken, is een ruime interpretatie van het artikel redelijk.


Noodtoestand en Opiumwet (HR 16-09-2008, LJN BC 7923)
Casus
Verdachte heeft de ziekte MS en heeft baat bij hennep als medicijn. Omdat de hennep van de
coffeeshop (vanwege de groeimiddelen) en van de apotheek (vanwege de bestraling) van matige
kwaliteit is, heeft hij besloten zelf hennep te gaan telen. Doordat de ontheffing alleen aangevraagd kan
worden door instellingen en bedrijven, bestond er voor hem geen mogelijkheid om legaal te gaan
telen. Er bestaat daarom een belangenconflict, tussen enerzijds het naleven van de Opiumwet en
anderzijds het dragelijk maken van het leven van een patiënt. Verdachte koos in casu voor dit laatste.

Rechtsvraag
Is er een juiste belangenafweging gemaakt en kon er dus een beroep op overmacht in de zin van een
noodtoestand worden gedaan?

Hoge Raad
De Hoge Raad heeft besloten dat gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld, toch
gerechtvaardigd kunnen worden wanneer er gehandeld is in noodtoestand. Dit houdt in dat de pleger
van de gedraging heeft moeten kiezen uit onderling strijdige plichten en belangen en daarbij de
zwaarstwegende heeft laten prevaleren.

Wanneer echter de wetgever een uitzonderingsregeling heeft vastgesteld, kan er niet in zijn
algemeenheid gezegd worden dat een beroep op noodtoestand is uitgesloten. Het kan namelijk, zij het
bij hoge uitzondering, dan toch worden toegewezen. De bijzondere omstandigheden van het geval
dienen dit te bepalen.

In casu is verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de noodtoestand kon worden
aangenomen.

,Week 2: Bestanddelen en elementen
Meta Hofman (HR 01-03-1983, NJ 1983, 468)
Casus
Een agent schiet een overspannen met een aardappelmesje gewapende vrouw, van anderhalve meter
afstand af, dood. Hij voelde zich zozeer in het nauw gedreven nadat hij al een waarschuwingsschot
had gelost en de vrouw toch op hem afkwam, dat hij dacht niet anders te kunnen handelen. Hij was
niet geoefend in zulke conflictsituaties.

Rechtsvraag
Is er sprake van noodweer ex art. 41 Sr?

Hoge Raad
Het Hof heeft het bewezenverklaarde niet strafbaar geacht op grond van noodweer. Dit kon het Hof
doen, daar het terecht bij de beoordeling van de verhouding tussen het aangerande belang (het leven
van de politieagent) en de wijze van verdediging (het schot met het vuurwapen), de capaciteiten van
degene die zich op noodweer beroept mede in aanmerking heeft genomen. Het Hof heeft in zijn
beoordeling meegenomen de capaciteiten van de verdachte gezien in het licht van hetgeen verwacht
mag worden van een politieagent in functie en rang, leeftijd, opleiding en ervaring als van verdachte
en in een situatie als in casu. Het Hof heeft hiermee niet de wettelijke maatstaven voor het aannemen
van noodweer geschonden.


Extensief Exces, Ruzie te Loon op Zand (HR 18-10-1988, NJ 1989, 511)
Casus
Verdachte wordt door een man in zijn kruis geschopt en uit reflex slaat hij terug, waardoor de man
letsel oploopt. Het hof heeft de verdachte veroordeelt tot twee weken gevangenisstraf, voorwaardelijk
met een proeftijd van twee jaar voor het mishandelen van een ander. De raadsman van de verdachte
gaat in cassatie bij de Hoge Raad en beroept zich op noodweer, dan wel noodweerexces, omdat bij de
verdachte vrees zou bestaan voor een herhaalde aanranding van zijn lijf. Het hof achtte noodweer niet
aannemelijk, omdat er geen sprake meer was van ogenblikkelijke aanranding. Daardoor faalt dan
eveneens het beroep op noodweerexces.

Rechtsvraag
Heeft de verdachte gehandeld uit noodweer danwel noodweerexces?

Hoge Raad
De Hoge Raad verwerpt de uitspraak van het hof, omdat zij hun oordeel niet voldoende hebben
omkleed met redenen, zoals dat zou moeten volgens de wet. Het hof heeft de mogelijkheid
opengelaten dat het bewezen verklaarde het onmiddellijke gevolg was van een hevige
gemoedsbeweging, die door de voorafgaande aanranding is veroorzaakt. Daardoor waren de grenzen
van de noodzakelijke verdediging mogelijk overschreden. Volgens de Hoge Raad betreft het in deze
zaak een extensief noodweerexces: de verdachte handelde in het geheel na de bij noodweer in acht te
nemen tijdsgrens.

Rechtsregel
Voor een beroep op noodweerexces is het niet langer noodzakelijk dat er sprake is van een
noodweersituatie op het moment dat de tegenaanval wordt gepleegd. Er is sprake van extensief
noodweerexces, indien de tegenaanval het onmiddelijke en rechtstreekse gevolg is van een hevige
gemoedsbeweging die veroorzaakt is door de aanval.

, Water en Melk (HR 14.02.1916, ECLI: 1916:BG9431)
De feiten
Een veehouder lengt melk met water aan en verkoopt deze aangelengde melk via een knecht, die hier
niet van op de hoogte is. Door een stof toe te voegen aan de melk handelt de veeboer in strijd met art.
303 APV (art. 47 lid 1 sub 1 Sr). De knecht en de veehouder werden vervolgd voor overtreding van de
APV.

Rechtsvraag
Is de knecht schuldig aan het overtreden van de APV nu hem geen schuld valt te verwijten?

Overweging
De rechtbank was van mening dat de knecht niet geacht werd te testen of de melk was aangelengd en
oordeelde dat de veeboer schuldig was aan het afleveren van aangelengde melk door middel van 'doen
plegen'. De Hoge Raad oordeelde dat er in de bepaling van de APV niet stond opgenomen dat er enige
schuld aanwezig moet zijn. Omdat wij het adagium ‘geen straf zonder schuld’ in ons rechtssysteem
kennen, had er voor strafbaarheid van de knecht uitdrukkelijk in de bepaling moeten zijn opgenomen
dat er ook sprake zou zijn van een overtreding indien er geen schuld aanwezig was. De Hoge Raad
introduceert hier de ongeschreven schulduitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle schuld’. Op grond
hiervan verwierp de Hoge Raad het cassatieberoep van de veeboer.

Rechtsregel
In dit arrest introduceert de Hoge Raad de ongeschreven schulduitsluitingsgrond ‘afwezigheid van alle
schuld’.


Verzwegen vermogen (HR 28-02-2008, LJN BC0813)
Casus
De verdachte is naar België verhuisd en woont daar al enkele jaren. Hij is vervolgens in Nederland
failliet verklaard, terwijl hij naar Belgisch recht in zijn omstandigheid niet failliet verklaard kan
worden. Na ingewonnen informatie van zowel Belgische als Nederlandse advocaten, stelt hij dat de
faillietverklaring hem niet kan raken. Hierdoor heeft hij niet zijn complete inboedel opgegeven. Dit
wordt hem nu verweten. Hij beroept zich er echter op dat hem geen verwijt kan worden gemaakt, nu
hij informatie hierover heeft ingewonnen.

Hoge Raad
Voor dwaling is vereist dat het aannemelijk is dat een verdachte heeft gehandeld in een
verontschuldigbare onbewustheid ten aanzien van de ongeoorloofdheid van de hem verweten
gedraging. Dit kan onder andere het geval zijn na advies ingewonnen te hebben van personen of
instanties aan wie een zodanig gezag valt toe te kennen dat de verdachte in redelijkheid op de
deugdelijkheid van het advies mocht vertrouwen. Hierbij kunnen verschillende aspecten van belang
zijn, namelijk:
- De onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de adviseur;
- De specifieke deskundigheid van de adviseur;
- De complexiteit van de materie waarover advies ingewonnen wordt;
- De precieze inhoud van de adviezen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hetgestolenkind. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83750 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  4x  verkocht
  • (2)
  Kopen