Week 1: Het strafproces (synoniem: formeel strafrecht)
Wat is het strafprocesrecht?
Keulen & Knigge: Het geheel aan regels die betrekking hebben op de
toepassing van het strafrecht in een concreet geval.
o Dus: de regels over de realisering van het strafrecht.
Corstens & Borgers: op welke manier en door wie wordt onderzocht of
strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en
over daaraan te verbinden strafrechtelijke sancties wordt beslist.
o Omvat het onderzoeken en beslissen.
Strafprocesrecht kent dus twee aspecten:
1. Bevoegdheidstoedeling: aan verschillende autoriteiten;
2. Begrenzen: van deze bevoegdheden.
Wat is het doel van strafprosrecht?
Keulen & Knigge: de verwezenlijking van het materiële recht.
o Bewerkstelligen dat schuldigen worden gestraft;
o Voorkomen dat onschuldigen worden gestraft.
Nog enkele nevendoelen:
1. Waarheidsvinding: zoeken naar materiële waarheid, hier zijn
bevoegdheden voor nodig. Zonder strafprocesrecht zouden deze
bevoegdheden niet bestaan (strafrechtelijk legaliteitsbeginsel) +
toepassen van strafrecht op de ‘werkelijk’ schuldigen.
a. Vastleggen wat er in het verleden is gebeurd en of verdachte ten
laste gelegde feit heeft begaan, ter verwezenlijking van het
materieel strafrecht.
i. Biedt bevoegdheden aan: politie en OM (aanhouding,
afnemen DNA, etc.)
2. Rechtsbescherming: bescherming van de burger tegen de almacht van
de staat: de overheid mag niet zomaar alles doen om de materiële
waarheid te vinden.
a. Legaliteitsbeginsel: opsporingsbevoegdheden mogen pas worden
ingezet wanneer iemand wordt beschouwd als verdachte.
b. Rechtsbescherming is voor verdachten, maar ook voor burger die
zonder het te willen in strafproces wordt betrokken.
Intrinsieke spanning tussen deze twee: omdat prioriteiten ergens anders worden
gelegd waarheidsvinding mag nooit zo ver gaan dat rechtsbescherming als
gevolg daarvan moet wijken.
3. Procedurele rechtvaardigheid: betrokkenen, ongeacht de uitkomst van
een proces, moeten het gevoel hebben dat ze op rechtvaardige wijze zijn
gehoord.
4. Demonstratiefunctie: doelt op openbaarheid van het proces.
Procesmodellen: Accusatoir vs. Inquisitoir
Keulens & Knigge: analytische modellen om naar de werkelijkheid te
kijken.
Nooit zuiver gebruikt: verwezenlijking ervan is afhankelijk van land waar ze
worden gebruikt.
Nederland: een gematigd inquisitoir procesmodel in loop der tijd
gematigd: actief OM, actieve rechter: maar... verdediging is wel volwaardig
procespartij geworden (Komt door art. 6 EVRM)
1
, In Nederland hebben met name de burgerrechtelijke processen een
accusatoir karakter.
In Nederland hebben met name de strafrechtelijke processen een
inquisitoir karakter.
Accusatoir proces Inquisitoir proces
Gelijkwaardige procespartijen: Verdachte als voorwerp van
verdachte heeft veel meer rechten om onderzoek: in het begin van het
zelf bewijs aan te dragen. proces weinig rechten.
Lijdelijke rechter Actieve rechter: bepaalt mede het
voorwerp van de rechtszaak en staat
mede in voor de bewijsvoering.
Formele waarheid: gaat om de Materiële waarheid: wat er
waarheid zoals deze geldt tussen de daadwerkelijk is gebeurd.
procespartijen.
Mondelinge procedure Dominantie schriftelijke stukken
Admissibility rules Beslis- en motiveringsregels
Enkele kenmerken van het Nederlandse strafprocesrecht
Nederland maakt gebruik van een beroepsrechter:
o Geen lekenrechter (zoals juryrechtspraak): meer vertrouwen in
overheidsinstanties, dan op medeburgers.
Nederland legt een zwaar accent op het vooronderzoek:
o Veelal in voortraject: OvJ helpt mee en geeft leiding: zo nodig R-C
worden ingezet.
Het dossier wordt gezien als de ruggengraat van de
strafrechtspleging:
o Fungeert als een centrale bron van informatie en bewijsmateriaal.
(Erg efficiënt)
o Hiermee recht op eerlijk proces gerespecteerd: door transparantie
van het dossier.
o Nadeel: er bestaat hierdoor een gevaar voor tunnelvisie.
Onderzoek ter terechtzitting gericht op de controle van het handelen
van de opsporingsambtenaren en de verificatie of het reeds
opgestelde dossier klopt.
Strafprocesrecht is nationale aangelegenheid en kan niet door lagere wetgever
worden vastgesteld. Betekent niet dat alles over strafvordering in wetten in
formele zin staat. (Delegatie is mogelijk)
Gevaar van Nederlandse strafprocesrecht: confirmation bias: neiging om
informatie die jouw opvattingen ondersteunen te overwaarderen en informatie
die opvattingen ontkrachten te nuanceren + tunnelvisie + verificatie.
Algemene ontwikkelingen binnen het strafprocesrecht
Digitalisering van criminaliteit + Internationalisering van criminaliteit en
aanpak daarvan.
Afdoening buiten de rechter om: OM-strafbeschikking (door voortdurende
overbelasting)
Modernisering Wetboek van Strafvordering: is namelijk verouderd.
2
, Druk en bezuinigingen op de rechtspraak: steeds minder geld en capaciteit
beschikbaar.
Verschillende fasen van het strafprocesrecht
1. Voorbereidend onderzoek (Art. 132 Sv): het onderzoek hetwelk aan de
behandeling van de terechtzitting voorafgaat:
a. Verkennend onderzoek, art. 126gg Sv (gaat eigenlijk aan
opsporingsonderzoek vooraf)
b. Opsporingsonderzoek, art. 132a Sv.
c. Onderzoek door de Rechter-Commissaris, art. 181 Sv.
2. Hoofdonderzoek: onderzoek ter terechtzitting, art. 268 e.v. Sv: zaak
aangebracht bij rechter.
Zwaartepunt van het strafproces ligt bij het eerste onderdeel.
Andere indeling kan zijn: opsporing, vervolging, berechting, tenuitvoerlegging
Fase 1: opsporingsonderzoek (Art. 132a Sv):
Gezag ligt bij de Officier van Justitie.
Waarheidsvinding: het verzamelen van alle feiten en omstandigheden
(noodzakelijk voor OvJ en rechter die uiteindelijk beslissing neemt a.d.h.v.
beslissingsmodel: artt. 348-350 Sv)
Toezicht: nog géén sprake verdenking (alcoholcontrole: toezicht kan
omslaan in opsporing)
Opsporing begint bij verdenking.
Fase 2: vervolging (geen wettelijke basis voor):
De zaak voorleggen aan de rechter.
Maar… afschaffen gerechtelijk vooronderzoek en invoering
strafbeschikking hebben geleid tot verwatering van dit begrip (zaak niet
voorleggen rechter; maar toch daad van vervolging)
Thans als daad van vervolging beschouwd: uitbrengen dagvaarding,
vorderen VH, vorderen van onderzoek door de RC (art. 181 Sv),
uitvaardigen van een strafbeschikking.
EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip: het startpunt van de vervolging:
eerste verhoor van de verdachte waarin zijn rechten worden toegekend.
Fase 3: Berechting:
Het beraadslagen en beslissen over de vragen van artt. 348 jo. 350 Sv.
Gebeurt op basis van het onderzoek ter terechtzitting en grondslag van
tenlastelegging.
Fase 4: tenuitvoerlegging: art. 6:1:1 Sv
Officier van Justitie is verantwoordelijk voor tenuitvoerlegging van
rechterlijke beslissingen.
Geschiedt dus door het OM dan wel op voordracht van deze door de
minister (Art. 553 Sv).
Gaat veranderen: Wet herziening tenuitvoerlegging van Strafrechtelijke
beslissingen: verantwoordelijkheid komt te liggen bij de Minister van
Justitie & Veiligheid.
3
, Officier van Justitie is formeel niet langer verantwoordelijk: behoudt wel
nog taken.
HR Posbank: Mr. Big-methode
Feiten: zaak gaat over medeplegen van moord en brandstichting; hof heeft
veroordeeld tot gevangenisstraf van 18 jaar. In het opsporingsonderzoek was
sprake van undercover optreden van politie. Politie had contact met verdachte;
zonder dat verdachte wist dat hij met politieambtenaren te maken had. Politie
betrok verdachte bij verzonnen criminele organisatie waarbij verdachte steeds
meer geld zou verdienen. Vervolgens verdachte duidelijk gemaakt dat zijn
betrokkenheid bij de Posbank-zaak een mogelijk risico vormde voor de
organisatie en dat zij hem, als hij daarbij betrokken was, zouden kunnen helpen.
Vervolgens heeft verdachte bekennende verklaring afgelegd.
Rechtsvraag: zijn de door de verdachte afgelegde verklaringen in vrijheid
afgelegd in de zin van art. 29 lid 1 Sv en artikel 6 lid 1 EVRM?
Rechtsregel: het verloop van het opsporingstraject zoals dat door het hof is
vastgesteld, duidt erop dat de opsporingsambtenaren bemoeienis hebben gehad
met wezenlijke onderdelen van de door de verdachte afgelegde verklaring en dat
de verklaringsvrijheid hierdoor is aangetast.
HR: verdachte is in een verhoorsituatie komen te verkeren, waarbij politie zich
bemoeid heeft met inhoud van afgelegde verklaring.
Vooral de mate en wijze van de binnen het opsporingstraject toegepaste
misleiding hadden het hof aanleiding moeten geven om uitdrukkelijk te
beoordelen of de verdachte zodanig onder druk was gezet door de hem als
geharde criminelen beschouwde politieambtenaren, dat de door hem afgelegde
verklaringen in strijd met de verklaringsvrijheid zijn.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isa29. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,46. Je zit daarna nergens aan vast.