In dit document staat een overzicht van alle personen, stromingen en theorieën die voorbij komen in de kennislijn van 1001-dag maar ook identiteiten. Zo heb je gelijk overzicht voor je gehele school jaar ;)
Persoon: Denkwijze/kenmerken: Theorie:
Piaget -De mens is een actieve informatie verwerker. Cognitieve ontwikkeling:
-Een prikkel komt binnen en dat leid dot bepaald 1)sensomotorisch stadium (0-2) > objectpermanentie
gedrag. 2)pre-operationeel stadium (2-7) > angst eigen fantasie
3)concreet operationele stadium (7-12) > dreiging en
Kirtiek: nieuws
-cognitieve ontwikkeling verloopt in golven, niet in 4)formeel operationeel stadium (12+) > realistische
afgebakende stadia. angsten
-nadruk op motorische ontwikkeling
-geen aandacht externe stimulering Cognitieve psychologie:
-onderschatte de leeftijd waarop kinderen dingen 1)heteronome moraliteit
konden begrijpen Moreel realisme, straf op basis van schade, straf op
-overschatte abstract denken in formeel operationeel basis van boete, hoe erger de schade hoe groter de
stadium straf.
> zullen zeggen dat een kind wat meer kapot maakt dan
de ander een grotere straf krijgt.
2)beginnende coöperatie
Spel wordt socialer, regels staan nog steeds vast (volgen
formele regels).
3)autonome moraliteit
Moreel relativisme, onderscheid de intentie met de
golven.
>zullen zeggen dat als een kind iets expres doet het
straf krijgt en als het per ongeluk gaat niet.
Vygotsky -Zag cognitieve ontwikkeling als het resultaat van Uitgangspunten:
sociale interacties waarin kinderen leren door geleide De zone van naaste ontwikkeling en scaffolding:
participatie beginselen van cognitieve ontwikkeling
-In plaats van zich te concentreren op individuele -Vygotsky ging ervan uit dat cognitieve vaardigheden
prestaties (Piaget en vele anderen), richten de verbeteren doordat kinderen worden blootgesteld aan
aanhangers van Vygotsky steeds invloedrijkere informatie die binnen hun zone van naaste ontwikkeling
opvatting zich op de sociale aspecten van ontwikkeling ligt.
en leren De zone van naaste ontwikkeling (zone of
-Hij zag kinderen als pupillen die cognitieve proximal development, ZPD):
strategieën en andere vaardigheden aanleren van -Het niveau waarop een kind een taak bijna, maar nog
mentors, zowel volwassenen als leeftijdsgenoten. De niet helemaal zelfstandig kan begrijpen of uitvoeren.
mentors laten niet alleen nieuwe manieren zien -Scaffolding: ondersteuning bij leren en
waarop je dingen kunt aanpakken, ze helpen, probleemoplossing die net boven het huidige niveau van
instrueren en motiveren ook. het kind ligt en geleidelijk wordt afgebouwd, zodat dit de
-Vygotsky zag de sociale wereld van het kind dus als zelfstandigheid en groei bevordert.
de bron van cognitieve ontwikkeling -Naarmate een kind eentaak beter beheerst, wordt de
ondersteuning geleidelijk afgebouwd, zodat hij de taak
uiteindelijk zelfstandig kan uitvoeren
Ivan (klassieke conditionering) - Hond van pavlov
-twee prikkels tegelijk aanbieden dan koppelt de
Petraovich individu die twee prikkels met elkaar.
Pavlov Geconditioneerd: er hoeft niet aan speciale
voorwaarden te worden voldaan om een respons te
laten volgen
Geconditioneerde stimulus: de respons wordt enkel
opgeroepen onder voorwaarde dat deze stimulus eerst
is samengegaan met een oorspronkelijke stimulus.
Skinner (operante conditionering) - Leren via trial en error: wat goed voor jou
Door het individu te belonen en te straffen, gaat hij dat uitpakt doe je de volgende keer weer en wat
gedrag associëren met iets goeds of slechts. niet goed uitpakt doe je vervolgens niet meer.
- Teveel straf hindert de vorming van eigen - Gedragsmodificatie: gedrag ga je van buiten
geweten. sturen of veranderen.
- Te veel beloningen ontneemt plezier in - Men werkt vaak met een beloningssysteem om
activiteit. kinderen het gewenste gedrag te laten tonen.
- Beloning moet een verassing blijven.
- Nurture: de omgeving heeft invloed op jou
gedragingen en wie jij wordt.
Albert (sociale leertheorie) iemand observeren en dit opslaan Sociale leertheorie:
in het geheugen (nadoen) - Latent leren
Bandura - Overnemen van gedrag zonder beloning - Leren zonder beloning
- Imitatie: bewust overnemen van gedrag. - Niet doelgericht leren
- Modelling: onbewust gedrag overnemen. - Bewustwording als het word toegepast in de
- Gedrag wordt sneller overgenomen van praktijk.
iemand waarmee er een positieve band is.
Konrad Observeerde ganzen:
-Ganzen hebben een aangeboren neiging om hun
Lorenz moeder te volgen, het eerste bewegende object dat ze
normaal gesproken na hun geboorte zien
-Inprenting: gedrag dat plaatsvindt tijdens een kritieke
, periode en waarbij een organisme zich hecht aan het
eerst bewegende object wat ze zien
Freud - Gehechtheid ontstond door het vermogen van ID = lustprincipe, het genot. Laat je soms dingen doen
de moeder om de orale behoeften van een die je misschien niet wilt. (Driften)
baby te bevredigen. EGO = ontstaat na 1 jaar. De ouders gaan dan dingen
- Ervaringen eerder in het leven hebben verbieden of aanbieden. Je krijgt bewustzijn van eigen
invloed op het leven nu. Het handelen hier en handelen.
nu bepalen we met het onderbewuste. Dit zit SUPEREGO = vanaf het 6e jaar. Kinderen gaan de eigen
ver weg gestopt. (=psychodynamisch normen en waarden nemen. Nemen dit vaak over van
perspectief) de ouders.
Verklaringen psychoanalyse: -Oraal (0-18 maanden)
Neurotische angsten: onacceptabele aanvechtingen Eerste relatie tussen ouder en kind is met de mond
met het ID, onvoldoende zelfcontrole. (borstvoeding) kind is voornamelijk geïnteresseerd in
Morele angsten: niet kunnen voldoen aan het eten. Tong en lippen zijn de gevoelige plekken in deze
SUPEREGO. tijd. De fixatie is gericht op de orale zone. Hier kan een
conflict optreden. Als er te weinig/ teveel activiteit
Psychoanalyse: alle mensen hebben onbewuste plaats vind in de orale fase, dan kunnen kinderen
gedachten, gevoelens en verlangens. bijvoorbeeld gaan nagelbijten.
-Anaal (18 maanden – 3 jaar)
Begint wanneer je gaat trainen voor zindelijkheid.
Kinderen beginnen hun lichaam interessant te vinden
volgens Freud. Conflict: terugval in zindelijkheid
problematiek
-Fallisch (3 jaar- 6 jaar)
Kinderen worden zich bewust van eigen lichaam en zijn
nieuwsgierig naar die van zichzelf en een ander.
Geslachtsdelen worden interessant. Theorie Freud,
conflict: denkt dat een jongen verliefd word op zijn
moeder, maar zijn vader is zijn concurrent. Hierdoor is
de moeder onbereikbaar (oedipuscomplex) Andersom bij
dochter en vader zou dit ook ontstaan (elektraproces)
-Latentie (6 jaar- adolescentie)
Interesse van het kind heeft een minder seksueel
karakter. Het is meer in het teken van leren en eigen
ontwikkeling. Er is een grotere drang om dingen te leren
en te weten. Conflict: als kinderen in de fallische fase
onderdrukt worden bij hun interesse. Kan het zijn dat ze
in de latente fase een conflict ervaren. Dit omdat het
onderzoeken onderdrukt werd.
-Genitaal (adolescentiefase)
ID begint op te spelen. Het libido komt op zetten. Er
komt meer interesse in geslachtsdrift. Meiden gaan
menstrueren en jongens maken een flinke groei door.
Conflict: weinig of teveel activiteiten. Later in het leven
deze fase terug krijgen. Ergens juist meer willen
experimenteren of juist teveel hebben gedaan.
Harry Onderzoek met de aapjes
-Metaal aapje --> eten
Harlow Stoffen aapje --> geen eten
Het werk van Harlow laat zien dat voedsel alleen niet
voldoende is om hechting tot stand te komen
John Bowlby Ontwikkeling gehechtheid Ontwikkelingsgehechtheid
-Gedrag dat een kind vertoont om de opvoeder in zijn 0 – 5 maanden:
nabijheid te krijgen en te houden -Nog geen differentiatie
-Kind maakt geen onderscheid tussen bekenden en
onbekenden
-Zien wél verschil in gezichten, maar qua hechting is dat
er nog niet
5 – 7 maanden:
- Lichte voorkeur voor gehechtheidsfiguur
7 – 12 maanden:
-Sterke voorkeur voor gehechtheidsfiguur
-Eenkennig
1 – 4 jaar:
-Scheidingsangst neemt af
-4+ jaar:
-Hechtingsgedrag neemt af
-Gehechtheid niet
-Gedrag: huilen, roepen “Mama, kom terug”
Wordt bepaald door het gedrag van de opvoeder
-Sensiviteit: hij/zij merkt signalen van het kind op
-Responsiviteit: hij/zij reageert effectief op die signalen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper pkamps05. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,98. Je zit daarna nergens aan vast.
