Aantekeningen hoorcolleges
strafrecht verdiept - Fundamenten
Hoorcollege 1
Dilemma’s rondom fundamentele rechten
Grondslagen van deze rechten in het strafrecht in combinatie met twee vragen:
I. Mensenrechtenbescherming van de verdachte en het algemeen belang: ‘Worden
deze ten onrechte wel als dilemma gezien?’
Mensenrechtenbescherming wordt vaak gezien als iets wat tegen het strafrecht is, maar is
dat nou wel zo?
II. Positieve verplichtingen: ‘Worden deze ten onrechte niet als dilemma gezien?’
Positieve verplichtingen: mensen kunnen rechten pas goed uitoefenen als ze een handje
worden geholpen door de overheid. Het gaat om de verplichtingen van de overheid om wel
iets te doen. Overheid moet actief gaan werken. bij deze verplichtingen wordt het strafrecht
een vereiste. Je moet rechten van burgers beschermen met het strafrecht. Inzet van
strafrecht en eisen van positieve verplichtingen door mensenrechten komen op 1 lijn te
liggen.
Negatieve verplichtingen: overheid moet zich onthouden van het maken van inbreuken op
rechten van burgers en verdachten.
Artikel “Introduction – Criminal Law and Human Rights” is de basis van dit college, maar
nadere verdieping en uitbreiding in dit college. Vele verwijzingen voor verder lezen.
Strafrechtelijk systeem en mensenrechten
Wat is de aard en doel ervan en wie beschikt erover?
Het strafrecht is in handen van de staat. Het is het heftstigste middel wat de staat in handen
heeft om orde in de maatschappij te kunnen vestigen en handhaven. Alleen strafrecht kan
leiden tot ontneming van eigendom, maar het kan zelfs leiden tot ontneming van je vrijheid
of het leven (doodstraf). Alleen de staat heeft het monopolie daarover. Het strafrecht is een
noodzakelijk kwaad, want het brengt altijd schade toe. Het brengt die schade toe om grotere
kwaden tegen te gaan. Het past ook bij de functie van de staat, want het belangrijkste doel
van de staat is veiligheid aan haar burgers bieden. Daartegenover staan mensenrechten. Die
zijn niet in handen van de staat. Mensenrechten worden primair gebruikt tegenover de
staat, om de staat op enige afstand te houden (negatieve verplichtingen). Bij nader inzien
blijken mensenrechten en strafrechtelijk systeem om dezelfde principes te zijn gebaseerd
(proportionaliteit, subsidiariteit, rechtvaardigheid, eerlijkheid, etc.). Ze hebben gelijke
grondslagen. Ze kunnen ook niet zonder elkaar. Mensenrechten komen tot uitdrukking in
strafrechtelijk systeem. Mensenrechten krijgen alleen handen en voeten in een totaal
systeem. Andersom dragen de mensenrechten bij aan de kwaliteit van het strafsysteem.
Zowel bij eerlijkheid alsmede efficiëntie.
Mensenrechten: die rechten die inherent zijn aan het menszijn.
,Bescherming tegen strafrecht/overheid (negatieve verplichtingen)
Strafprocesrecht
Bijna elk aspect van strafprocesrecht wordt geraakt door mensenrechten. Invloed op vrijwel
elk aspect ervan. EVRM zeer breed relevant voor strafprocesrecht. Denk aan de artikelen 2,
3, 5, 6, 8, 9, 10 en 11 EVRM.
Presumptie van onschuld (art. 6 lid 2 EVRM; vgl. beperkte art. 271 lid 2 Sv; zie ook
vooraan in Modernisering WvSv: art. 1.1.3 Concept Nieuw Sv). “Een ieder tegen wie
een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in
rechte is komen vast te staan.” Iedereen die als verdachte geldt, maar ook voor elke
burger geldt het principe. Het strekt zich uit over hele maatschappij
Fundamenteel: het is fundamenteel voor gehele rechtstaat. Het draagt de inrichting van het
systeem. Alle fasen van de strafrechtspleging geldt het.
Betekenissen: bepaling is vaag, en klopt niet helemaal. Onderscheid tussen:
Behandelingsdimensie: als je voorwerp bent van strafvorderlijk onderzoek dan moet
je behandeld worden als onschuldigen. Daar zit het probleem. Dan klopt de tekst
niet. Het feit dat een dwangmiddel/opsporingsmiddel wordt toegepast geeft aan dat
je niet als onschuldig wordt gehouden. Als je de bepaling letterlijk gaan naleven dan
kan je ophouden met het strafrecht, omdat je er dan niks meer mee kan. Waar het in
feite omgaat is niet dat je voor onschuldig moet worden gehouden, maar dat je niet
voor schuldig mag worden gehouden. Je mag pas schuldig worden gehouden als de
schuld in rechte is vast komen te staan. Er is zowel een individueel als algemeen
belang. Het algemeen belang is voor alle verdachten en burgers, aangezien in de
maatschappij de overheid je voortdurend als schuldig kan houden, wat kan
betekenen dat je moeilijk gaat functioneren. Alles wordt gevaarlijk wat je
onderneemt. Maatschappijen worden economisch steeds zwakker.
Bewijsdimensie: bewijslast ligt bij de overheid/OM en niet bij de verdachte.
Verdachte hoeft zijn onschuld niet bewijzen, maar de overheid moet schuld bewijzen.
Ook geldt bij twijfel vrijspraak.
Moeilijke vraag: werking bij dwangmiddelen? Logica praktijk versus tekst art. 6 EVRM
Alleen individueel of ook algemeen belang bij onschuldpresumptie?
Recht op privéleven (art. 8 EVRM; volgt uit systeem WvSv). “Een ieder heeft recht op
respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn
correspondentie.”
Het speelt bij vrijwel alle dwangmiddelen/opsporingsmethoden. Inbreuk is nog geen
schending van privacy. Het schema van art. 8 EVRM geldt als volgt:
- Lid 1: is er een inbreuk op het recht? Bij opsporingsmethoden bijna altijd
- Lid 2: is de inbreuk gerechtvaardigd? Criminaliteitsbestrijding is een legitiem doel
- Is het noodzakelijk in een democratische samenleving?
Wat privacy inhoudt is een interessante discussie. Voor sommigen valt het al onder andere
rechten. Privacy speelt op drie punten:
1. Lijf en geest
2. Omgeving: leefruimten woning, werkplek, etc.
3. Persoonlijke informatie
,Privacy is belangrijk voor individuen, maar ook belangrijk voor groepen. Als groepen privacy
hadden en samen sterker kunnen worden, kunnen ze ergens een goede zaak van maken,
zoals bijvoorbeeld bij emancipatie van minderhedengroepen. Privacy voor wie: individuen,
groepen, de gemeenschap. Privacy gaat over omgangsvormen en de persoon kunnen zijn die
past bij het moment waar je op dat moment bent. Je gedraagt je in elke situatie anders.
Iedereen kan samen functioneren, omdat iedereen zijn privacy een beetje bij zichzelf houdt.
Iedereen heeft dus wat te verbergen. Afweging per individuele zaak dus risicovol: gaat om
totaal en dus algemeen belang bij privacy meewegen
Recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM; door hele WvSv; zie ook vooraan in
Modernisering WvSv: art. 1.1.2 Concept Nieuw Sv). “... bij het bepalen van de
gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft een ieder recht op een
eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak ...”
Grote verzameling rechten, met relevantie voor zowel hoofd- als vooronderzoek. Het
algemeen belang omvat:
o Eerlijk proces als zelfstandige waarde: eerlijk versus oneerlijke veroordeling
Het is een autonoom belang. Het eerlijke proces is veel overtuigender. Je mag verwachten
dat iedereen zich bij de uitkomst neerlegt. Bij het oneerlijke proces zou de chaos in de
samenleving veroorzaken. Groot bealng bij het proces eerlijk voeren
o Eerlijk proces als instrumentele waarde: waarheidsvinding
De kwaliteit van waarheidsvinding is in een eerlijk proces veel hoger.
Grote invloed op kwaliteit van Nederlandse strafrechtspleging. Ook in zaken waar mensen
niet zijn veroordeeld heeft het veel macht. Advocaat bij politieverhoor is in Nederland lang
tegengehouden, maar uiteindelijk moest Nederland overstag. De rechtspraak heeft
Nederland de weg geopend om een keuze te maken die ze al langer had willen maken.
Maar spanning blijft. Bijvoorbeeld het zwijgrecht (als je dit afschaft dan is het schenden van
folterverbod dichtbij) en Unus testis, nullus testis, art. 342 lid 2 Sv.
Materieel strafrecht
EVRM raakt hele materiële strafrecht:
Algemene legaliteitseis: art. 7 EVRM
Beperking voor bijzondere delicten: o.a. art. 8, 9, 10 en 11 EVRM
Het strafrecht mag deze rechten niet teveel beperken. Daarvoor gelden de eisen:
- Basis in de wet
- Legitiem doel
- Noodzakelijk in democratische samenleving
Voorbeeld: vrijheid van meningsuiting (art. 10 EVRM). “… mening te koesteren ..
inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig
openbaar gezag ...”
Het speelt bij veel delicten. Alleen individueel of ook algemeen belang bij vrijheid van
meningsuiting? Een democratie moet kunnen ademen en open debat kunnen voeren dus
ook algemeen belang.
Vrijheid van meningsuiting is ook een probleem. Het wordt veel breder gebruikt dan dat je
misschien zou willen. Het draagt weinig bij aan de democratie, misschien zelfs
, contraproductief. Op X durven mensen bijna hun mening niet meer te delen. Het probleem
is dat op het moment dat je de vrijheid van meningsuiting, de reikwijdte daarvan, zou
afstellen zo breed als nuttig is voor de democratie dan krijg je probleem van thrilling effect.
Als je vanaf een bepaald punt strafrecht hebt dan blijven mensen voor dat punt. De grens
gaat mensen te ver terugzetten. De grens levert misschien een stevige discussie op, maar die
gaan mensen niet meer voeren, omdat ze ervoor willen zitten. De grenzen moeten altijd
breder getrokken worden dan nodig is in de maatschappij om een goede discussie te voeren.
De bepalingen fluctueren door de tijd, maar dit is goed, omdat de dreiging steeds vanuit een
andere hoek komt. In sommige periodes is de vrijheid van meningsuiting heel bedreigend
voor de maatschappij, omdat sommige groepen extra worden onderdrukt, maar in andere
tijden kan de wind meer vanuit de overheidshoek komen, waardoor de vrijheid juist vergroot
moet worden.
Wat grotere bedreiging: uitingen tegen minderheden of overheid die uitingen beperkt?
De eerste vraag: mensenrechtenbescherming van de verdachte en het algemeen belang:
worden deze ten onrechte als dilemma gezien?
Tot op zekere hoogte wel. Voor een deel is het een schijntegenstelling. Het algemene belang
en individuele mensenrechtenbescherming lopen deels hand in hand. Het algemeen belang
omvat veel meer dan veiligheid. Bij afweging algemeen belang veiligheid tegen belang
verdachte is verliezer al gauw duidelijk. Deels schijntegenstelling. Antwoord op vraag.
Positieve verplichtingen: plichten tot het strafbaar stellen van mensenrechtenschendingen
door burgers en tot strafrechtelijk onderzoek, vervolging, berechting, veroordeling,
strafoplegging en straftenuitvoerlegging jegens hen. Historische en tekstuele betekenis
mensenrechten: bescherming tegen de staat. Klassiek mensenrechten beschermen burger
en verdachte tegen de overheid, maar diezelfde rechten vereisen dat het strafrecht moet
worden ingezet. Hele grote positieve verplichtingen in jurisprudentie van EVR wat betreft
inzet van strafrecht een hele dunne basis heeft en voor een groot deel niet echt een basis
heeft. Geen expliciete grondslag voor zulke strafrechtelijke positieve verplichtingen in EVRM.
Rechtsschepping op basis van de EVRM verdrag (o.a. 2,.3, 4, 5, 8, 9, 10, 11 en 12) ten
grondslag liggende waarde i.p.v. bepalingen zelf. Men gaat niet om de juridische bepaling
zitten, maar gaat zitten om de waarde die ten grondslag ligt aan de bepaling. Door op de
waarde te gaan zitten, gaan we het zo uitleggen dat de overheid zelf die waarde moet gaan
beschermen. Het betekent dus dat je rechtsvorming op basis van bepaling hebt, maar je
hebt met rechtsschepping te maken.
Het gaat bijvoorbeeld om:
- Levensdelicten
- Fysieke integriteit
- Mensenhandel
- Vrijheid
- Religie
- Meningsuiting
Probleem: moet je de verplichting om de mensenrechten moet baseren? Nadelen:
- Redenering zonder einde/gevaar van politieke rechtspraak