1. INLEIDING: NIET IEDEREEN LEEFT LANG
2. DE SOCIOLOGISCHE VERBEELDING
3. VAN GEDRAG TOT SAMENLEVING
3.1 Gedrag
3.2 Sociaal handelen
3.3 Interactie
3.4 Vormen van interactie
3.5 De stolling van interactie in cultuur en structuur
3.6 De context
4. DE SOCIOLOGIE EN HAAR AANVERWANTE DISCIPLINES
5. BASISREGELS BIJ DE UITVOERING VAN SOCIOLOGISCH ONDERZOEK
5.1 Objectiviteit
5.2 Concepten
5.3 Generalisatie
5.4 Empirisch materiaal
5.5 Cumulativiteit
5.6 Verifieerbare rapportering
6. KWANTITATIEF OF KWALITATIEF?
6.1 De kwantitatieve benadering: het positivisme
6.2 De kwalitatieve benadering: nadruk op betekenis
7. DE PLAATS VAN DE SOCIOLOOG IN DE MAATSCHAPPIJ
1
,1. INLEIDING: NIET IEDEREEN LEEFT LANG
Bij een sociologische redenering staat centraal het idee dat de wijze waarop mensen samen
iets doen, een invloed uitoefent op het leven van die mensen.
Sociologen erkennen het belang van de biologische en psychologische component van een
individu, maar voegen eraan toe dat de sociale omgeving een cruciale factor is.
2. DE SOCIOLOGISCHE VERBEELDING
Het startpunt van een sociologische verklaring zou je de sociologische verbeelding kunnen
noemen. De sociologische verbeelding is het plaatsen van individuele gebeurtenissen en
deze verklaren vanuit het geheel van sociale relaties die zelf een specifieke historische
oorsprong hebben. Gebeurtenissen die het leven van mensen typeren worden dus gezien
vanuit het ruimere geheel waarbinnen mensen met elkaar samenleven.
Alles wat mensen ervaren, maakt deel uit van hun levensloop of biografie. Het geheel van
sociale relaties waarvan we deel uitmaken, noemen we onze samenleving. Sociale relaties
bepalen dus de biografieën van mensen.
3. VAN GEDRAG TOT SAMENLEVING
De socioloog bekijkt de biografie vanuit haar
verband met de ‘historische’ maatschappelijke
omgeving waarin ze tot stand komt. De
biografie en de maatschappelijke omgeving
hebben bouwstenen en deze hebben ook een
bepaalde samenhang. We bespreken ze
hieronder.
3.1 Gedrag
Onder gedrag verstaan we elke actie of reactie van een individu. Gedrag bevat altijd zowel
een objectief waarneembare als een subjectief waarneembare dimensie.
De objectief waarneembare of externe componenten van gedrag zijn die aspecten die
door ten minste twee individuen, ego en alter, kunnen worden aangenomen.
De subjectieve of interne component van het gedrag is maar door één waarnemer,
ego, waarneembaar. Deze component bevat vier onderdelen:
o Motivationele component: de ultieme drijfveren van het handelen die
aanzetten tot motiveren, tot gedrag.
o Emotionele innerlijke gevoelens.
component:
o Cognitieve beelden die we ons vormen over de werkelijkheid.
component:
o Refelxieve component: het beeld dat we van onszelf vormen.
2
, 3.2 Sociaal handelen
Handelen wordt gekenmerkt door een gerichtheid op een object. Handelen heeft dus als
finaliteit altijd de realisatie van een doel. Handelen is dus gedrag met een nadrukkelijke
doelgerichtheid. Door deze doelgerichtheid krijgt het handelen een betekenis. De betekenis
van een handeling valt samen met de mentale projectie die aan de handeling voorafgaat.
Handelen is sociaal wanneer de actor bij het plannen van zijn/haar handelen rekening houdt
met wat anderen, deden, doen of kunnen doen. We spreken dan van sociaal handelen (Max
Weber). Weber ontwierp een typologie van sociaal handelen, we spreken van vijf soorten:
SOORT DEFINITIE EXTRA
Instrumenteel De actoren willen een bepaald doel Kenmerkend is dat de actoren
rationeel handelen bereiken binnen een specifieke afwegen welke middelen het
handelingssituatie. beste geschikt zijn om een
bepaald doel te bereiken.
Condities = niet te wijzigen
elementen
Middelen = te wijzigen
elementen
Waarde rationeel Een bewust geloof in de De handeling is op zichzelf
handelen waardevolheid van de handeling waardevol en niet het
staat centraal. realiseren van een doel.
Affectief handelen Het wordt gedreven door het Het kan bestaan uit een
navolgen van gevoelens. ongecontroleerde reactie op
een bepaalde stimulus.
Traditioneel Het volgt uit een ingeworteld Traditie leidt tot herhaling van
handelen gewoontehandelen. eenzelfde handeling en wordt
gekenmerkt door een verplicht
karakter.
Reflexief handelen Het is gebaseerd op ‘stoppen, Hij/zij moet nadenken over de
denken en kiezen’. richting die hij/zij wenst uit te
gaan. Reflexief handelen gaat
samen met onzekerheid.
3.3 Interactie
Interactie wordt gevormd door handelingen van een persoon én de reactie daarop door een
ander persoon. Interactie ontstaat wanneer twee of meer mensen een gedeelde of op zijn
minst complementaire betekenis aan elkaars handelen geven. Het handelen kent een zekere
herkenbaarheid en voorspelheid.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper landmeter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.