Portfoliobewijsmateriaal – Competentie 9b - Bewijs 1
“Achterliggende processen rondom mijn persoonlijke valkuil”
Niveau van Miller: SHOWS HOW
26 januari 2024
Competentie 9: Inzicht in eigen ontwikkelingsproces
Indicator 9b: Zicht hebben op de achterliggende processen: waardoor komt het dat … ?
Samenvatting: In dit bewijs beschrijf ik op basis van een contact dat ik met een voormalige vriend had waardoor het komt dat ik mij
soms zo onderdanig opstel richting dominante personen. Daarbij onderzoek ik van wie ik die eigenschap heb overgenomen of geleerd, wat
de invloed van mijn opvoeding is, en wat mijn eigen aandeel in zulke situaties is. Bovendien laat ik zien hoe ik aan de hand van de
transactionele analyse inzichten heb opgedaan over deze valkuil, en hoe dit mij geholpen heeft veerkrachtiger met dominante personen
om te gaan.
In dit bewijs wil ik graag de achterliggende processen ophelderen rondom mijn valkuil onderdanigheid. Daarvoor gebruik ik de
reflectiecyclus van Rolfe (Rolfe et al., 2001) en het model van de transactionele analyse (Stewart & Joines, 2010). Ik zet deze modellen in
om op een contact met een dominante vriend te reflecteren dat eerder is benoemd in Bewijs 64: “Wat is een persoonlijke valkuil van
mij?”. De genoemde modellen heb ik vanuit eerdere portfoliomomenten (reflectiecyclus van Rolfe) de module Persoonlijke Psychologie
(transactionele analyse) leren kennen als inzichtelijke technieken om mijn gedragingen, drijfveren en valkuilen systematisch te
onderzoeken. Juist doordat deze modellen werken met concrete stappen, ben ik van mening dat zij mij helpen om blinde vlekken en
belemmerende patronen op te helderen. Met de zelfkennis die ik daarmee opdoe, hoop ik de begeleiding die ik aan mijn cliënten biedt te
verbeteren. Voordat ik de modellen toe ga passen in dit bewijs, zal ik beginnen met een korte herhaling van het voorbeeld dat ik wil
uitwerken. Daarna geef ik een beknopt overzicht van de reflectiecyclus van Rolfe en de transactionele analyse. Ten slotte werk ik de
reflectiecyclus van Rolfe uit, waarbij ik in specifieke stappen de inzichten vanuit de transactionele analyse zal verwerken.
Contact met studievriend om op te reflecteren
Zoals aangegeven betreft het voorbeeld dat ik wil evalueren om mijn valkuil van onderdanigheid op te helderen een contact dat ik
met een voormalige vriend had. Het contact vond plaats in een periode dat ik het erg druk had met mijn studie. Deze vriend wilde mij
vaak opbellen voor urenlange telefoongesprekken. Daar had ik, vanwege mijn volle agenda, lang niet altijd behoefte aan. Toch merkte ik
dat ik het lastig vond om nee te zeggen tegen deze vriend, omdat ik geen brede vriendenkring had en ik erg bang was om mensen uit die
kleine vriendenkring kwijt te raken. Bovendien zette hij druk op mij door op mijn gevoel in te spelen. Dat wil ik illustreren met een stukje
dialoog.
VRIEND – Belt me op. Hé makker, nou weet je wat ik vandaag heb meegemaakt?
IK – Nerveus. Hoi, ehm… nou… ik heb, als ik eerlijk ben …
1
, VRIEND – Ja, even wachten nu. Kijk, ik kwam dus vandaag echt in zo’n ongemakkelijke situatie terecht.
IK – Wil de vriend niet kwetsen. Oh, echt?
VRIEND – Vertelt lang verhaal, zonder onderbrekingen.
IK – Voel flinke tijdsdruk. Hé, mag ik even onderbreken? Want ik heb het eigenlijk best wel druk, en ik moet nog veel afmaken…
VRIEND – Als je ophangt, dan kan ik de rest niet vertellen. En er is vandaag niemand bij wie ik mijn verhaal kan doen.
IK – Is er niemand thuis? Voel me schuldig ondanks alle druk. Nou… vertel dan maar.
VRIEND – Ja, precies. Wat is een vriendschap nou waard waarin je alleen gelaten wordt? Je mag dat echt niet naar mij doen!
IK – Voel me nu helemaal schuldig. Sorry, ik luister al.
VRIEND – Mooi, nou dan zal je wel zitten te springen om te horen wat er vervolgens gebeurde. Vertelt nog een half uur door.
Uit de dialoog is op te maken hoe ik me onderdanig opstel nadat ik me schuldig voel door niet naar deze vriend te luisteren,
wanneer hij aangeeft dat er niemand anders is aan wie hij zijn verhaal kan doen. Dat wordt vervolgens versterkt doordat de vriend met
een steek onder water vertelt dat ik een slechte vriend zou zijn. Vanwege die onderdanige houding, komt mijn eigen planning in de knel.
Aangezien ik regelmatig in het contact dominante personen zulke negatieve gevolgen ervaar, wil ik graag strategieën vinden om deze
valkuil te helen.
Reflectiecyclus van Rolfe
Om die strategieën op te helderen, pas ik de reflectiecyclus van Rolfe toe die in Figuur XX is
weergegeven (Rolfe et al., 2001). Ik heb voor deze cyclus gekozen omdat ik met behulp van dit
model in eerdere portfoliomomenten obstakels in de realisatie van een persoonlijke doel effectief aan
heb gepakt (zie Bewijs 52: “Realistische doelen stellen voor een persoonlijk doel”). Bovendien vind ik
dit model erg prettig in het gebruik omdat het op een overzichtelijke wijze inzichten biedt in het
ontstaan van en de mogelijke oplossingen voor obstakels die ervaren worden. Andere modellen, zoals
de reflectiecyclus van Korthagen (Korthagen, 1982), kunnen door een grote hoeveelheid aan stappen
naar mijn idee soms ondoorzichtig blijven, waardoor de eigenlijke inzichten verhuld blijven.
Het model van Rolfe is gebaseerd op drie opeenvolgende vragen: de “what?”-vraag, de “so
what?”-vraag en de “now what?”-vraag. Het doel van deze vragen is, respectievelijk, om (1) de
feitelijkheden van de situatie of ervaring op te helderen, (2) de implicaties van die feitelijkheden te
onderzoeken en (3) actieplannen op te stellen op basis van de gevonden implicaties. Voor iedere stap
zijn ondersteunende vragen opgesteld om het reflectieproces op gang te brengen, en om ervoor te
Figuur 1 De reflectiecyclus van Rolfe en
zorgen dat nieuwe ervaringen op basis van die reflecties gemakkelijk in toekomstige cyclussen
mede-onderzoekers (Rolfe et al., 2001).
meegenomen kunnen worden, zie Tabel XX. Zo kan er wat mij betreft echt geleerd worden van zulke
ervaringen om persoonlijke groei te bevorderen.
What? So what? Now what?
2