Inhoud
Casuïstiek................................................................................................................................................2
Casus 1 - Beau de Vries...........................................................................................................................2
Belangrijke informatie/gegevens........................................................................................................2
Disfunctionele orgaansystemen..........................................................................................................2
Psychologisch en sociale factoren.......................................................................................................3
Diagnoses...........................................................................................................................................3
Interventies.........................................................................................................................................3
Meetinstrumenten.............................................................................................................................4
Kwaliteit van zorg................................................................................................................................4
Casus 2 - Wil Alta....................................................................................................................................5
Disfunctionele orgaansystemen..........................................................................................................6
Psychologisch en sociale factoren.......................................................................................................6
Diagnoses...........................................................................................................................................6
Interventies.........................................................................................................................................6
Meetinstrumenten.............................................................................................................................7
Kwaliteit van zorg................................................................................................................................7
Casus 3 - Robin Teze................................................................................................................................8
Disfunctionele orgaansystemen..........................................................................................................9
Psychologisch en sociale factoren.......................................................................................................9
Diagnoses...........................................................................................................................................9
Interventies.......................................................................................................................................10
Meetinstrumenten...........................................................................................................................11
Kwaliteit van zorg..............................................................................................................................11
Casus 4 - Sam Polac..............................................................................................................................12
Disfunctionele orgaansystemen........................................................................................................12
Psychologisch en sociale factoren.....................................................................................................13
Diagnoses.........................................................................................................................................13
Interventies.......................................................................................................................................13
Meetinstrumenten...........................................................................................................................14
Kwaliteit van zorg..............................................................................................................................14
Handelingen volgens Vilans..................................................................................................................15
Casus 1 - Beau de Vries.........................................................................................................................15
Variant 1...........................................................................................................................................15
Variant 2...........................................................................................................................................16
1
,Casus 2 - Wil Alta..................................................................................................................................18
Variant 1...........................................................................................................................................18
Casus 3 - Robin Teze..............................................................................................................................22
Variant 1...........................................................................................................................................22
Casus 4 - Sam Polac..............................................................................................................................26
Variant 1...........................................................................................................................................26
Variant 2..........................................................................................................................................28
Casuïstiek
Casus 1 - Beau de Vries
Beau de Vries heeft obesitas en is bekend met Diabetes Mellitus type 2 (DM2). Beau is opgenomen
met ontregelde bloedsuikers en acute pijn in de maagstreek. Bij het maken van een echo blijkt Beau
een pancreatitis te hebben ten gevolge van galstenen. De galstenen worden door middel van een
ERCP verwijderd. Na een paar dagen is de pijn acceptabel en herstellen de bloedwaarden van de
lever richting normale waarden. Beau is gestart met licht vloeibaar eten en kan dit steeds beter
verdragen. Wel blijft Beau misselijk, waarvoor anti-emetica intraveneus is voorgeschreven. Beau
heeft een infuus: 1 L NaCl 0,9% per 24 uur.
Beau vertelt dat voor de opname de bloedsuikers regelmatig ontregeld waren omdat Beau het
moeilijk vindt zich aan de leefregels van ‘gezonde voeding en bewegen’ te houden.
Belangrijke informatie/gegevens
Beau is opgenomen met ontregelde bloedsuikers en acute pijn in de maagstreek. Bij het
maken van een echo blijkt Beau een pancreatitis te hebben ten gevolge van galstenen. De
galstenen zijn door middel van een ERCP verwijderd. Pijn is acceptabel.
Patiënt is gestart met licht vloeibaar eten, kan dit steeds beter verdragen. Patiënt blijft
misselijk, hiervoor krijgt patiënt anti-emetica IV (metoclopramide).
Patiënt heeft obesitas en is bekend met DM2, had voor de opname ook regelmatig
ontregelende bloedsuikers omdat zij het moeilijk vindt zich aan de leefregels van gezonde
voeding en bewegen te houden. Weet wel dat dit van invloed is op haar bloedsuikerspiegel.
Prioriteren:
1. Misselijkheid
2. Pijn (pancreatitis en galstenen)
3. Leefregels van gezonde voeding en bewegen (obesitas) - Voedingstoestand
4. Ontregelde bloedsuikerspiegel
Disfunctionele orgaansystemen
1. Digestief systeem (afbraak en vertering) -> Dhr. de vries is bekend met een pancreatitis ten gevolge
van galstenen, 1e prioritring omdat een pancreatitis een acute situatie is die eerst verholpen moet
worden om dhr. veilig het ziekenhuis te kunnen laten verlaten, een pancreatitis kan ernstige
complicaties opleveren als geelzucht en een darmstilstand.
2. Hormoonsysteem/endocrien systeem (lage endocriene organen) -> Dhr. de vries is bekend met
diabetes mellitus type 2, deze vorm van diabetes ontstaat doordat de cellen in het lichaam minder
gevoelig zijn voor het hormoon insuline en er teveel glucose in het bloed achterblijft met het gevolg
te hoge bloedsuikerwaardes van het bloed. Dit krijgt mijn tweede prioritering omdat dhr. als bekend
is met de aandoening en het in deze situatie minder acuut is.
2
,Psychologisch en sociale factoren
Mogelijk krijgt patiënt geen steun vanuit haar omgeving. Denk bijv. aan feestjes met vrienden
in familie met veel alcohol of een partner die ook niet actief is en ongezond eet.
Verstoord zelfbeeld, onzekerheid, schaamte: vindt het moeilijk zich aan de leefregels van
gezonde voeding en bewegen te houden, weet wel dat dit van invloed is op de
bloedsuikerspiegel. Dit kan zorgen voor een verstoord zelfbeeld, onzekerheid, schaamte
aangezien Beau een gezondere leefstijl wil aannemen, maar dit niet lukt.
Schuldgevoelens
Angst voor de meningen van anderen
Omgang met stress
Vragen: Hoe gaat u om met de ontregelde bloedsuikerspiegel? Wat vindt u moeilijk om aan de
leefregels te houden?
Diagnoses
Diagnose 1:
Diagnose:
P: (Acute) pijn
E: Pancreatitis, galstenen
S: Opgenomen met pijn in de maagstreek, geeft pijn aan, pijnscore (pijn is acceptabel), eventueel
andere symptomen die tijdens het gesprek naar voren komen.
Diagnose 2:
Diagnose:
P: Ontregelde bloedsuikers
E: Pancreatitis, moeite zich aan leefregels gezonde voeding en bewegen te houden, DM2.
S: Mogelijke symptomen: hypo- en hyperglykemie, vermoeidheid, prikkelbaarheid (uitvragen tijdens
het gesprek). In de casus werd dit ook gemeld
Diagnose 3:
Diagnose:
P: Inadequate voedingsinname
E: Niet goed eten door misselijkheid, pancreatitis
S: Vloeibaar dieet, hij is nog misselijk en heeft een infuus
Diagnose 4:
Diagnose:
P: Risico op vochttekort
E: Misselijkheid/braken, verminderd eten en drinken door misselijkheid, mogelijk hyperglykemie
S: Mogelijke symptomen: droge huid, ingevallen ogen, donkere urine, droge mond en tong,
hoofdpijn
Interventies
Misselijkheid
Afleiding (afstemmen op wat in het verleden eventueel succes vol was of op de techniek die
de voorkeur heeft van de patiënt bijv. muziek, gesprek voeren, verhaal vertellen, denken aan
een prettige ervaring die je patiënt heeft meegemaakt, ademhalingstechnieken).
Toediening van anti-emetica, indien voorgeschreven door de arts.
Blijven observeren of de medicatie zijn werking doet.
Moedig de patiënt aan om aan te geven wanneer hij/zij misselijk is.
Misselijkheidsscore afnemen van de NOC-app of VAS-score voor misselijkheid.
(Acute) pijn
3
, Zorgen voor een comfortabele houding
Afleiding en ontspanning bijv. door het aanleren van bepaalde ademhalingstechnieken
Pijnscore afnemen en bijhouden (NRS-score)
Medicatiebeleid: nagaan of de medicatie hier eventueel van invloed op is en zo nodig met de
arts overleggen over wijzigingen in het beleid
Patiënt informeren en voorlichten over de pijn (de oorzaak van de pijn).
Risico op instabiele glucosewaarden
Regelmatig meten van de bloedsuiker.
Voorlichting over het ziekteproces, voorgeschreven dieet, lichaamsbeweging en/of medicatie.
Medicatiebeleid (nagaan welke geneesmiddelen de patiënt heeft en waar eventuele
aanpassingen nodig zijn -> hierover overleggen met de arts/verpleegkundig specialist).
Verbetering van de persoonlijke effectiviteit (motiverende gespreksvoering, de patiënt helpen
realistische, haalbare doelen te stellen (shared decision making))
Inadequate voedingsinname
Langzaam opbouwen van voeding afstemmen in overleg met de arts
Voedingsinname bijhouden.
Risico op vochttekort
Vochtbalans bijhouden
Eventueel toedienen van vocht via het infuus
Meetinstrumenten
1. NRS-score (numeric rating scale): een schaal van 1 tot 10, waarbij de patiënt zijn pijnscore
aangeeft. Met behulp van deze score kan tevens in de gaten gehouden worden hoe de pijn zich
uiteindelijk ontwikkeld. Beau had door de galstenen acute pijn in de maagstreek. Na het verwijderen
van de galstenen is de pijn verminderd naar acceptabel, maar nog steeds aanwezig. Het is van belang
om in de gaten te houden of de pijn niet erger wordt, ook vanwege de nog aanwezige pancreatitis.
2. Vochtbalans: hiermee kan in de gaten worden gehouden of Beau te veel vocht verliest. Zij is
namelijk misselijk, krijgt mogelijk minder eten en drinken binnen vanwege de misselijkheid, braakt
mogelijk, wat er mogelijk voor kan zorgen dat Beau gedehydreerd raakt. Ook heeft zij last van
ontregelde bloedsuikers. Bij een hyperglykemie zal het overschot aan glucose in de urine
terechtkomen. Glucosemoleculen trekken water ook, waardoor door de nieren meer water
uitgescheiden wordt en de urineproductie toeneemt, wat tot dehydratie kan leiden.
3. BMI (Body mass index): voor het in de gaten houden van het gewicht, om te bepalen of de patiënt
een gezond gewicht heeft als Beau zich zo meteen beter aan de regels voor gezonde voeding en
beweging houdt.
4. Diabetes Management Self-Efficacy Scale: Het instrument meet self-efficacy van diabetes type 2
patiënten bij zelfzorg activiteiten. Het betreft zelfzorg activiteiten die nodig zijn om met diabetes om
te gaan: voeding, medicatie, beweging, voetcontrole, bloedsuikercontrole en verhelpen hypo/hyper.
Dit is van meneer nu ook niet bekend. Er is alleen bekend dat Beau weet dat zijn leefgewoontes
invloed hebben op zijn glucosewaarden.
5. VAS-score tegen misselijkheid.
Kwaliteit van zorg
Benoemt drie of meer punten van de veilige werkplek die hij/zij heeft gecreëerd, gerelateerd aan de
uitgevoerde performance.
Naalden in naaldencontainer, voorkomt prikaccidenten en besmettingen
Naam en geboortedatum: voorkomt verwisseling van patiënten
4