Leerdoelen Inleiding in de psychologie.
Hoofdstuk 1: Geest, gedrag en psychologische wetenschap
§1.1, 1.2
1. Wat is psychologie wel en niet?
= De wetenschap van gedrag en geestelijke processen
WEL:
- Psychologie is de studie van de geest. Het kijken naar gedrag.
- Psychologie bestaat uit interne geestelijke processen die we direct waarnemen (denken, voelen en
verlangen) als externe waarneembare gedragingen (praten, glimlachen en lopen)
- De wetenschap van de psychologie is gebaseerd op objectieve, verifieerbare gebeurtenissen
NIET:
- Psychiatrie = een medisch specialisme dat zich richt op diagnose en behandelingen van geestelijke
problemen
Kenmerken psychiaters:
Medisch van aard.
Studie: geneeskunde + specialisatie gedragsproblemen.
Behandelen ernstiger psychische stoornissen dan psychologen.
Zien het als patiënten (i.p.v. cliënten) met een geestelijke ziekte.
Kleiner vakgebied.
Mogen medicatie voorschrijven, psychologen niet.
3 Specialismen:
1) Experimenteel psychologen (onderzoek psychologen) = psycholoog die onderzoek doet naar
elementaire psychologische processen (bijv. Waarnemen)
Zijn mensen die werken onderzoekinstellingen, lesgeven op universiteiten en neuropsychologen.
2) Docenten psychologie = psycholoog met als taak het geven van onderwijs
Zijn mensen die lesgeven op een hbo- en bacheloropleidingen en universiteiten.
Doen ook wetenschappelijk onderzoek.
3) Toegepast psychologen = psycholoog die door experimenteel psychologen kennis gebruiken om
problemen van mensen op te lossen. (D.m.v. training, behandeling)
Specialisaties:
Arbeids- en organisatiepsychologen: gespecialiseerd in aanpassingen aan de werkplek die de
productiviteit en de arbeidsmoraal (= reden om te werken) van werknemers moeten maximaliseren
(bijv. Zwangerschap)
Sportpsychologen: helpen sporters hun prestaties en motivatie te verbeteren, door trainingssessies en
door hen te leren hun emoties onder druk te beheersen.
Schoolpsychologen: deskundig op het gebied van lesgeven en leren. Diagnosticeren leer- en
gedragsproblemen.
Klinisch psychologen: helpen mensen zich aan te passen op sociaal en emotioneel gebied, of om
moeilijke keuzes (in relaties, carrière, of opleiding) te maken. -> 10-jarige studie
Forensisch psychologen: zij leveren hun expertise (= kennis en vaardigheden) aan het wets- en
rechtssysteem. (Nieuwste specialisisme). Zij kunnen o.a. verklaringen beoordelen en gevangenen
testen.
2. Wat zijn de belangrijkste stromingen in de geschiedenis?
1) Empirisme: Ervaring, leerprocessen. Dingen meemaken er erop uitgaan om meer kennis te creëren vanuit
experimenten. Het bewustzijn van de mens is op te delen in elementen.
Wilhem Wundt, Francis Bacon, John Locke
2) Rationalisme: Door vooral veel denken creëer je nieuw kennis. Er is een scheiding tussen geest en lichaam.
René Descartes,
3) Structuralisme: Zoeken naar bepaalde structuur. Kijken naar waarom we die geest hebben, hoe het is
ontstaan en hoe helpt het bij het leven wat we lijden. -> het proberen te ontrafelen van de basisstructuren
van de geest en gedachten.
Wilhem Wundt, Edward Bradford Titchener
1
,4) Behaviorisme: Wetenschap van het gedrag van de meetbare omstandigheden in de omgeving die het
gedrag beïnvloeden (= waarneembare reacties vanuit de omgeving). Richten zich op gedrag en NIET alleen
op mentale processen. Niet kijken naar subjectieve dingen (= bijv. iets wat invloed heeft gegeven op je
eigen mening). -> Geen subjectieve aannamen over de interne aanleiding (bijv angst) voor extern gedrag
(bijv. Vermijding)
B.F Skinner, John B. Watson (opstandige groep) -> het bestuderen van de geest zou geen deel van de
psychologie uitmaken. Alleen gedrag kon worden geobsedeerd.
5) Functionalisme: Richten op de functie van het bewust zijn, NIET alleen de structuur ervan. Organismen
passen zich aan, aan hun omgeving.
William James -> vond de ideeën van Charles Darwin interessanter. Had belangstelling voor emoties
met relatie tot het lichaam en tot gedrag. John Dewer -> niet denken maar doen.
6) Creationisme: het universum en al het leven op aarde is te danken aan god.
7) Evolutionaire perspectief
Charles Darwin -> natuurlijke selectie, veroorzaakt evolutie, organismen die aangepast zijn aan hun
omgeving en dus meer kans hebben om te overleven.
Hij was verbaasd over gelijkenissen tussen dieren en planten -> Misschien dezelfde voorgeschiedenis?.
(Ging tegen creationisme)
Evolutionaire psychologie = gedrag en mentale processen komt voort uit overgeërfde neigingen zoals
overleving en voortplanten
8) Psychodynamisch psychologie = legt nadruk op het begrijpen van menselijk functioneren in termen van
onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten. Het onbewuste heeft een grote rol in het
gedrag.
- Psychoanalyse: benadering van de psychologie die is gebaseerd op de veronderstellingen van Freud., die
de nadruk legt op onbewust processen.
Sigmond Freud
9) Humanistische psychologie: legt nadruk op de mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens.
10) Psychologie van karaktertrekken en temperament: ziet gedrag en persoonlijkheid als de producten va n
fundamentele psychologische kenmerken (bijv.) -> waardoor verschillen tussen mensen ontstaan.
11) Holisme: Totaliteit is belangrijker dan alles apart te bekijken.
Stanley Milgram, Philip Zimbardo
3. Vanuit welke 6 perspectieven kan gedrag worden bekeken?
1) Biologisch perspectief: zoekt oorzaken van gedrag in het functioneren van genen, hersenen, zenuwstelsel
en hormoonstelsel (=endocriene stelsel)
- Scheiding van het lichaam en geest.
a) Neurowetenschappen: richt zich op hoe hersenen mentale processen (bijv. Gedachtes en
gevoelens) creëren.
b) Evolutionaire psychologie: beschouwt gedrag en mentale processen op basis van genetische
aanpassingen aan overleving en voortplanting (Charles Darwin). “Hoe is het ontstaan?”.
2) Cognitieve perspectief: nadruk ligt op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en denken als
vormen van informatieverwerking. Bijv. Hoe ik denk “Hoe sta ik voor een zaal” beïnvloed mijn gedrag.
Beinvloeden van gedachtes en herinneringen.
Alles wat in je hoofd afspeelt.
Brain imaging-technieken (= computertechnologie); observatiemethoden.
- Introspectie = mensen vragen hun waarnemingen te beschrijven. Sensorische en emotionele reacties op
verschillende prikkels beschreven.
- Structuralisme
- Functionalisme
3) Behavioristische perspectief: perspectief (= punt waaruit iemand naar iets kijkt) dingen leren. Onbewust
iets zijn wat je hebt aangeleerd. Wat gebeurd er in een situatie en wat is het gedrag van een persoon in die
situatie. -> de bron van onze handelingen zoeken in stimuli (= prikkel) vanuit de omgeving
- Black box = niet weten wat er afspeelt. Kan niet worden gestudeerd.
- Behaviorisme
4) Whole-person perspectief: Gericht op onderzoeken van mensen waar iets mee aan de hand is. Mensen
zien als individu en kijken naar karakter. -> gedrag verklaren vanuit persoonlijkheid.
- Psychodynamisch psychologie
- Psychoanalyse
2
, - Humanistische psychologie
5) Ontwikkelingsperspectief: Legt nadruk op erfelijkheid en omgeving en op voorspelbare veranderingen die
zich voordoen tijdens de levensloop. Veranderingen die ontstaan door Nature (= aangeboren) /Nurture
(=aangeleerd) “Past het bij de persoon of niet?”, kijken naar leeftijd (bijv. Agressieve tiener past beter dan
agressieve opa)
6) Socioculturele perspectief: Mensen leren van elkaar door te kijken naar anderen. Cultuur heeft invloed op
gedrag wat jij normaal vindt.
Cross cultureel psycholoog: geïnteresseerd in de manier waarop psychologische processen verschillen
tussen mensen van verschillende culturen.
Holisme
Perspectief Idee Wat bepaald gedrag? Wie?
Biologisch Lichaam wordt apart van de Hersenen, zenuwstelsel, René Descartes
geest bestudeerd. endocriene stelsel en genen.
Cognitief Wetenschappelijke methodes Iemands unieke patroon van Wilhelm Wundt,
kan worden gebruikt om de waarnemingen, interpretaties, William James,
geest te bestuderen. verwachtingen, overtuigingen John Dewey.
en herinneringen.
Behavioristisch Psychologie moet de Prikkels in onze omgeving en de John watson en
wetenschap van observeerbaar voorgaande consequenties van B.F. Skinner
gedrag zijn, niet van mentale ons gedrag.
processen.
Whole –person - Psychodamische - Processen in onbewuste Sigmund Freud
psychologie geest.
(Persoonlijkheid en psychische
stoornissen komen voort uit
processen in het onbewuste) - De aangeboren behoefte Carl Rogers,
- Humanistische psychologie om te groeien en ons zo Abraham Maslow
(Psychologie moet de nadruk goed mogelijk te
leggen op mentale groei en wat verwezenlijken.
erin te groeien is i.p.v. op
psychische stoornissen. - Unieke Oude Grieken
- Psychologie van persoonlijkheidskenmerken
karaktertrekken en die in de tijd in alle
temperament (individuen situaties consistent zijn.
kunnen worden begrepen in
karaktertrekken en
temperament)
Ontwikkeling Mensen veranderen als gevolg Interactie tussen erfelijkheid en Mary Ainsworth,
van een interactie tussen omgeving, die zich het hele Jean Piaget
erfelijke eigenschappen en leven door uit, in voorspelbare
omgeving. patronen.
Sociocultureel Sociale en culturele invloeden De kracht van de situatie. Stanley Milgram,
kunnen de invloed overstemmen Philip Zimbardo
van alle andere factoren die
gedrag beïnvloeden.
§1.3
3