100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
UITWERKING ALLE WC'S RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID (RTO) (zelf 8 gehaald) €8,99
In winkelwagen

College aantekeningen

UITWERKING ALLE WC'S RECHTSBESCHERMING TEGEN DE OVERHEID (RTO) (zelf 8 gehaald)

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Complete uitwerking van alle wc's waarvan de antwoorden besproken zijn in de les.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • 5 januari 2025
  • 22
  • 2024/2025
  • College aantekeningen
  • Kuijvenhoven
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (44)
avatar-seller
jmschoon
WC 1: de drie ‘B’ van het bestuursrecht

Casus:
Dhr. Machlas wil in de mooie gemeente Stapselt graag het Griekse restaurant ‘Sirtaki’
beginnen. Het college van B&W heeft aan hem inmiddels de voor de verbouwing van het
pand en de exploitatie van het restaurant benodigde omgevingsvergunning verleend. Mw.
Pluymaekers woont twee straten verderop. Zij neemt kennis van het feit dat aan dhr.
Machlas een omgevingsvergunning is verleend. Zij vindt een restaurant in haar woonwijk,
mede gelet op de te bouwen schoorsteen van 12 meter, ontsierend. Zij dient tegen de
verleende omgevingsvergunning een bezwaarschrift in. A. Kan mw. Pluymaekers als
belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb worden

Er zijn hier twee wegen mogelijk:
(i) Pluymaekers is belanghebbende: Pluymaekers woont twee straten verderop, maar omdat
de schoorsteen 12 meter hoog is zal deze te zien zijn vanuit haar woning. Ook zal zij last
hebben van de stank die uit de schoorsteen van het restaurant komt. Vanwege het zicht- en
afstandscriterium in samenhang met de stankoverlast is zij belanghebbende in de zin van
art. 1:2 Awb.
(ii) Pluymaekers is geen belanghebbende: als het enkele belang van Pluymaekers is dat zij
de omgevingsvergunning niet verleend wil hebben, omdat ze een restaurant incl.
schoorsteen lelijk vindt in haar woonwijk dan is zij geen belanghebbende. Er is namelijk geen
objectief bepaalbaar belang, want het gaat om een zuiver emotioneel belang. (let op: het
stankprobleem speelt hier dus niet).

Stel dat dhr. Machlas het pand voor zijn restaurant heeft gehuurd van Vastgoedmaatschappij
Tillie BV. Het college van B&W besluit de aan de omgevingsvergunning verbonden
voorschriften te wijzigen, in die zin dat alleen ’s ochtends tussen 7:00 en 8:00 uur
vrachtwagens mogen laden en lossen. Machlas is van mening dat hij met deze voorschriften
zijn restaurant niet meer goed kan exploiteren en hij meldt aan Vastgoedmaatschappij Tillie
BV dat hij overweegt zijn huurcontract op te zeggen. Tillie BV, die haar huurder dreigt te
verliezen, wenst in rechte op te komen tegen de wijziging van de aan de
omgevingsvergunning verbonden voorschriften. B. Kan Tillie BV bezwaar instellen tegen
de wijziging van de vergunningvoorschriften?

Uit art. 8:1 Awb volgt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij
bestuursrechter, er zijn dus twee vereisten: belanghebbende en besluit. Degene aan wie het
recht op beroep art. 8:1 Awb is toegekend heeft ook het recht om bezwaar te maken art. 7:1
Awb.

In casu is Tillie BV de verhuurder, die een afgeleid belang heeft via het huurcontract. Als je
verhuurder bent en er wordt inbreuk gemaakt op een eigendomsbelang, bijvoorbeeld
waardedaling van de pand, dan wordt je naast het afgeleid belang ook in je persoonlijke
belang geraakt, dit volgt uit CRvB Intrekking Pgb. Tillie BV heeft in casu dus naast een
afgeleid belang vanuit een contractuele relatie ook een persoonlijk belang wegens haar
eigendomsbelang en is hiermee belanghebbende in de zin van art. 1:2 Awb.

Naar aanleiding van het bezwaar van Tillie BV is de gemeente Stapselt gaan nadenken over
de verkeersveiligheid in de straat van restaurant ‘Sirtaki’. In het verleden zijn op de stoep
voor het restaurant ‘Amsterdammertjes’ geplaatst om illegaal geparkeerde auto’s te
voorkomen. Aangezien er de laatste tijd wat ongelukken in verband met de paaltjes hebben
plaatsgevonden, is de gemeente nu voornemens deze paaltjes te verwijderen. De stoep
behoort tot de openbare weg waarvoor de gemeente op grond van artikel 15 en 16
Wegenwet gehouden is deze in goede staat te houden. Uit de notulen van een vergadering

,van het college van B&W volgt dat het college heeft besloten om de paaltjes te verwijderen.
Deze beslissing wordt schriftelijk bekend gemaakt.
C. Is de beslissing van het college om de paaltjes te verwijderen een besluit in de zin
van artikel 1:3 lid 1 Awb?

Het verwijderen van de paaltjes ziet op een feitelijke handeling van de gemeente, dit is niet
aan te merken als een besluit. Want onder besluit wordt verstaan art. 1:3 Awb: een
schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling. Het gaat hier wel om een schriftelijke beslissing, maar de beslissing is niet
gericht op een rechtsgevolg, ziet enkel op een feitelijke handeling. Uit ABRvS Inzet
Videoteam volgt dat de mededeling van het voornemen tot feitelijk handelen niet is aan te
merken als een besluit in de zin van art. 1:3 lid 1 Awb. Een rechtshandeling is een handeling
die gericht is tot een rechtsgevolg, hiervan is sprake in drie situaties: (i) rechten en plichten
van burgers veranderen (ii) bevoegdheden van bestuursorganen veranderen of (iii) de
juridische status van een persoon of zaak verandert of wordt vastgesteld. Daar is hier geen
sprake van.

Tillie BV wil graag haar bijdrage leveren aan een duurzame wereld door op het dak van het
pand zonnepanelen te plaatsen. Het is echter onduidelijk of hiervoor een
omgevingsvergunning is vereist. Desgevraagd deelt het college van B&W aan Tillie BV mee
dat géén vergunning is vereist. Overbuurman Yilmaz is het niet eens met deze beslissing
van het college. De zonnepanelen maken volgens hem een ernstige inbreuk op de redelijke
eisen van welstand.
D. Is de beslissing van het college aan te merken als een besluit in zin van artikel 1:3
lid 1 Awb?

In ABRvS Bovenleidingportalen Duiven is bepaald dat de mededeling van het
bestuursorgaan dat geen vergunning is vereist geen besluit is in de zin van art. 1:3 Awb. Er
zijn twee uitzonderingen wanneer er toch sprake is van een besluit:
1. Als het aanvragen van een vergunning onevenredig bezwarend is (als er te veel geld,
voorbereiding in het aanvragen van een vergunning is gestopt en later blijkt dat geen
vergunning vereist is, dan kan deze persoon toch naar de rechter stappen = het
onevenredig-bezwarend criterium)
2. Als het verzoek tot handhaving te laat komt, omdat de gedane handelingen niet ongedaan
kunnen worden gemaakt en een derde hierdoor onomkeerbare onevenredige gevolgen
heeft, dan kan er toch sprake zijn van een besluit om de derde te beschermen.

WC 2: De bestuurlijke voorprocedure en de vovo-procedure
Casus 1:
Het bestuur van het Tilburgs Toneel, een kleine theatervereniging die jaarlijks een klucht
opvoert in de Stadsschouwburg, zit vanwege oplopende kosten krap bij kas. Om ook de
komende jaren een jaarlijkse voorstelling te kunnen houden dient zij een verzoek in bij de
stichting Brabants cultuurfonds. Dit fonds verstrekt subsidies ter bevordering en stimulering
van de theaterkunst in Noord-Brabant op grond van een door Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant vastgestelde subsidieregeling. Het door het bestuur van het Tilburgs toneel
ingediende verzoek om subsidie wordt afgewezen. De jaarlijkse voorstellingen zijn naar het
oordeel van de stichting onvoldoende origineel en niet van de vereiste hoogwaardige
kwaliteit. Het bestuur dient tegen de weigering van de stichting subsidie te verlenen een
beroepschrift in bij de rechtbank Oost-Brabant, teambestuursrecht. De rechtbank constateert
dat het bestuur op grond van art. 7:1 lid 1 Awb eerst een bezwaarschrift had moeten
indienen bij de stichting Brabants cultuurfonds. A. Wat zal de rechtbank doen? Maakt het
voor uw antwoord verschil of de bezwaartermijn wel of niet is verstreken?

Het eerste wat je hier doet:
 Bip: de afwijzing van het verzoek om subsidie

,  Belanghebbende: de bip is gericht aan Tilburgs toneel, dus die is belanghebbende
(gaat hier om een beschikking art. 1:3 lid 2 Awb, dus geen OPERA toetsen)
 Bestuursorgaan: Stichting Brabants Cultuurfonds is een b-orgaan: een stichting is een
privaatrechtelijk orgaan die belast is met een bestuursrechtelijke taak, die gebaseerd
is op een wettelijke grondslag namelijk de Subsidieregeling. De gedeputeerde staten
is een a-orgaan, maar zijn niet degene die het besluit hebben genomen.
 Bob: nee, Tilburgs Toneel gaat direct naar de rb. zonder bezwaar te hebben gemaakt

Vervolgens ga je beoordelen wat de rb. zal doen: Art. 6:13 Awb bepaald dat er geen beroep
bij de bestuursrechter kan worden ingesteld indien de belanghebbende verweten kan worden
dat hij geen zienswijze/bezwaar/administratief beroep heeft ingesteld. Het is hier van belang
of het beroep door Tilburgs Toneel is ingesteld binnen de bezwaartermijn, want dan geldt een
doorzendplicht art. 6:15 Awb. De rechtbank zal het ingediende beroepschrift dan doorzenden
aan het bestuursorgaan om te behandelen als een bezwaarschrift. Als de bezwaartermijn al
is verlopen dan vervalt de doorzendplicht, tenzij het niet verweten kan worden dat de
belanghebbende in verzuim is geweest art. 6:11 Awb.

Anders dan hiervoor: het bestuur dient tijdig een bezwaarschrift in tegen de weigering van
de subsidie. Het voert aan dat uit het besluit onvoldoende blijkt hoe precies bepaald is dat de
jaarlijkse voorstellingen onvoldoende origineel zijn en bovendien niet van hoogwaardige
kwaliteit zouden zijn. Het bestuur ontvangt een uitnodiging van de door de stichting Brabants
cultuurfonds ingestelde onafhankelijke Commissie bezwaarschriften (art. 7:13 Awb). Deze
Commissie bestaat uit een voorzitter en vier leden. Zij zijn allen niet in dienst van de stichting
Brabants cultuurfonds. B. Waarover dient de Commissie te adviseren met het oog op de
door de stichting Brabants cultuurfonds te nemen beslissing op bezwaar?

Het bestuursorgaan heeft de Commissie bezwaarschriften ingeschakeld voor advies,
hiervoor bestaat een wettelijke basis, namelijk art. 7:13 Awb. De Commissie gaat na of het
bezwaar gegrond is en of dat er een andere bip moet komen, de Comissie beoordeeld dus
ex tunc. De Commissie adviseert het bestuursorgaan, maar het bestuursorgaan mag van dit
advies afwijken.

Het bestuursorgaan moet het besluit volledig heroverwegen art. 7:11 lid 1 Awb, voor zover de
heroverweging daartoe aanleiding neemt herroept het bestuursorgaan het bip en neemt hij
een nieuw besluit. Indien er een nieuw besluit wordt genomen, dan moet het oorspronkelijke
besluit herroepen worden, want bezwaar schorst de werking van het bip niet op art. 6:16
Awb.

C. Kan de stichting Brabants cultuurfonds de beslissing op bezwaar mandateren aan
de Commissie?
Mandaat is geregeld in art. 10:3 lid 1 Awb en houdt in dat de bevoegdheid wordt
overgedragen aan een ander bestuursorgaan/ambtenaar, die het besluit neemt namens het
bestuursorgaan. Het bestuursorgaan blijft eindverantwoordelijk. Mag st. Brabants
cultuurfonds hier dan oordelen in bob?

In beginsel geldt art. 1:5 Awb: op het bezwaar moet worden beslist door het bestuursorgaan
dat het besluit heeft genomen. Maar o.g.v. art. 10:3 lid 1 Awb kan een bestuursorgaan
mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de
bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. Nergens in de Awb staat dat je geen
mandaat mag verlenen aan de Commissie bezwaarschriften, dus in principe is mandaat
toegestaan.

In ABRvS Senternovem werd er bevoegdheid werd er gemandateerd aan SenterNovem die
had beslissing op bezwaar genomen, stond onder bevoegdheid ministerie Economische
zaken. Wat de belanghebbende zei: SenterNovem is niet bevoegd, hoort niet bij

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jmschoon. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48756 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd