100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide Complexe Systemen samenvatting van alle colleges €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide Complexe Systemen samenvatting van alle colleges

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van alle colleges van het vak Complexe Systemen van Theorie tot Praktijk van de masteropleiding Pedagogische Wetenschappen (Radboud Universiteit).

Voorbeeld 6 van de 38  pagina's

  • 5 januari 2025
  • 38
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
evivuden
Complexe systemen van theorie tot praktijk
HC1 – Introductie en personalisatie A
Complexe systemen:
 Bestaan uit een aantal elementen die vaak op een micro niveau interacteren met elkaar, dat je op
globale schaal bepaald gedrag kan zien
Eenvoudige systemen vs. complexe systemen:
 Componenten vs. interacties
 Lineaire verandering vs. niet-lineaire verandering
 Één schaal vs. meerdere schalen
o Micro/macro
o Ruimtelijk/temporeel
 Statisch vs. dynamisch
 Enkelvoudig vs. meervoudige causaliteit (oorzaak-gevolg, niet eenrichting dan)
 Reductionisme vs. zelforganisatie en emergentie (=plotseling verschijnen)
o Reduceren van een complex geheel, alle losse deeltjes begrijpen waardoor je het complexe
systeem kunt verklaren
Componenten:
 Reductionisme
o Reduceert gecompliceerde problemen tot eenvoudigere delen
o Systeem gedrag= som van het gedrag van de componenten
o Dus alles wat er gebeurt leidt tot een bepaald gedrag(spatroon)
 Interacties
o Zelforganisatie:
 Lokale interacties tussen de componenten
 Globaal emergent systeem gedrag
 Reduceert niet tot het gedrag van de componenten
In simpele/lineaire systemen telt de activiteit van de componenten op (additiviteit)
In complexe systemen werken de processen, die betrokken zijn bij een activiteit, zo sterk op elkaar in dat
ze niet afzonderlijk kunnen worden begrepen (interacties)
Wat hebben we tot nu toe geleerd van lineaire statistiek:
 Verklaringen over groepen:
o Vrouwen emotioneler dan mannen
o Baby’s hebben geen Theory Of Mind, peuters wel
o Adolescenten impulsiever dan jongvolwassenen
o Mensen met ADHD hebben zwak ontwikkelde effectieve functies
o Kinderen met autisme vertonen repetitief gedrag
o Docenten bevooroordeeld ten opzichte van leerlingen met lage SES-achtergrond
 Laat zien dat we uitspraken doen over groepen
 Verklaringen zijn vaak lineair
o Verandering in B is evenredig aan verandering in A
o Hoe ouder men wordt  hoe minder impulsief gedrag
o Hoe zwakker EF  hoe sterker ADHD
o Hoe repetitiever het gedrag  hoe duidelijker het autisme

,  Vergelijk gemiddelden
 Correlatie berekenen (verklaarde variantie)
 Anova uitvoeren
o Maar wat zegt dat over een individu?
 Traditionele statistiek:
o Hebben alleen betrekking op de groep, niet het individu
o Lineaire relaties (zoals corrlatie, t-test, anova, regressie)
o Componenten verklaren gedrag
o Onafhankelijk componenten samen opgeteld verklaren het gedrag
o Waargenomen score = ware score + ruis
 Complexiteitstheorie:
o Hebben betrekking op groep en individu, gemeten in de tijd
o Niet-lineaire relaties (zoals faseovergangen, kleine oorzaak groot effect en omgekeerd)
o Interacties verklaren gedrag (lokale interacties leiden tot het globale gedrag en andersom)
o Afhankelijke componenten (hele systeem kan van belang zijn)
o Waargenomen score= dynamisch veranderingsproces
 Lineair:
o Een verandering in X gaat gepaard met een evenredige verandering in Y
o Eén rechte lijn
o Een oorzaak heeft een vast gevolg
o Statisch, één keer meten, verandert niet
 Niet-lineair:
o Een verandering in Y is niet evenredig met X
o Geen één rechte lijn, wisselend, gebogen of stuk recht, stijgend en weer stuk recht
o Wederkerige relaties bijv., verandering
o Kijken naar dynamiek (niet naar het gemiddelde kijken), over langere tijd volgen
 Statisch:
o Gewoonlijk vertegenwoordigt elk datapunt één gemeten waarde voor één persoon
o Dus elk puntje in een x/y-as tabel is één persoon
 Dynamisch:
o Gewoonlijk vertegenwoordigt elk datapunt een veranderingsproces (veel waarden gemeten
in de tijd) van één individu
Causaliteit in complexe systemen:




Hoe betekenisvol is het gemiddelde bij een wisselende lijn?
Verzamelen van tijdreeksen veel nuttiger

,Waarom is personalisatie belangrijk?
 Populatiestatistiek geeft kennis over een populatie
o Maar kunnen we daar ook wat mee voor het individu
 Is iedereen hetzelfde, uniek of er tussenin?
 Populatiestatistiek:
o Kleine effectgroottes in de pedagogiek
o Weinig informatie over het individu, terwijl het wel statisch significant is
o Daarom werkt het vaak niet op een specifiek individu
 Traditionele kijk:
o Diversiteit als ruis, error, afwijkend
 Gemiddelde = norm(aal)
 Afwijking van het gemiddelde (diversiteit) = error  uitschieters
 Gemiddelde geldt voor de meeste mensen
 Maar is dat zo?
Hoe groter het aantal individuen dat we observeren, hoe meer de individuele bijzonderheden, hetzij
fysiek/psychologisch, verdwijnen en hoe meer zij de algemene feiten bepalen op de grond waarvan de
samenleving bestaat en zichzelf in stand houdt (Quetelet)
Miller: gemiddelde brein
 bepaalde hersenactiviteit in het gemiddelde brein werd tijdens onderzoek bij individuen niet gevonden
Het gemiddelde verbergt heel veel, zegt niets over specifieke onderdelen
Zo kun je ook hetzelfde IQ hebben, maar op veel onderdelen verschillend kunnen scoren (goed zijn in
andere dingen)
Of dezelfde kledingmaat, maar lengte en breedte verschilt bijvoorbeeld
Personen met dezelfde stoornis kunnen ook heel andere symptomen hebben


Grilligheidsprincipe (Todd Rose)
 Dimensionaliteit
 Bijna niemand scoort gemiddeld op multidimensionale constructen
o Bijv. intelligentie, kledingmaat, symptomen

Context-principe (Todd Rose)
 Context speelt ook een rol
 Fysieke constructen, zoals kledingmaat, zijn redelijk stabiel over verschillende contexten
 Psychologische constructen zijn niet stabiel
Wat zegt populatiestatistiek nog?
 Als profielen grillig zijn en psychologische eigenschappen verschillen tussen contexten, wat is een
populatie dan?
o Intelligent vs. niet-intelligent
o Extravert vs. introvert
o Angstig vs. niet-angstig
 Wat zegt dit allemaal, je kunt het niet als groep zien eigenlijk

,(1)Een gemiddeld persoon bestaat niet
 Bijna niemand scoort gemiddeld op multidimensionale constructen
 Mensen gedragen zich anders in andere contexten


Diversiteit als rangorde (Galton):
Het gaat niet om de gemiddelde mens, niet overal hetzelfde op scoren
De verdeling geeft een rang weer
 Normaalcurve:
o Sommige mensen zijn ergens slecht in en andere dingen juist weer goed
 Lineaire curve:
o Wie slecht is in het één is doorgaans ook slecht in het ander en wie goed is in het één is
doorgaans ook goed in het ander
Het context- en grilligheidsprincipe:
 Context principe: rang is niet stabiel
 Grilligheidsprincipe: het is niet zo dat wie goed is in het één, ook goed is in het ander
 Galton’s ideeën bleken niet te kloppen
o Hij had wel correlatie uitgevonden, waarmee ook nu nog onderzoekers iets proberen te
zeggen over individuen
Een verkeerde interpretatie van een correlatie:
 Wie hoger dan een ander scoort op X, scoort ook hoger dan een ander op Y
 Dat betekent niet dat:
o Iemand die hoger op X gaat scoren dan zichzelf, ook hoger gaat scoren op Y
o Dus als je hoog scoort op lezen, dat je rekenvaardigheden dan ook hoger worden
o Als we X bij iemand verhogen, wordt Y dus niet hoger




(2)Verschillen tussen personen zeggen niets over processen binnen personen
 Variatie tussen persoenen en binnen personen is verschillend
 Variatie tussen personen is niet bruikbaar voor het bestuderen van interventies
 Vragen over verandering moeten binnen personen onderzocht worden
Hoe kunnen we iets leren van individuen?
 Geen groepsvergelijkingen
 Geen cross-sectionele correlaties
 Volg individuen over de tijd  alles is een proces




Het bestuderen van processen:

,  Volg iets over de tijd heen (woordenschat, stemming, lichaamsbeweging, voedselkeuze)
 Stijgt niet in één rechte lijn, maar naarmate kinderen ouder worden zullen er eerst niet veel
woordjes bijkomen, maar ineens schiet dat omhoog
Een aantal eigenschappen van processen in de praktijk/pedagogiek:
 Sequentie-principe (Todd Rose)
o Equifinality: verschillende wegen, zelfde uitkomsten
o Traject is passend bij het individu
o Eerst werd er gedacht dat er een vaste volgorde was in de ontwikkeling van het lopen
 Gebaseerd op gemiddelde
 Dus bijv. eerst hoofd omhoog, rollen, kruipen, zitten etc.
 Maar dit is dus niet bij iedereen zo, iedereen zijn eigen pad/traject
 Iedereen zijn eigen volgorde ook, niet perse de vaste volgorde en zelfde tempo
 Uiteindelijk wel zelfde uitkomst, leren allemaal lopen
 Multifinaliteit
o Zelfde startpunt, maar andere trajecten en uitkomsten (vertakking)
o Bijv. uitkomsten van kindermishandeling (angst, agressie, aanpassing)
 Stabiliteit en fluctuatie
o Verschil tussen het verwerven van vaardigheden (bijv. leren lopen) en meer fluïde
psychologische constructen (bijv. stemmingswisselingen)
o Verschillende mate van stabiliteit op verschillende tijdschalen
o Bijv. je leert lopen en dat is er een stabiele fase dat je dat kan, zo ook met stemming kan
even stabiel zijn
 Onvoorspelbaarheid
o Op korte termijn redelijk precies zeggen wat de verwachting is (van het weer bijv.)
o Op lange termijn is dit lastiger te zeggen, betrouwbaarheidsinterval wordt groter, je weet
niet precies hoe het gaat lopen, kan fluctueren
o Je weet niet precies waar het dan heen gaat
 Het is niet mogelijk om de uitkomst van psychotherapie vooraf te voorspellen
 Mensen met dezelfde beginwaarden divergeren over de tijd heen
(3)Er is diversiteit in individuele processen
 Sequentie-principe
 Multifinaliteit
 Stabiliteit en fluctuatie
 Onvoorspelbaarheid


Samenvatting:
 De gemiddelde persoon bestaat niet
 Verschillen tussen personen zeggen niets over processen binnen personen
 Context is cruciaal
 Er is diversiteit in individuele processen
 Echter, traditioneel onderzoek gaat daar wel vanuit




Complexe systemen van theorie tot praktijk
HC 2 – Personalisatie B en gifted education A

, Traditionele (medische) benadering: achterliggende oorzaken




In de pedagogiek/psychologie




Wat klopt er niet?
 Voor geen enkele psychische aandoening is er een achterliggende oorzaak gevonden
 Mensen hebben zeer individuele klachten, die niet passen in ‘hokjes’ van de DSM
 DSM categorieën zijn beschrijvend, niet verklarend
o Hebben geen claims over causaliteit, homogeniteit bijv.
o Zeggen enkel iets voor de communicatie en behandelplanning
o Het zijn constructen, maar zegt niet waar het vandaan komt perse
 Dat maakt de problemen die iemand ervaart niet minder echt, doen er wel zeker toe
Complexe systeem benadering:
 Doel van complexiteitswetenschap
o Verklaren en begrijpen van patronen zonder achterliggende oorzaak
o Op individueel niveau
o Uit de interacties ontstaan er patronen, zonder dat dit direct afgesproken wordt, maar het
vormt wel iets en dat maakt het patroon niet minder echt (oftewel het probleem wat iemand
ervaart)
 Netwerkmodellen als casusbeschrijving:
o




Het veroorzaakt elkaar, daarmee ook sterke
punten bijv. zien




Hoogbegaafdheid
De opvatting van een leek over hoogbegaafdheid

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evivuden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51683 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd