KLRE: Vitale Functiekunde Kind
Samenvatting aan de hand van de leerdoelen
Per leeftijdsgroep de pathologische veranderingen in de fysiologie van
het ademhalingsstelsel beschrijven en toelichten;
→
ademhalingsstelsel
Neonaten en Zuigelingen
Anatomie en Fysiologie:
Smalle luchtwegen, grotere kans op obstructie.
Minder ontwikkelde longen met beperkte alveolaire oppervlakte.
Onderontwikkelde ademhalingsspieren, wat leidt tot een verhoogd risico op
ademhalingsfalen.
Pathologische Veranderingen:
Respiratoir distress-syndroom (RDS): Door een tekort aan surfactant, vaak
bij prematuren, waardoor alveolaire collaps optreedt.
Bronchiolitis: Veel voorkomend door virale infecties zoals RSV, leidt tot
luchtwegobstructie.
Congenitale afwijkingen: Bijv. tracheoesofageale fistels of diafragmatische
hernia’s.
Gevolgen:
Hypoxie, hypercapnie en verhoogde ademarbeid, wat snelle interventie
vereist.
Kinderen (1-12 jaar)
Anatomie en Fysiologie:
Grotere luchtwegen dan neonaten, maar nog steeds relatief klein.
Actieve immuunontwikkeling, maar vatbaar voor infecties.
Pathologische Veranderingen:
, Astma: Chronische ontsteking van de luchtwegen, vaak allergisch van
aard.
Luchtweginfecties: Bijv. pneumonie en laryngotracheobronchitis (kroep).
Obstructieve slaapapneu (OSA): Door vergrote tonsillen en adenoïden.
Gevolgen:
Terugkerende episodes van ademhalingsproblemen, wat invloed kan
hebben op groei en ontwikkeling.
Adolescenten (12-18 jaar)
Anatomie en Fysiologie:
Verdere groei van luchtwegen en longen.
Meer blootstelling aan omgevingsfactoren, zoals roken.
Pathologische Veranderingen:
Astma: Kan persisteren of verergeren, met soms meer ernstige vormen.
Roken en dampen: Begin van schade aan luchtwegen door toxische
stoffen.
Cystische fibrose: Erfelijke aandoening die tot ernstige longproblemen
leidt.
Gevolgen:
Progressieve longschade bij aandoeningen zoals CF en risico op chronische
luchtwegproblemen.
De definitie van respiratoire insufficiëntie verwoorden, en de
verschillende typen respiratoire insufficiëntie met hun
pathofysiologische oorzaken onderscheiden;
Respiratoire insufficiëntie = een aandoening waarbij het ademhalingssysteem
niet in staat is om voldoende gasuitwisseling te realiseren, wat resulteert in een
abnormale arteriële zuurstofspanning en/of koolstofdioxidespanning.
(Onvoldoende gaswisseling in de longen.)
Typen Respiratoire Insufficiëntie en Pathofysiologische Oorzaken
Respiratoire insufficiëntie wordt onderverdeeld in type 1 (hypoxemisch) en type 2
(hypercapnisch) insufficiëntie, met verschillende onderliggende oorzaken.
Type 1: Hypoxemische Respiratoire Insufficiëntie
Kenmerk → Lage PaO2 (<60 mmHg) met normale of verlaagde PaCO2.
Pathofysiologie:
Ventilatie-perfusie (V/Q) mismatch: Het meest voorkomende mechanisme.
o Oorzaken: Longembolie, pneumonie, COPD, astma.
o Effect: Slechte zuurstofuitwisseling door ongelijke verdeling van
ventilatie en perfusie.
Rechts-links shunt: Bloed passeert de longen zonder zuurstofopname.
o Oorzaken: Ernstige pneumonie, ARDS, congenitale hartafwijkingen.
Diffusiestoornis: Verminderde zuurstofoverdracht door de alveolaire
membraan.
, o Oorzaken: Longfibrose, interstitiële longziekten.
Laag inspiratoir zuurstofgehalte: Bijv. op grote hoogte.
Alveolaire hypoventilatie: Soms aanwezig, maar niet primair.
Voorbeelden van aandoeningen:
Acute respiratory distress syndrome (ARDS).
Longontsteking (pneumonie).
Longfibrose.
Type 2: Hypercapnische Respiratoire Insufficiëntie
Kenmerk: Hoge PaCO2 (>45 mmHg) met secundaire hypoxemie.
Pathofysiologie:
Alveolaire hypoventilatie: Onvoldoende verwijdering van koolstofdioxide.
o Oorzaken: Ademhalingsspierzwakte (bijv. bij ALS, spierdystrofie).
o Centrale hypoventilatie (bijv. door hersenstamletsels, opioïden).
Verminderde ademhalingsprikkel:
o Oorzaken: Medicatie (sedativa, anesthetica),
hersenstambeschadiging.
Verhoogde dode ruimte ventilatie:
o Oorzaken: COPD, emfyseem.
Mechanische beperkingen van ventilatie:
o Oorzaken: Thoraxafwijkingen (bijv. kyfoscoliose), obesitas-
hypoventilatiesyndroom.
Voorbeelden van aandoeningen:
Chronisch obstructief longlijden (COPD) (Let op: veroorzaakt door roken, dus
wss niet in het geval van een (jonge) kind.)
Neuromusculaire ziekten (bijv. Guillain-Barré syndroom).
Medicijnintoxicaties (bijv. opioïden).
Acute vs. Chronische Respiratoire Insufficiëntie
Acute → Snel ontstaan (minuten tot uren), zonder compensatie. Kenmerkend zijn
respiratoire acidose en ernstige klinische symptomen.
Chronische → Langzaam ontstaan (dagen tot weken) met metabole compensatie
door de nieren, wat leidt tot minder uitgesproken klinische symptomen ondanks
afwijkende bloedgassen.
→ De behandeling richt zich op het
corrigeren van de onderliggende oorzaak en
het ondersteunen van de
ademhalingsfunctie.
, De oorzaken en (alarm)symptomen van de belangrijkste acute en
chronische respiratoire insufficiëntie benoemen;
Acute Respiratoire Insufficiëntie
Definitie = Snel progressief falen van de gasuitwisseling, vaak levensbedreigend.
Oorzaken:
Obstructie van de luchtwegen:
o Astma-aanval.
o Anafylaxie.
o Aspiratie (bijv. voedsel of vreemd voorwerp).
Infecties:
o Pneumonie.
o Acute exacerbatie van COPD.
o Sepsis met respiratoire betrokkenheid.
Trauma:
o Thoraxtrauma (bijv. ribfracturen, pneumothorax).
o Longcontusie.
Cardiogene oorzaken:
o Acuut longoedeem (bijv. door hartfalen).
Neuromusculaire aandoeningen:
o Guillain-Barré syndroom.
o Myasthenia gravis-crisis.
Andere oorzaken:
o Intoxicatie (bijv. opioïden, sedativa).
o Longembolie.
(Alarm)Symptomen:
Dyspneu (kortademigheid, vaak plotseling).
Cyanose (blauwe verkleuring van lippen, nagels).
Tachypneu (snelle ademhaling).
Tachycardie (snelle hartslag).
Gebruik van hulpademhalingsspieren.
Onrust, verwardheid, of bewustzijnsverlies.
Hypotensie (bij shock of sepsis).
Chronische Respiratoire Insufficiëntie
Definitie = Langzaam progressieve achteruitgang van de gasuitwisseling, vaak
met metabole compensatie.
Oorzaken:
Chronische obstructieve aandoeningen:
o COPD (emfyseem, chronische bronchitis).
o Ernstige astma (ongecontroleerd).
Restrictieve longaandoeningen: