Political Philosophy and Public Administration (PPPA)
Andrei Poama
Hoorcollege 1: 3 april 2020
Vragen over de literatuur/de stof kunnen gesteld worden in het permanente online forum (onder
discussies).
Dit vak is gelinkt aan: politicologie, foundations of social science and public administration &
administrative ethics.
Structuur van het vak/de hoorcolleges: eerst volgt wat informatie over de filosoof zelf, hun politieke
context, algemene filosofische benadering, de main concept die zijn/haar filosofie structureert &
daarna zoomen we in op hun begrip van justice. Bijna al deze filosofen refereren naar justice als
“the ideal state/government”.
HC 1: ancient texts Plato Justice as good Kallipolis
order
HC 2: ancient texts Aristoteles Justice as equality Polity (mixed
for equals government)
HC 3: modern texts Hobbes: “the ancient Justice as Absolute monarchy
Greeks got it completely obedience of the
wrong, and in particular sovereign’s
Aristotle got it commands/laws
completely wrong”
HC 4: modern texts Kant Justice as freedom Republic
HC 5: contemporary texts Rawls Justice as fairness Property-owning
democracy
HC 6: contemporary texts Sen Justice as Centrality of
capabilities democracy in
governing
practices
Nussbaum
Justice as equality Liberal political
of central regime
capabilities
HC 7 Recap
Waarom zou je politieke filosofie bestuderen?
- Persoonlijke redenen: je wil je diploma halen, maar dit is niet écht een goede reden.
- Politieke redenen: de waarden van dit vak (bijv. justice, freedom, security) zullen je helpen
om de manier waarop deze concepten in de publieke sfeer (soms: door politici) verkeerd
worden neergezet te weerstaan.
- Professionele redenen: vele BSK-studenten worden opgeleid tot overheidsambtenaren, dit
vak zal je helpen met politieke moraliteit/waarden die je sturing kunnen geven als je straks
écht aan het besturen bent. Je hebt de verantwoordelijkheid om te weten wat de
verschillende morele motivaties zij bij het besturen.
Gedachtenexperiment: stel je voor dat er maar twee landen zijn – Alfa en Bèta. In Alfa krijgt elke
tiener Anti-Just > hiermee worden alle sporen van je handelen gewist. Ze kunnen dus met alle
onrechtvaardigheid wegkomen die ze willen, tenzij het een gewelddadige misdaad is (verkrachting,
moord, etc.). Ze kunnen stelen, ongevraagd dingen lenen en belasting frauderen. De Bèta-overheid
heeft de middelen om Anti-Just te produceren, maar doet het niet. Ook sanctioneren ze burgers, bij
zowel gewelddadige als niet-gewelddadige daden. Voor welke overheid wil jij aan het werk? De
keuze is definitief.
- Alfa: waarom?
Ik wil niet werken voor een overheid die zaken achterhoudt voor haar burgers
(transparantie).
Bij bèta kan de overheid van mij stelen zonder dat ik daar iets tegen kan doen.
- Bèta: waarom?
Ik zie de voordelen niet in van economische misdaden.
Ik wil niet voor een overheid werken die onrechtvaardigheid faciliteert.
De meeste mensen hebben een voorkeur voor bèta, mensen die voor alfa kiezen vinden dat er óók
onrecht is in bèta (zoals het verzwijgen van zaken voor burgers).
Nut van dit gedachtenexperiment heeft te maken met de hoofdvraag van dit vak: the
question of justice
,Deze vraag wordt op verschillende manier door verschillende filosofen beantwoord, waarbij ze het
vaak niet eens zijn over wat justice is. We gaan zien dat de manier waarop deze filosofen denken
over rechtvaardigheid een grote invloed heeft op de manier waarop ze denken over de manier
waarop de overheid en de instituties van de overheid gestructureerd zouden moeten zijn.
Wat is politieke filosofie?
Het is een discipline, het is een lijst met foundational texts & foundational authors > canon:
gebaseerd op het Griekse kanon (een meetinstrument/de belangrijkste religieuze teksten). Vanaf
de 19e eeuw ook gebruikt in de politieke filosofie, waarbij het refereert aan de grootste denkers en
belangrijkste denkers van het domein. De canon uit deze cursus is incompleet, we missen auteurs
en we missen teksten – dit komt door een gebrek aan tijd. We focussen ons op de Europese context
en teksten. De teksten zijn onderling met elkaar verbonden: Aristoteles bekritiseert Plato, Hobbes
bekritiseert Aristoteles, Rawls bekritiseert Hobbes, etc. We zien in deze teksten concepten die heel
erg centraal staan in de overheid/besturen > de vocabulaire van ambtenaren komt voort uit de
nalatenschap van politieke filosofen. De teksten uit dit vak kunnen op twee manieren bekritiseerd
worden:
1. Substantive: heeft te maken met de inhoud van de teksten > we hebben te maken met een
tekort aan diversiteit in de teksten. Dit wordt ook wel aangeduid met DWEM: Dead White European
Male – de meeste filosofen die we behandelen zijn dood, wit, Europees en mannelijk.
2. Methodological: als je alleen op de canon focust, ga je de ‘historical particulars’ missen > je
focust je alleen op de tekst en de links ertussen, maar dat is kunstmatig. Immers, deze ‘onderlinge
reacties’ (VB. Aristoteles praat tegen Plato) hebben niet daadwerkelijk plaatsgevonden maar zijn
achter geconstrueerd. Je mist de historische context waarin de teksten zijn geproduceerd. Tot op
een zekere hoogte is dit waar, maar als je de teksten leest ontstaan deze links en inzichten als
vanzelf.
Plato (427 – 347 B.C.)
Teaser: Plato vraagt ‘what is justice?’, hij denkt dat justice een kenmerk is van de individuele ziel.
Individuelen zijn rechtvaardig of niet, het gaat om hun ziel. Echter, we kunnen een ziel niet
onderzoeken. Daarom zegt hij: de individuele ziel is een replica van het politieke regime waarin het
individu leeft. Onze zielen hebben dezelfde structuren en oriëntaties als de overheden en politieke
regimes waaronder we leven. We kunnen niet de ziel zien, maar we kunnen wel de overheid en
haar instituties bestuderen.
Song: Elsa in Frozen II > liedje heet “Show Yourself (let me see who you are)”. In de
Republiek (tekst) wordt de hoofdfiguur (Socrates) geconfronteerd met een filosofisch
probleem: hij moet justice definiëren, maar dat is dus een onderdeel van de ziel en die kan
niet met het blote oog worden gezien. Zijn taak is om te laten zien wat justice is, eigenlijk
wil hij vragen aan de ziel: ‘laat je alsjeblieft aan ons zien, zodat we je eindelijk kunnen
bestuderen’.
Gewoonlijk begint de politieke filosofie bij Plato, omdat zijn werk de oudste teksten zijn de we
kennen in de westerse politieke filosofie.
Context
Hij is oud geworden voor zijn tijd, de tekst ‘the Republic’ werd geschreven toen Athene in oorlog
was met Sparta (andere staat). In 421 B.C. sloten ze vrede, die 60 jaar duurde. In deze periode
vindt het plot in the Republic plaats. Plato schrijft het na deze periode, namelijk in 375 B.C. De
oorlog eindigde in een verlies voor Athene. De Spartaanse overheid veranderde toen het regime in
Athene: the 30 Tyrants. Deze bestuurders werden geselecteerd op basis van hun antidemocratische
standpunten. Toen Athene de oorlog verloor, was ze een democratie. Ze wilden dus het
democratische karakter van Athene verwoesten. Twee van Plato’s ooms waren lid van de 30
Tyrants. De overheid hield 13 maanden stand, de effecten waren verwoestend voor Athene. Het
bezit van burgers werd afgepakt, anderen werden verbannen. Athene leed veel en 5% van de
Atheense overheid werd in deze regeringsperiode vermoord. Plato ervaart deze heerschappij in zijn
kinderjaren. Hij wilde eerst de politiek in, maar dat faalde. Hij wordt een student van Socrates. Het
doel van de tekst the Republic is het uitvinden van hoe politiek geherstructureerd kan worden,
zodat we kunnen ontsnappen van de effecten van de Spartaanse Heerschappij.
The Republic
! Socrates is de hoofdfiguur in deze boekenreeks, maar dat is Plato die door de mond van Socrates
spreekt. Het zijn dus Plato’s inzichten.
De democratische periode die volgde op de tirannie was ook een slecht regime, en leidde tot de ter
dood veroordeling van Socrates. Staten zijn ‘all badly governed’ (tekst: Letter 7). Hij presenteert
een alternatieve manier om de staat op een ideale manier te organiseren:
- Een ideale staat kan alleen politiek, daadwerkelijk bestaan als we filosofisch hebben
bestaan wat justice is.
, - De enige manier waarop een just staat gerealiseerd kan worden, is wanneer de rulers van
de staat filosofen zijn of als de bestaande heersers filosofische opleiding krijgen.
Ik boek 1 & 2 onderzoekt Plato verschillende concepten van justice, die hij fout vindt. In boek 4 legt
Plato uit wat justice wél is. In boek 5 bouwt hij deze conceptie uit: hoe de ideale staat eruit ziet
o.b.v. zijn concept van justice. De term die Plato gebruikt om te refereren naar deze ideale staat, is
Kallipos, hetgeen letterlijk ‘the beautiful state’ betekent. In boek 6, 7 & 8: respectievelijk het belang
van filosofen voor de politiek, de doctrine van ideeën en de analyse van 4 onrechtvaardigde
regimes. In boek 9 analyseert Plato de slechtste vorm van bestuur: de tirannie. In boek 10
bekritiseert hij kunst. Op de slide is een foto bijgevoegd van de ideale staat. De ideale staat is erg
goed gestructureerd, maar ook erg leeg (niemand op straat).
Boek 1 & 2
Socrates is uitgenodigd voor een discussieavond in Cephalus’ huis. Het thema is justice.
Verschillende deelnemers presenteren hun eigen definitie en conceptie van justice. Socrates wijst
alle definities van justice af die voorbij komen. Een van de genodigden, Glaucon (een van Plato;s
real life broers, net als Adeimantus), vertelt Socrates het volgende: het is prima dat jij alle definities
afwijst (alle 5), maar je hebt ons niet laten zien wat justice dan wel is. Omdat we niet weten wat
justice is, hebben we geen reden om justice te waarderen. Socrates legt dus uit waarom justice een
wenselijk concept is. Er is een onderscheid tussen 3 types ‘goed’:
- Dingen die an sich goed zijn: intrinsically good
VB: harmless pleasures (goed boek lezen)
- Dingen die goede consequenties hebben: instrumentally good
VB: gymnastics, medicijnen (consequentie: gezondheid)
- Dingen die an sich goed zijn, maar ook goede consequenties hebben
VB: gezondheid (consequenties: in goede gezondheid kunnen we dingen doen die we
niet konden doen als we ziek waren), kennis (we kunnen waardevolle dingen doen die
we niet konden doen als we bepaalde kennis niet hadden).
Volgens Plato behoort justice tot de 3e categorie. Ik kan niet direct onderzoeken wat een just soul is,
dus ik bestudeer justice is alsof het gerealiseerd wordt in de ideale staat. In boek 4 & 5 presenteert
Plato (dus Socrates) hoe justice er in de ideale staat eruit ziet. 5 kenmerken:
1. Er is een arbeidsdeling tussen 3 natuurlijke klassen: artisans (voorzien in de materiële vereisten
voor mensen zoals eten, kleding en huizen), warriors (voorzien in de verdediging van de staat
tegen vijanden), rulers (filosofen/filosofisch opgeleid). Volgens Plato zijn we geboren voor één van
deze categorieën, met een natuurlijk talent voor één van deze categorieën. Dit idee vinden we
vandaag de dag bijzonder problematisch. Ook diensten (zoals advocaten) vallen in deze categorie.
Filosofen bepalen wie in welke categorie valt.
2. Educational system: rigide systeem, de jeugd wordt onderwezen op een gecensureerde manier –
je mag bijvoorbeeld geen teksten lezen die je boos/lustig maken, of welke andere slechte emotie of
passie dan ook. Dit geldt ook voor muziek. We zien enkele elementen van Plato’s onderwijssysteem
in het tegenwoordige Nederland, waarin we leerlingen in niveaus opdelen.
3. Abolition of private property: er is geen persoonlijk bezit in de ideale staat, omdat bij privaat
bezit mensen meer geven om hun eigenbelang dan om het publiek belang. De kans dat je je
eigenbelang gaat volgen is ook heel erg klein, omdat je door het onderwijs zo gevormd bent om te
geven om het publieke belang. Ook hebben de mensen nooit ervaren hoe het is om privaat bezit te
hebben, dus de kans dat ze het dan nastreven is vrij klein.
4. Abolition of the family: het idee dat we geboren worden in een familie die ons opvoedt, bestaat
niet in de ideale staat. Een familie bemoeilijkt het achterhalen van de individuele talenten van
individuen (zie kenmerk 1). Het kan zijn dat je in een rulers-familie wordt geboren, maar dat je zelf
niet dit talent hebt.
5. Bestuur door filosofen
Justice in de staat: je werk doen (waarvoor je geboren bent) en je niet bemoeien met wat niet van
jou is. Elk deel van de staat doet wat het zou moeten doen. Elke entiteit die bestaat, bestaat met
een functie of een doel. Het is bijvoorbeeld de functie van de pen om te schrijven en de functie van
de leraar om les te geven. Het doel is het perfectioneren van je functie, je moet ernaar streven om
de functie goed te laten functioneren. Een staat waar iedereen zijn eigen werk doet en waar
niemand zich bemoeit met een anders werk (de warrior doet niet het werk van de ruler), is voor
Plato een rechtvaardige staat. Justice is de deugd die de andere deugden van de staat
ordent/structureert. Justice is zodoende de deugd van gehelen, welke bestaat uit de deugden van
de delen.
Bij elke categorie bewoners, hoort een bepaalde deugd: