Samenvatting bij de slides en mijn eigen notities van de lessen ecosysteembeheer gegeven door Tobias Ceulemans. 5 studiepunten deel, maar zonder het extra deel want dat was dit academiejaar weggevallen
Ecosysteembeheer
Hoofdstuk 1: Inleiding
1. Wat is een ecosysteem?
1.1. Afbakening
- Schaal en afbakening:
o Een ecosysteem kan op verschillende schalen
worden afgebakend, afhankelijk van de
onderzoeksvraag of het organisme.
o Een landschap heeft geen vaste grootte; het
concept van een ecosysteem of landschap
varieert op basis van de behoeften van soorten
of ecologische processen.
o Functionele landschappen bestaan op
meerdere ruimtelijke schalen die vaak niet
overeenkomen met menselijke percepties.
- Belang van ruimtelijke en temporele relaties:
o De manier waarop ecosystemen interageren binnen een landschap hangt af van de
ruimtelijke relaties (bijv. de verspreiding van habitats) en de temporele dynamiek
(hoe processen door de tijd veranderen).
o Het is cruciaal voor ecologen en beheerders om ecosystemen op een gepaste
schaal te definiëren om de relaties en processen goed te kunnen bestuderen en
beheren.
- Heterogeniteit:
o Ruimtelijke heterogeniteit, oftewel de variatie binnen een
landschap, speelt een sleutelrol in de reactie van organismen
en processen op veranderingen, zoals klimaatverandering.
o Verschillende organismen en processen reageren verschillend
op deze heterogeniteit, afhankelijk van de schaal waarop ze
opereren.
- Praktische toepassing in beheer:
o Voorbeeld: Beheer van heide door struiken of bomen te
verwijderen kan leiden tot habitatuitbreiding, maar ook tot het verlies van populaties
die afhankelijk zijn van die structuren (zoals vlinders bij wind).
o Ruimtelijke relaties en klimaatverandering: De diversiteit en ruimtelijke opbouw
van ecosystemen zijn cruciaal voor het vermogen om zich aan te passen aan
klimaatveranderingen.
1.2. Terminologie
Habitat vs. Ecosysteem vs. Landschap
- Habitat: leefomgeving(en) voor voltooien van de levenscyclus van een specifieke soort,
een populatie van een soort
- Ecosysteem: locatie waarin abiotische en biotische componenten en processen met elkaar
in interactie gaan
- Landschap: ruimtelijk geheel van onderling interagerende ecosystemen, gedefinieerd op
meerdere schalen afhankelijk van de ecologische processen
→ toenemende neutraliteit: habitat heeft subjectieve vereisten, landschap is neutraal
1
, - Toenemende focus op:
o Ruimtelijke relaties
o De flux van energie, nutriënten en soorten
o Temporele dynamiek
- Expliciete nadruk op belang van ruimtelijke en temporele relaties voor ecologische en
evolutionaire processen
Ecosysteem vs. Habitat
- Zijn beide (fysieke) plaatsaanduidingen
- Ecosysteem:
o = een levensgemeenschap van planten en dieren
▪ Wordt bepaald door biotische en abiotische factoren
o Vaak omschreven als één vegetatietype
▪ Bv. Elzenbroekbos, droge heide, …
▪ Is niet noodzakelijk zo
- Habitat (van een soort):
o = welbepaalde plaats(en) binnen de ecosystemen
o Kan ook gesitueerd zijn t.h.v. de overgang tussen ecosystemen
- Dit onderscheid is van belang voor het correct afstemmen van de doelstellingen van
ecosysteembeheer
→ voor biodiversiteit
o α-biodiversiteit: aantal soorten op een bepaalde plaats
o β-biodiversiteit: verschil in diversiteit tussen twee plaatsen
o γ-biodiversiteit: optelsom van de α-biodiversiteit van meerdere plaatsen
o Genetisch – soort – ecosysteemniveau
→ voor ecosysteemdiensten
1.3. Voorbeelden
Sturgeon (steuren)
- Steuren zijn migrerende vissoorten die leven in
zowel zoet- als zoutwater, en ze spelen een
belangrijke rol in verschillende ecosystemen, zoals
rivieren, estuaria en kustgebieden
- Steuren vereisen een breed scala aan habitats
gedurende hun levenscyclus:
o Paaigebieden in rivieren
o Opgroeigebieden in estuaria en
kustgebieden
- Voorbeelden van beheermaatregelen:
o Herstel van migratieroutes: verwijderen of aanpassen dammen en andere barrières
o Verbeteren waterkwaliteit: beheersing vervuiling in rivieren en kustgebieden
o Habitatbescherming: beschermen kritieke habitats
- Ecosysteemdiensten → paraplusoort:
o Behoud van biodiversiteit
2
, o In stand houden van de voedselketen
o Verbeteren van riviergezondheid en behoud van andere soorten die van
vergelijkbare habitats afhankelijk zijn
Callophrys rubi
- Habitatvereisten van het groentje:
o Hecht zijn eitjes op specifieke planten zoals dophei en stekelbrem, terwijl de rupsen
zich verbergen in de strooisellaag totdat ze verpoppen.
o Heidegebieden zijn slechts één klein onderdeel van het benodigde habitat. Hoewel
heide voldoende is voor het leggen van eitjes, zijn andere elementen, zoals
struikgewas en bomen, cruciaal voor de rest van de levenscyclus.
o Struikgewas en grotere bomen: Deze zijn belangrijk voor verberging en
voortplanting. Bolvormige bomen bieden beschutting, terwijl het groentje nectar en
pollen nodig heeft van planten zoals braam, vooral in de periode wanneer dophei
nog niet bloeit.
- Complexe habitatstructuur:
o Het habitat van het groentje valt niet samen met één vegetatietype, zoals "natte
heide". In plaats daarvan vereist de soort een mozaïek van verschillende habitats:
een combinatie van heide, struiken en bomen is essentieel om de volledige
levenscyclus te ondersteunen.
1.4. Samenvatting
- Verschillende benoemingen en definities van ‘ecosysteem’ → kan verwarring veroorzaken
- Definitie is van belang voor gericht beheer → omschrijven in functie van doelstellingen
ecosysteembeheer
- Schaal is van groot belang → aangepast aan de relevante omstandigheden van
ecosystemen en doelstellingen van ecosysteembeheer
- Antropocentrische ervaring verschilt vaak van realiteit in ecosystemen → antropocentrische
bias vermijden voor gericht ecosysteembeheer
3
, 2. Processen in ecosystemen
2.1. Ecosysteembeheer
Abiotische en biotische invloeden en ecosysteemprocessen → herkennen, begrijpen, verstoringen
identificeren en ultiem manipuleren is noodzakelijke basis voor effectief ecosysteembeheer
Invloeden op, en respons van ecosystemen
Voorbeeld: Zomereik
- Dispersie van de zomereik na de ijstijden
o Gebeurt traag
o Moet langs bergketens
o Bereikt ons pas na 6000 BP
- Onze streken ooit helemaal bos?
o Bodem is niet overal geschikt voor bos
o Bossen werden gekapt
2.2. Invloeden op ecosystemen
2.2.1. Schaal en hiërarchie
“Het belang van het denken over hiërarchie en persistentie voor de landschapsecologie ligt in de
aandacht die nodig is om de juiste ruimtelijke en temporele schalen te hanteren, om
landschapsontwikkelingen en de mogelijkheden om deze te beheersen en te plannen te begrijpen”
- 1. Klimaat
- 2. Gesteente/ ondergrond
- 3. Reliëf
- 4. Hydrologie
- 5. Bodem
- 6. Vegetatie
- 7. Fauna
- 8. Menselijk landgebruik
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolienvanaelst. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,66. Je zit daarna nergens aan vast.