Sociaal Medische Wetenschappen
Samenvatting colleges
College 1: Introductie & Gezondheid
Inleiding
Het multidisciplinaire perspectief van gezondheid ziet er als volgt uit:
Epidemiologie
= Onder het volk voorkomend
Is nauw verwant aan ziekten die zich snel verspreiden (epidemieën).
Voorheen alleen infectieziekten, tegenwoordig wordt er bijvoorbeeld
(bijna?) een burn-out epidemie gezien. Kijkt ook naar hoe vaak ziekten
voorkomen, doelgroepen en verbanden. Risico’s worden gekwalificeerd en dan kan je zeggen dat
bepaalde doelgroepen een grotere kans op een ziekte.
Demografie
= Volksbeschrijving/bevolkingsleer
De omvang, structuur en spreiding van de bevolking worden bestudeerd. De vergrijzing zorgt
bijvoorbeeld voor het vaker voorkomen van bepaalde ziektes.
Sociologie (medisch)
= de leer van de maatschappij
Wordt toegepast op gezondheid, ziekte en gezondheidszorg. Ziet ziekte als een sociaal-cultureel
proces. De gezondheidszorg wordt hier gezien als een sociaal systeem. Ziekte wordt dan als een
sociaal proces gezien.
Gezondheidspsychologie
= individueel gedrag van mensen
Hier gaan ze er vanuit dat ziekte ontstaat door een samenwerking van biologische, psychologische en
sociale factoren. Bio-psychosociale benadering. Dit geldt niet voor ziektes die helemaal te wijden zijn
aan geneeskundige kwetsbaarheid. Het gaat hierom hoe mensen omgaan met gezondheid/ziekte en
wat je eraan zou kunnen doen.
Biomedische geneeskunde
= etiologie van een ziekte
Hoe ontstaat een ziekte? De biologie van het menselijk lichaam en bijbehorende lichaamsprocessen
bij gezonde en zieke mensen worden hier bestudeerd.
Macro en microniveau:
,Ziekte en gezondheid
Waar denken mensen aan bij gezondheid vroeger versus nu?
Ruime meerderheid vindt tegenwoordig gezondheid het belangrijkste in het leven. In 1966
concurreerde het nog met een goed huwelijksleven. Je geluk was vroeger veel afhankelijker van je
huwelijk. Tegenwoordig hebben mensen op alle gebieden, zoals vrije tijd en werk meer invloed
gekregen. En zijn ze dus ook positiever erover. Gezondheid blijft echter wel de voorwaarde om al die
andere dingen nog te kunnen doen.
Medisch, preventief en psychisch begrip van gezondheid
Er wordt onderscheid gemaakt tussen medisch preventief en psychisch begrip van gezondheid. Bij
medisch wordt er gekeken naar de dokter, en de behandeling van een ziekte. Bij preventief denken
mensen aan op tijd naar bed gaan en gezond eten.
En bij psychisch denken mensen aan goed in je vel zitten.
Interne en externe gezondheid
Intern: wat je van binnen voelt.
Extern: wat je van buiten ziet.
Biomedisch model
Het biomedisch model is een belangrijk model als je het hebt over ziekte en
gezondheid. Het model gaat over hoe ziekte wordt gezien, namelijk als een
verstoring van een normaal functionerend organisme met verstoorde
biologische/lichamelijke processen als oorzaak. Gezondheid wordt volgens dit model gezien als de
afwezigheid van ziekte. Het is erg dichotoom: je bent of ziek of gezond. De focus is het behandelen
van de verstoorde processen door arts of preventie door het wegnemen van biologische oorzaken.
Dit model was heel lang heersend.
Bio-psychosociaal model
Tegenwoordig is dit model dominanter. Hier wordt het niet meer als een
tweedeling gezien. Je kan in eerdere of mindere maten ziek of gezond zijn,
continuüm. Hier wordt gefocust op een samenspel van biologische,
psychologische en sociale factoren bij ontstaan en beloop van ziekte en
gezondheid. Verschillende aangrijpingspunten voor ziektepreventie en
gezondheidsbevordering.
Definitie gezondheid
“A state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or
infirmity.” (WHO, 1948)
Bovenstaande definitie heeft het biomedische model minder dominant gemaakt.
Problemen met deze definitie
Toch zijn er problemen met deze definitie. Volgens deze definitie is namelijk bijna niemand gezond,
mede door het woord compleet. Deze definitie werkt nog meer medicalisering in de hand. Verder zijn
veel acute ziekten steeds beter behandelbaar en dus chronische ziekten geworden. Met chronische
ziekten kan je nog heel lang leven en oud worden, maar dan zou je dus nooit meer gezond zijn?
Verder is deze definitie niet te operationaliseren: hoe meet je deze definitie?
Nieuwe definitie Huber 2011
Door al deze redenen is er gekozen voor een nieuwe definitie van gezondheid door Huber.
‘’Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de
sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’’ (Huber, 2011)
,Positieve gezondheid
Zes dimensies van gezondheid:
1. Lichaamsfuncties: spreekt voor zich
2. Mentaal welbevinden: cognitief functioneren, mentaal welzijn
3. Zingeving: goed toekomstperspectief, zinvol werk, zinnig leven
kunnen leiden
4. Kwaliteit van leven: kan je genieten van de zaken in het leven, ben je
gelukkig?
5. Sociaal maatschappelijke participatie: heb je betekenisvolle sociale
relaties?
6. Dagelijks functioneren: kan je de dagelijkse activiteiten doen?
Betekenis ‘ziek’ en ‘gezond’ is veranderd
Er heeft een verschuiving over de interpretatie over de tijd plaatsgevonden. Ziekte wordt nu gezien
als iets onvermijdelijks. Ook wetenschappelijke ontwikkelingen spelen mee, ziektes zijn nu beter
beheersbaar. Ook een verschuiving in gezondheidsgedrag is te zien, worried well. Vroeger ging je
alleen naar de dokter als je acuut ziek was. Nu ga je ook naar de huisarts als je je zorgen maakt over
dingen en klachten, voor het uitsluiten van ziekte. Maar 20% houdt zich aan de normen van gezond
gedrag (niet roken, voldoende beweging, verantwoord alcohol drinken)
Onderscheid tussen lichamelijke en psychische klachten
Op dit gebied zie je ook een verschuiving over de tijd.
Klassieke oudheid
Hippocrates was de eerste die een natuurlijke oorzaak toekende aan lichamelijke én psychische
ziekten: “Krankzinnigheid (‘’madness’’) is evenzeer een lichamelijke ziekte als de jicht of astma”. Leer
der lichaamssappen: onbalans tussen lichaamssappen (bloed, slijm, gele en zwarte gal) veroorzaakt
psychische ziekte. Het doel van behandeling was herstellen van deze balans.
17e – 18e eeuw
Descartes substantie dualisme: gaat er vanuit dat er twee substanties zijn namelijk mentaal
(geest) en materieel (lichaam). Therapieën die kwamen voor mentale ziekten: Morele, religieuze &
psychosociale therapie. In deze tijd was de opkomst van de termen ‘disease of the mind’ en ‘mental
illness’ het was vooral het gevolg van verkeerde denkprocessen. Het doel van behandelingen was
dan ook het veranderen van denkprocessen.
19e – 21e eeuw
Psychische ziekten werden niet meer door artsen behandeld. Maar in krankzinnige huizen door
bijvoorbeeld geestelijke mensen. Artsen vochten terug; pathologie van ‘disease of the mind’ wel
somatisch, mentale stoornissen zijn namelijk ‘ziektes van het brein’. Psychofarmaca kwam tot stand
vanaf 1930. Organische en functionele aandoeningen werden vanaf 1955 erkent.
Functionele aandoeningen: die een lichamelijke uitingsvorm hebben maar waar geen lichamelijke
oorzaak voor gevonden wordt, zoals buikpijn.
Op dit moment
In de huidige situatie zijn lichamelijke en psychische ziekten niet strikt gescheiden
er is sprake van een wisselwerking tussen lichamelijke en psychische processen.
Er is een wisselwerking tussen lichamelijke en geestelijke ziekten. Kijk maar naar
het placebo-effect. Echter bestaat er nog steeds een stigma voor psychische
ziekten.
, Publieke opinie
Waarneembaarheid lichamelijke en psychische ziekten, psychische ziekten kan je vaak van de
buitenkant niet zien en een gebroken been wel. Verder zouden psychische ziekten beter te
‘beheersen’ zijn: terwijl dit net zo goed een samenspel is tussen sociale, geestelijke en lichamelijke
factoren. Symptomen psychische aandoening minder ‘waar’ door onduidelijkheid pathologie.
Verschil perceptie lichamelijke en psychische ziekten.
Waarom maken we het onderscheid nog?
Er wordt nog onderscheid gemaakt tussen psychische en lichamelijke aandoeningen. Bijvoorbeeld in
de classificatiesystemen. Je hebt namelijk:
• ICD: International Classification of Diseases
• DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
“The term mental disorder unfortunately implies a distinction between ‘mental’ disorders and ‘physical’ disorders that is a
reductionistic anachronism of mind/body dualism. A compelling literature documents that there is much ‘physical’ in
‘mental’ disorders and much ‘mental’ in ‘physical’ disorders (Kendell, 2001)”.
Rol van DSM bij onderscheid
Er was behoefte aan een kader, uniformiteit. Voor de praktijk is het bijvoorbeeld makkelijk voor het
overdragen van bijvoorbeeld arts naar arts. Vroeger noemde iedere arts een psychische aandoening
weer anders en dat is onhandig. Ook voor het onderzoek doen naar ziekten is het noodzakelijk dat
afgekaderd labels aan een ziekte hangen. DSM was in eerste instantie bedoelt als
classificatiesysteem, maar heeft een steeds bredere betekenis gekregen in de samenleving. Wordt nu
ook door verzekeraars gebruikt.
Het nadeel hiervan is dat er een soort definitie komt voor normaal en abnormaal. De DSM 5 kent 350
psychische stoornissen. Een ander nadeel is dat er steeds meer dingen als ‘psychische ziekten’
worden geformuleerd waar twijfels bij kunnen worden getrokken, bijvoorbeeld driftgedrag bij
kinderen.
Wat is (ab)normaal?
Wat normaal is en wat abnormaal ligt ook aan de percepties van een bepaalde cultuur en van een
bepaalde tijd.
Context gebonden ziekten: westerse versus oosterse landen
A. Westerse landen:
In westerse landen kennen we zogenoemde ‘welvaartziekten’ zoals: obesitas, diabetes, hart-
en vaatziekten: deze komen in oosterse landen veel minder voor.
B. Oosterse landen:
In Oosterse landen kennen ze weer ziekten die wij niet kennen zoals het Genitaal
retractiesyndroom: Koro of suo yang. Deze ziekte houdt in dat mannen vrezen voor het
‘krimpen’ van de penis. Symptomen: koud zweet, hartkloppingen, flauwvallen. Deze ziekte
kwam voor in Maleisië, Indonesië en China en komt voort uit de angst dat hun vrouw
vreemdgaat: dus zowel psychische als lichamelijke factoren spelen mee.
In Singapore is zelfs een epidemie van deze ziekte geweest…
Tijdsgebonden ziekten: vroeger
Een voorbeeld hiervan is epilepsie. Vroeger was epilepsie een geheiligde ziekte, later was je door de
duivel bezeten als je het had en nu wordt het gezien als een neurologische aandoening.
Een ander voorbeeld: hysterie. Vroeger was dit een officiële diagnose die vooral bij vrouwen
voorkwam. Inmiddels niet meer in DSM.