Met deze samenvatting haal je een voldoende voor Publiekrecht. Alle informatie die je moet weten staan in de samenvatting en komt uit het boek Hoofdlijnen Nederlands Recht (16e editie).
Staat heeft drie kenmerken
1. De aanwezigheid van een volksgemeenschap, een groep mensen
die bij elkaar hoort of wil horen.
2. Deze volksgemeenschap bevindt zich op een afgegrensd
grondgebied.
3. Binnen deze volksgemeenschap is er één orgaan dat de hoogste
macht heeft en dat daardoor de bevoegdheid heeft de bewoners
van het land via het uitvaardigen van regels zijn wil op te leggen.
Montesquieu onderscheidde drie machten
1. De wetgevende macht
2. De uitvoerende macht
3. De rechterlijke macht
Decentralisatie
Staatsmacht is in ons land niet alleen in handend van de centrale
overheid, maar ook van lagere overheden.
Verschillende vormen van decentralisatie
- Territoriale spreiding
Wordt er ene in beginsel onbepaald aantal bevoegdheden aan lagere
overheidsorganen toegekend, maar deze bevoegdheden zijn wel
uitdrukkelijk gebonden aan een afgebakend stuk grond.
- Functionele spreiding
Daarbij zijn openbare lichamen specifiek bevoegdheden gegeven om
een bepaald doel te realiseren, zonder dat deze bevoegdheden
binnen een bepaalde grenzen worden moeten worden uitgevoerd,
zoals het geval is bij gemeenten en provincies.
- Combinatie
Het waterschap. Dit geeft tot opdracht de waterstand en alles wat
daarmee samenhangt in stand te houden en daartoe de nodige
maatregelen te treffen (functioneert decentralisatie), waar maar
uitsluitend gekoppeld aan bepaalde regio (territoriale
decentralisatie).
Nederland is een gedecentraliseerde staat.
1. Spontane vernietigingsbevoegdheid
2. Hogere overheden oefenen controle uit op de lagere overheden
3. Centrale overheid kan bevoegdheden lagere overheid overnemen.
Actief kiesrecht
Mogelijkheid om op anderen te stemmen
Passief kiesrecht
De mogelijkheid om zelf te worden gekozen
,Twee kiesstelsels
- Het districtenstelsel
Worden kandidaten voor het Parlement per district gekozen. Het land
wordt dus in districten ingedeeld en binnen ieder district vechten
degene die een plaats in het vertegenwoordiging orgaan willen
bemachtigen om de ene zetel die door het district kan worden bezet.
- Het stelstel van evenredige vertegenwoordiging
De kandidaten voor het Parlement worden niet per district maar
landelijk gekozen.
Kiesdeler: totaal aantal uitgebrachte stemmen
----------------------------------------------
Aantal te verdelen zetels
Congres het hoogste orgaan
Regering het tweede orgaan op centraal niveau. Bestaat uit koning en de
ministers.
Regering bestaat uit de koning en de ministers
Het kabinet uit de ministers en de staatssecretarissen
Symbolische functie
Het land wordt via het koningschap als eenheid naar andere landen toe
gepresenteerd.
Demissionair kabinet
Zo’n kabinet heeft niet meer de bevoegdheid ingrijpende politieke
beslissingen te nemen. Het moet zich beperken tot de afhandeling van de
lopende zaken.
Attributie
Rechtstreekse toekenning van wetgevende bevoegdheden aan
staatsorganen door middel van de Grondwet.
Grondwet vormt de basis van onze staat
Afgeleide bevoegdheid
Bevoegdheid om wetgeving uitvaardigen. Het orgaan kan die bevoegdheid
uitvaardigen naar een ander orgaan. Dit heet ook wel delegatie.
Delegatie houdt in:
- Een orgaan met wetgevende bevoegdheid deze bevoegdheid aan
een ander orgaan overdraagt.
- Het orgaan dat de bevoegdheid krijgt die bevoegdheid op eigen
verantwoordelijkheid en in eigen naar zal gaan uitoefenen.
- De overdrager die bevoegdheid niet meer naar zich kan toetrekken.
(Eens gegeven blijft gegeven)
, De organen op centraal niveau die tot wetgeving kunnen overgaan zijn:
- De regering en Staten-Generaal
- De regering en
- De minister
Totstandkoming wetten in formele zin
1. Voorbereiding departement
2. Behandeling ministerraad
3. Advies Raad van State
4. Behandeling Tweede Kamer
5. Behandeling Eerste kamer
6. Ondertekening Wet
Plaatsing in Staatsblad Datum inwerkingtreding
Burgers dienen de wet in acht te nemen
Sociale verzorgingsstaat Staat met bevoegdheden op alle terreinen van de
samenleving.
Rechten Eerste en Tweede Kamer
1. Het vragenrecht
Ieder kamerlid heeft recht om vragen te stellen.
2. Het recht van interpellatie
Dit recht geeft de initiatiefnemer de bevoegdheid met een bepaalde
minister in debat te treden over een bepaald onderwerp.
3. Het enquêterecht
Het geeft de meerderheid van de Tweede en Eerste Kamer de
bevoegdheid een commissie in te stellen die geheel zelfstandig
onderzoek doet naar het onderwerp waarvoor de enquête wordt
gehouden. Iedereen die wordt opgeroepen inclusief ministers is
verplicht voor de commissie te verschijnen.
4. Het budgetrecht
Artikel 105 Gw bepaalt dat de begrotingen van de ontvangsten en
uitgaven van het rijk bij wet (in formele zin) worden vastgesteld.
Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid van een minister voor door hem verrichte
schendingen van de Grondwet of gewone wetten.
Politieke ministeriële verantwoordelijkheid
Verantwoordelijkheid van een minister voor het totale beleid dat door hem
wordt gevoerd, inclusief de daden van de koning(in) die vallen onder de
reikweidte van dat beleid.
Parlementaire stelsel
Wijze waarop in een land vorm is gegeven aan de verhouding tussen
parlement, kabinet en koning(in).
Parlementaire stelsel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper naomivanderweerd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,70. Je zit daarna nergens aan vast.