Straf(proces) verdiept Actualiteiten
Week 1
Inleiding en Wetgeving 1
o Zie voorgeschreven materiaal:
o Van de opgegeven wetgeving: de wet, de MvT raadplegen. (Zie mijn eigen samenvatting)
o J. de Hullu & Van Kempen p. 16-32 boek.
o Van Kempen ‘Van overcriminalisering naar een strafwaardigheidsbeginsel. Over o.m. doxing,
seksuele misdrijven, euthanasie en verbodenbezitsdelicten’, DD 2022/28, p. 381-405.
Week 2
Wetgeving 2
o Zie voorgeschreven materiaal:
o Van de opgegeven wetgeving: de wet, de MvT raadplegen. (Zie mijn eigen samenvatting)
Week 3
Lex certa-beginsel (HR, 16 januari, ECLI:NL:HR:2024:12, NJ/2024/46)
Lex mitior-beginsel (HR 2 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:509, NJ 2024/142)
Week 4
Voorfase: poging (HR 11 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:814, (nog) niet in NJ)
Voorfase: art. 140a Sr (HR 11 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:814, (nog) niet in NJ)
Week 5
Medeplegen (HR 9 april 2024, ECLI:NL:2024:549/ PHR 27 februari 2024, ECLI:NLLPHR:2024:219)
Samenloop (HR 16 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:11)
Week 6
Voorwaardelijk opzet (HR 16 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:10)
Voorbedachte raad (HR 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:644)
Week 7
Bedreiging (HR 13 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:223, NJ 2024/88)
Belediging motoragent (HR 23 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:71, NJ 2024/151 m.nt. N Keijzer)
Week 8
Verschoningsrecht advocaten (HR 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375)
Aanhouding onderzoek t.t.z. en aanwezigheidsrecht (HR 17 september 2024,
ECLI:NL:HR:2024:1168)
Week 9
Verweer art. 559 lid 2, tweede volzin, Sv over art. 342 lid 2 Sv (Unus testis) (HR 9 juli 2024,
ECLI:NL:HR:2024:1008, (nog) niet in NJ
Schakelbewijs (HR 23 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:654, (nog) niet in NJ)
Week 10
Kwalificatiebeslissing, straftoemeting en onschuldpresumptie (HR 5 maart 2024,
ECLI:NL:HR:2024:301, NJ 2024/152 m.nt. N. Jörg)
Motivering straftoemeting (HR 18 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:900, (nog) niet in NJ)
Week 11
Gebruik verklaring anonieme getuige (EHRM 6 februari 2024,
ECLI:CE:ECHR:2024:0206JUD005644015, Appl. Nr. 56440/15, EHRC-Updats 2024-0060 (Snijders t.
Nederland)
Getuigenverzoek post-Keskin (HR 8 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1399)
1
,Week 12
Immateriële schade benadeelde partij (HR 18 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:836)
Immateriële schade benadeelde partij (HR 27 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:263)
Schadevergoeding voor onterecht veroordeelde (EHRM (GK) 11 juni 2024,
ECLI:CE:ECHR:2024:0611JUD003248319, Appl. Nr. 32483/19, EHRC-Updates 2024-0164) (Nealon
en Hallam t. het VK).
Week 1
Criteria voor strafbaarstelling / regulerende beginselen
• Negatieve criteria (Hulsman, 1972)
- Hij vond bijv. dat sr nooit puur morele opvattingen moet proberen vast te stellen in de samenleving.
1) hij vindt dat er fysieke schade of de dreiging moet zijn, maar sr niet inzetten om morele
opvattingen op te pompen. Je kunt je afvragen of wetgever met inwerkingtreding wet seksuele
misdrijven in te voeren.
2) Tweede is capaciteit; als je geen capaciteit hebt, Sr niet inzetten.
3) Derde; sr niet inzetten als schijnoplossing. Alleen bepaalde hoeken in samenleving die om
handhaving vragen. Hardoptreden zekrr als ernstig incident heeft begaan. Polictus: hard optreden.
De vraag; helpt dat wel iets om maatschappelijk probleem op te lossen. Hulsman: als het niet
helpt, sr niet inzetten
- NADEEL van deze theorie: sr wordt puur als problematisch terrein ingezet, terwijl je ook kan zeggen dat
sr positieve maatschappij bijdraagt. Het beschermt van alles, dus kan je niet veel positiever ook naar sr
kijken. Dit doet Van Bemmelen.
• Positieve criteria (o.a. Van Bemmelen, 1973; De Roos, 1987)
- schadebeginsel, legaliteitsbeginsel etc. waar allemaal aan voldaan moet zijn: pas als je door heel zeef
heen komt dan pas strafbaarstelling inzetten. De Hullu hierop nalezen
• Wet, wetsgeschiedenis, rechtspraak en literatuur impliceren regulerende
strafrechts-beginselen/criteria strafbaarstelling (bestudeer: De Hullu/Van Kempen, par. I.2.5 t/m
I.2.11)
1 Daadstrafrechtbeginsel
- alleen maar gedragingen kunnen strafbaar zijn, niet het denken. Het denken is vrij. Zodra je denkt, is het
vrij. Maar er zijn ook situaties waarin een gedraging formeel valt aan te wijzen, maar dun is->
wetsvoorstel verblijf op terroristisch gebied
• Wederrechtelijkheidsbeginsel (onrecht, schade)
- moet sprake zijn van onrecht. Er moet een zekere schade zijn
• Schuldbeginsel
- strafrecht is laatste redmiddel. Als andere middelen; bestuursrecht en civiel recht niet helpen (komen
we bij wet mensenhandel), dan pas kan er plaats zijn voor str: zit subsidiariteit in, tolerantie.
• Ultimum remedium-gedachte (o.a. subsidiariteitsbeginsel, tolerantie, effectiviteit)
- strafrecht is laatste redmiddel. Als andere middelen; bestuursrecht en civiel recht niet helpen (komen
we bij wet mensenhandel), dan pas kan er plaats zijn voor str: zit subsidiariteit in, tolerantie.
• Legaliteitsbeginsel
- Moet ook regelbaar zijn.
• Strafrecht mag niet in strijd zijn met fundamentele rechten
- En Str mag niet in strijd zijn met fundamentele rechten; komt straks bij fundamenten aan de orde.
Waarde van deze beginselen?
- Dwroking heeft mooie stukken geschreven. De kern komt erop neer: beginsel behoort tot het recht. in
zekere zin tot aspiratie GEEN regel. Een regel is duidelijk: dat moet. Als je dat binnen regel vat geen
2
, discussie mogelijk, terwijl bij beginsel wel discussie mogelijk blijft. Beginsel wijst richting aan maar
dicteert nooit de uitkomt. Het legaliteitsbeginsel zegt wetgeving duidelijk moet zijn maar niet duidelijk
wat wel/niet mag. Geldt voor alle beginselen.
- Maar vaak hebben die beginselen niet alleen beginselaard in zich, maar ook een regel. Bij
wederrechtelijkheidsbeginsel: is dat wederrechtelijkheid als bestanddeel. Bij schuldbeginsel als culpa
of opzet of oogmerk, wordt het veel meer iets als een regel. Geldt ook bij legaliteitsbeginsel: regels
moeten duidelijk en specifiek worden geformuleerd, dat is beginsel achtig. Maar beginsel van
terugwerkende kracht, ook onderdeel van legaliteitsbeginsel. Dat maakt het interessant en complex.
Daar zit ook de waarde in. Regel zit voorzicht. Waar beginselachtige aard heeft, zijn beginselen van aard
omdat ze zekere structuur aan discussie kunnen geven: geven aan waar je het over moet hebben.
Beginsel zegt niet wat de uitkomst moet zijn
Overcriminalisering (bestudeer: Van Kempen, ‘Van overcriminalisering naar een
strafwaardigheidsbeginsel. Over o.m. doxing, seksuele misdrijven, euthanasie en
verbodenbezitsdelicten’, DD 2022/28, p. 381-405)
- wetboek vol ermee. in de wet is meer strafbaar gesteld dan je eigenlijk zou willen. In de zin van dat de
reikwijdte van strafbepalingen wat ruimer dan nuttig, nodig en wenselijk is. voorbeeld: verboden
wapenbezit. Waarom strafbaar? Omdat je niet wilt dat er allerlei wapens in de maatschappij in
omloop zijn, kan mee geschoten zijn. ongetwijfeld zijn er mensen die verboden wapen hebben waar
geen kans is dat ze het gaat gebruiken; erfstuk, ligt keurig in een kluis. Vallen wel in strafbepaling,
terwijl het daar niet om gaat. Waarom wel toch in de wet? Omdat je bijna geen onderscheid kan
maken, daarom alleemaal maar in algemene wet. Maar daarmee wel over gecriminaliseerd. Ander
voorbeeld; je ziet allerlei leeftijdsgrenzen met name zedendelicten, maar leeftijdsgrenzen zijn wat
arbitrair, maar ook strak. Maar gisteren jarig geweest, net niet. terwijl het heel goed kan zijn dat iemand
van 17 waar wet op van toepassing is, maar de 17jarige heel volwassen is. maar kan zijn ook dat iemand
19 of 20-jarige die heel kwetsbaar is. dus enerzijds: wet in definitie over=inclusief maar anderzijds
onder inclusief. Wetgever krijgt het nooit geregeld; i.p.v. leeftijd kijken naar of iemand seksueel
volwassen is. niet te doen: daarom dit.
Wetsvoorstellen
Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit
• Wet van 4 nov 2021: versterking van strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit (Stb. 2021,
544; Kamerst. 35 564; volledige i.w.tr. 1 jul 2022)
1. 1. Strafbaarstelling i.v.m. ‘drugs-uithalers’: nieuw 138aa Sr (wederrechtelijk verblijf op een besloten plaats in
haven, luchthaven of spoor) (straf 1 jr + verhoging).
- Structuur van de bepaling: Lid 1: gronddelict; Lid 2: gekwalificeerde variant; Lid 3:
strafverzwaringsgrond indien gebouw, ruimte of vervoermiddel tijdens nachtrust of indien in
vereniging (+ 1/3) (vgl.: Hof Den Haag 3 jun 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:988)
- Gedraging = verblijf
- Groot verschil met overtreding van 461 Sr
2. 2. Strafverzwaringsgrond nieuw 285 lid 5 Sr (bedreiging met geweld): indien tegen o.a. Minister,
burgemeester, wethouder, volksvertegenwoordiger, rechter, advocaat, journalist of publicist
- Begrip publicist vaag? (Vgl. begrip in 218a Sv en daarbij MvT 34 032)
3. 3. Zie verder:
- Maatregel kostenverhaal ivm vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de
leefomgeving of voor de volksgezondheid (o.a. nieuw 13d Opiumwet)
- Uitbreiding toepassing Strafrechtelijk Executieonderzoek, SEO: Boek 6 Sv krijgt nieuwe titel: SEO nu
ook mogelijk voor geldboete, schadevergoeding en verbeurd verklaring naast ontnemingsmaatregel
2) Burgemeesters werden flink bedreigd, 1) flinke smokkel via de haven. De wet is in 2021 in
werking getreden: gaat om drugsuithalers, mensen die een container aankomt en daar zit drugs
tussen fruit en daar gaan mensen de drugs eruit halen. Ze kunnen die niet betrappen.
1. Smokkel via de haven. Ze doen het nu zo: als je je niet bevoegd bevindt, gaan we ervan uit dat je een
3
, drugsuithaler bent. Dan hoef je het niet te bewijzen dat je dat deed, ze gaan er gewoon vanuit.
Structuur van bepaling: lid 1 gronddelict, in lid 2 een kwalificerende variant, lid 3 strafverzwaringsgrond
Hof van den haag: gekwalificeerde variant leg je anders ten laste dan strafverzwarende: je legt
gronddelict ten laste en dan strafverzwarende. Gekwalificeerde is een zelfstandige die moet worden
uitgelegd, dat was in arrest niet gebeurd. Daarmee was de tenlastelegging ondeugdelijk. (lees deze
nog goed na)
Gedraging: die is hier het meest problematisch van deze wet, daarmee zegt docent net dat wet er niet
had moeten komen. Maar goed om te kijken waar knelpunten zitten. In feite ben je hier verblijf aan het
strafbaar stellen: je bent op terrein waar je niet mag zijn. bij lid 1 is dat niet zo, bij 2 inklimming. Het is
niet relevant waarom je er niet bent. Vrij dunne gedraging. Het is ook niet voor niets als je kijkt naar
461 Sr: dat was eigenlijk die gedraging. Daar stond op: een geldboete van de 1e categorie. Nu staat er op
lid 1 een gevangenisstraf van 1 jaar. Daar kan je nu dus voor de cel in: dat is heftig. Dit staat onder
spanning! Dit roept vragen op. Belangrijk verschil met 461, 138aa: gaat over transportgebieden
(luchthaven). Als je op spoorweg plast geldt 138aa. 461 geldt overal. Als je in een haventerrein bent
waar je niet mag zijn, val je ook onder 461 en 138aa. Zodra het buiten luchthaven is, bijvoorbeeld tuin
burger: valt het niet onder 138aa maar 461.
Als je daar bent en je kunt niet aantonen dat je daar gerechtigd bent. Als iemand een pas laat zien dat
hij daar werkt, dan 138aa niet van toepassing is. als je dat niet kunt aantonen dan alleen als
strafuitsluitingsgronden zijn. dan zijn de eisen heel streng. Er zit geen subjectief bestanddeel in. Het
verblijven moet je wel bewust zijn.
2 Strafverzwaringsgrond 285.
Burgemeester wordt bedreigd, zijn kinderen ook. Wetgever wilde korte metten mee maken. Je kunt er
nu zwaarder mee straffen.
2 dingen hier: 1) het roept de vraag op of je in de wet bepaalde gronden of je groepen bescherming
moet bieden of niet: valt veel voor en tegen te zeggen. Is het aantrekkelijk om bepaalde groepen extra
te beschermen in de wet? Burgemeester vs winkelmedewerker? 2) staat het woord publicist in: ook
daar extra bescherming voor. Als je die bedreigt dan ook extra zwaar. Is dat zo aantrekkelijk? Rechter,
advocaat etc formeler te bepalen. Bij journalist al iets moeilijker te bepalen, maar als je lid bent van iets
dan beter vast te stellen of iemand vaak schrijft. Maar bij publicist is iedereen die en stukje schrijft op
het internet: dat is ongelofelijk vaag. Dat kan zo zijn dat je iemand op internet iemand bedreigd. Dan
blijft die ene een publicist want hij schrijft wel vaker op X. dat is ongelofelijk vaag. Ook 218a sv komt ook
publicist voor dat is een verschoningsrecht, dat betekent dat overheid niet zomaar huiszoeking kan
doen. Die vaagheid is daar minder erg. Wetgever verwijst bij 285 lid 5 mvt naar mvt naar 218 sv dat is
veel eenvoudiger: mag volgens docent veel beter gemotiveerd worden omdat het om een zwaardere
strafmogelijkheid gaat!
Wet versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit II
• Wetsvoorstel: verdere versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit (Kamerst. 36
463)
1. Vier inhoudelijke prioriteiten: voorkomen ondermijnende criminaliteit, doorbreken van criminele
netwerken en verdienmodellen, bestraffen en beschermen
2. O.a. nieuw 189a Sr, lid 1: “opzettelijk een vervoermiddel toerust[en] of inricht[en] met een ruimte die
kennelijk is bestemd om de opsporing van strafbare feiten te beletten of te bemoeilijken”: voorstel
189a-1 Sr
- Niet elke ruimte, maar alleen opzettelijk toegeruste of ingerichte ruimtes
- Bovendien: “kennelijke bestemming”; vgl. 46 Sr.
- Moet er een verboden doel zijn? Moet zijn belet of bemoeilijkt?
- Zelfstandige voorbereidingsstrafbaarstelling; zijn poging (45 Sr) en/of voorbereiding (46 Sr) daarvan dan
ook nog strafbaar?
3. Lid 2: voorhanden hebben van een vervoermiddel “wetende dat” dit vervoermiddel is toegerust of
ingericht met een ruimte als bedoeld in het eerste lid”.
- wetende dat = opzetvorm. Voorwaardelijk opzet?
- onverdachte bestuurders en overige inzittenden, garagehouders
wetgever vond dat er meer moest gebeuren om ondermijnende criminaliteit (wat is dat nou precies?
4