College 9 en 10
Behandeling van ASPS en psychopathie
Psychopathie en ASPS
Reacties van clinici: er kan sprake zijn van therapeutische nihilisme, illusionaire behandelingstrouw, angst
voor assault of schade, ontkenning of deceptie, hulpeloosheid en schuld, devaluatie en verlies van
professionele identiteit, haat of wens om te vernietigen, assumptie van psychologische volwassenheid en
fascinatie en opwinding en seksuele aantrekking. Hieruit wordt gedacht dat deze mensen niet behandeld
kunnen worden.
Rationaal: behandeling zorgt voor hoge kosten van de maatschappij. Daarbij zijn er een aantal vragen. Zo
is een vraag of deze individuen behandeling afwijzen, of dat zij afgewezen worden voor behandeling.
Daarbij, is deze behandelgroep onbehandelbaar of worden ze juist niet behandeld?
Kenmerken psychopathie: de kenmerken kunnen onderverdeeld worden in vier domeinen. Hieronder is
promiscue seksueel gedrag niet genoemd, maar er is vaak sprake van korte termijn huwelijke relaties.
• Interpersoonlijk: oppervlakkige charme, grootsheid, pathologisch liegen en manipulatief.
• Affectief: gebrek aan berouw, niet verantwoordelijk, oppervlakkig affect en gebrek aan empathie.
• Lifestyle: behoefte voor stimulatie, parasitische levensstijl, gebrek aan doelen, impulsiviteit en
onverantwoordelijkheid.
• Antisociaal: slechte gedragscontrole, vroege gedragsproblemen, juveniele delinquentie, criminele
veelzijdigheid en schending van conditionele vrijlating.
Persoonlijkheidsstoornis: wordt gekenmerkt door een arrogante, bedrieglijke persoonlijke stijl,
verstoringen in affectieve ervaring, impulsief en onverantwoordelijk gedrag en vroege onset en diverse
antisociale gedragingen.
DSM-V-criteria voor ASPS: een blijvend patroon van veronachtzaming en schending van de rechten van
anderen vanaf 15 jaar oud, aangegeven door drie van de volgende punten:
1. Niet in staat zijn te conformeren aan sociale normen met betrekking tot wettelijke gedragingen
aangegeven door herhaalde handelingen die reden geven voor arrestatie.
2. Bedrog aangegeven door herhaaldelijk liegen, gebruik van aliassen of anders misleiden voor
persoonlijk profijt of plezier.
3. Impulsiviteit of niet in staat zijn vooruit te plannen.
4. Irriteerbaarheid en agressiviteit, aangegeven door herhaaldelijke fysieke gevechten en assault.
5. Roekeloos veronachtzaming voor veiligheid voor zichzelf en anderen.
6. Consistente onverantwoordelijkheid, aangegeven door herhaaldelijk niet in staat zijn om consistent
werkgedrag te behouden of financiële verplichtingen na te komen.
7. Gebrek aan berouw, aangegeven voor onverschilligheid of rationalisering.
Overlappende kenmerken: pathologisch liegen (interpersoonlijk), gebrek aan berouw en geen
verantwoordelijkheid (affectief), impulsiviteit (lifestyle) en slechte gedragscontrole (impulsiviteit) overlappen.
Daarbij heeft 20-25% van de gevangenen psychopathie, waarvan 90-95% voldoet aan DSM-criteria voor
ASPS. 50-75% van de gevangenen heeft ASPS, waarvan 30-50% voldoet aan de PLC-criteria.
1
, Citaten: hieronder staan twee omschrijvingen van psychopaten:
• Robert Hare (2003): “intraspecies predators who use charm, manipulation, intimidation and violence
to control others and to satisfy their own selfish needs. Lacking conscience, morality, and empathy,
they can take what they want and do as they please, violating social norms, without guilt or remorse.
What is missing are the very qualities that allow a human being to live in social harmony”.
• Reid Meloy (2002): “There are those who walk among us that have no conscience. They mouth certain
feelings, but have no emotion. They do not bond to any living creatures. Because of their chronic
emotional detachment and often sadistic impulse, they aggress without inhibition when their desires
are thwarted. Their sole relational goal is to dominate their objects.”
Voorgestelde DSM- criteria: in de DSM-5 is er een andere opmaak voor persoonlijkheidsstoornissen
voorgesteld (zie slides). Hierbij wordt (primaire) psychopathie gekenmerkt door een gebrek aan anxiety of
angst en door een gedurfde interpersoonlijke stijl. Deze psychopathische variant wordt gekenmerkt door
lage levels van anxiousness en withdrawal en hoge levels van aandacht zoeken.
Behandeling van ASPS
Er zijn een aantal vragen die beantwoord moeten worden:
1. Wat is belangrijk vóór het starten van een behandeling voor ASPS?
2. Wat is mentalisering?
3. Wat karakteriseert de “antisocial mind”?
4. Hoe is de adaptatie van mentalization-based treatment (MBT) voor ASPS?
Er zijn met name gedragsindicaties. De vraag is of deze aangepakt kunnen worden met cognitieve
gedragstherapie (CGT). Er moet rekening gehouden worden met het feit dat er meer gaande is bij ASPS. Zo
moet er naast gedrag, ook een focus liggen op het persoonlijkheidsaspect.
Algemene principes voor werken met ASPS: hieronder staat 6 principes:
1. Bepaal het level van psychopathie; bij mensen met ASPS met ernstige psychopathische kenmerken
wordt het geven van MBT als behandeling afgeraden.
2. Identificeer behandelbare comorbide condities (bv. depressie, middelengebruik stoornis); het is
waarschijnlijk dat mensen met ASPS hulp zoeken omdat zij last hebben van de comorbide stoornis en
niet van de symptomen van ASPS zelf.
3. Beschrijf situationele/omgevingsfactoren; zo is het belangrijk te kijken naar het netwerk van de
patiënt, zijn er ondersteunende of juist negatieve contacten?
4. Identificeer de kans op legale problemen; denk hierbij aan de kans dat zij terecht kunnen komen in
een instelling.
5. Begin behandeling enkel als het veilig en realistisch is (bv. genoeg bronnen).
6. Schenk aandacht aan de reactie van de clinicus.
2