100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
COMPLETE SAMENVATTING VERDIEPEND PRIVAATRECHT (9 gehaald) €15,49
In winkelwagen

Samenvatting

COMPLETE SAMENVATTING VERDIEPEND PRIVAATRECHT (9 gehaald)

1 beoordeling
 4 keer verkocht

Volledige en uitgebreide samenvatting van alle verplichte stof, waaronder jurisprudentie, alle literatuur, en alle stof besproken in het HC van Wibier.

Voorbeeld 4 van de 75  pagina's

  • 10 januari 2025
  • 75
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (25)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: QuinnS • 1 maand geleden

avatar-seller
jmschoon
Week 1: Basisbegrippen goederen- en verbintenissenrecht

Waar gaat deze week over?
De basisbegrippen van goederen- en verbintenissenrecht worden herhaald en opgefrist. Het
gaat hier om het herkennen, analyseren en toepassen van de volgende juridische begrippen:
overeenkomst, de daaruit voortvloeiende verbintenissen, vorderingsrechten, overdracht van
rechten uit een overeenkomst, eigendom, beperkte rechten, faillissement en de behandeling
van verbintenissen in het faillissement

De overeenkomst
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en aanvaarding van dit aanbod art.
6:217 lid 1 BW. Uit de overeenkomst vloeit enerzijds een verbintenis tot betaling en
anderzijds een verbintenis die verplicht om het aanbod te leveren. Als een van deze
verbintenissen niet wordt nagekomen, dan vloeit hieruit een schuld: de schuld van de een is
de vordering van de ander.

Verbintenis
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking waarbij de ene partij: de
schuldenaar verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij gerechtigd is:
de schuldeiser.
 Schuld is de passieve zijde van de verbintenis
 De schuldeiser heeft een vorderingsrecht op de prestatie van de schuldenaar, dit is
de actieve zijde van de verbintenis.

Schuld
Een schuld is een verbintenisrechtelijke overeenkomst. Bijvoorbeeld bij de koop van een
huis, de koper heeft een schuld om het huis te betalen en de verkoper heeft de schuld om
het huis te leveren.
 Goederenrecht: de vordering van de verkoper tot betaling van een geldsom, de
vordering is vervolgens goederenrechtelijk weer een object waar je iets mee kan,
bijvoorbeeld overdragen (art. 3:84 BW)
 Focus voor ons ligt op het goederenrecht
 Verbintenisrechtelijk: de schuld

Voorbeeld: de koekjesfabriek heeft klanten die maandelijks grote hoeveelheden koekjes bestellen, na
die bestelling worden de koekjes geleverd aan klanten. Klanten krijgen hier een rekening voor, dit
maakt dat de koekjesfabriek een vordering heeft op betaling van de koopprijs (=
goederenrechtelijke aspect) Onderling is er een betalingstermijn van 60 dagen overeengekomen: dit
maakt dat de koekjesfabriek bij levering niet direct betaald krijgt. De koekjesfabriek zou de koekjes
dan onder eigendomsvoorbehoud kunnen leveren: de koekjesfabriek blijft eigenaar van de koekjes,
totdat de koopprijs is betaald. Een reden om dit te doen is dat het EVB de koekjesfabriek beschermd
in geval de koper failliet gaat en de koekjes al zijn geleverd, want nu de koekjesfabriek eigenaar is
gebleven kan zij haar eigendom bij de curator terugvorderen o.g.v. art. 5:2 Bw. Maar wat nu als de
koekjesfabriek niet pas na 60 dagen betaald wil worden, maar het geld nu al wil hebben? De
koekjesfabriek kan de vordering dan overdragen (via cessie) volgens de vereisten van
overdracht art. 3:84 BW:
 Levering
 Geldige titel
 Beschikkingsbevoegdheid


Vorderingsrechten
Let op: omdat de vordering een vermogensrecht is en geen zaak, ben je rechthebbende
van een vordering en geen eigenaar.

,  Uitleg: eigendom is beperkt tot voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke
objecten (ook wel zaken). Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht
dat je kunt hebben, je hebt hierdoor namelijk het recht om de zaak te
gebruiken, te beheren, te verkopen en erover te beschikken. Uitsluitend om
die reden kun je niet zeggen dat je eigenaar bent van een vordering. Je bent
rechthebbende van een vordering, want een vordering is het recht dat je hebt
op een ander om een geldbedrag te ontvangen of een prestatie te eisen, dit
recht heeft geen stoffelijke vorm en kan daardoor kan je geen je geen
eigenaar zijn. Het zeggen van “eigenaar van een vordering” kan wel handig
zijn om de overdraagbaarheid van de vordering te benadrukken, want dit laat
zien dat, net zoals bij zaken, ook vorderingen goederenrechtelijk
overdraagbaar zijn (via cessie). Het laat zien dat de rechthebbende de
mogelijkheid heeft om met de vordering te handelen of deze te gebruiken als
onderpand, net zoals bij een fysiek goed. Dus ondanks dat het juridisch
gezien incorrect is, is het toch handig om dit in je achterhoofd te houden
(mogelijke tentamenvraag)

Een vordering is net als eigendom en beperkte rechten overdraagbaar art. 3:83 lid 1 BW,
tenzij de wet of de aard van het recht zich tegen de overdracht verzet. De overdracht van
een schuldvordering wordt cessie genoemd: iemand draagt een vordering die hij heeft op
een andere partij over aan een derde.
 Art. 3:83 lid 2 BW regelt dat de overdraagbaarheid van de vordering kan worden
uitgesloten door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar.
 Dit beding staat geldige verpanding van de vorderingen in de weg, dit volgt uit HR
Oryx van Eesteren: Oryx biedt Elands een geldlening aan, waarbij Oryx tot
zekerheid van terugbetaling pandrecht vestigt op alle bestaande en nog te verkrijgen
goederen van Elands. Elands sluit weer een ovk met EVN en zij komen een beding
overeen waaruit een verbod voor Elands volgt om de uit de ovk voortvloeiende
rechten te verpanden. Elands verpand toch een vordering aan Oryx, waardoor Oryx
de voldoening van de vordering aan EVN vordert. De HR oordeelt dat
vorderingsrechten in beginsel overdraagbaar zijn (art. 3:83 lid 1 BW), maar dat
overdraagbaarheid middels een beding kan worden uitgesloten (art. 3:83 lid 2 BW).
Een onoverdraagbaarheidsbeding staat geldige verpanding (krachtens art. 3:98 jo.
3:84 BW) in de weg. Dus vanwege het onoverdraagbaarheidsbeding tussen EVN en
Elands, kan Oryx geen pandrecht op de vordering uitoefenen.
 Wanneer heeft het verbod op overdraagbaarheid goederenrechtelijke werking?
Om te zorgen dat het onoverdraagbaarheidsbeding tot gevolg heeft dat niet geldig
verpand kan worden, moet het beding goederenrechtelijke werking (en niet enkel
verbintenisrechtelijke werking hebben). HR Coface/Intergamma: Intergamma heeft
een ovk gesloten met AFK, waarbij AFK elektronica levert aan Intergamma. Op deze
ovk zijn de algemene inkoopvoorwaarden van Intergamma van toepassing “zonder
toestemming van Intergamma zal de verkoper zijn rechten en verplichtingen die
voortvloeien uit de ovk niet aan derden overgedragen” AFK draagt de vorderingen
toch over aan Coface, maar Intergamma stelt dat de cessie niet geldig is, omdat er
geen toestemming van Intergamma is verkregen. De HR oordeelt dat bij de uitleg van
een onoverdraagbaarheidsbeding moet worden aangenomen dat dit beding
uitsluitend verbintenisrechtelijke werking heeft, tenzij uit de formulering blijkt dat
daarmee goederenrechtelijke werking (art. 3:82 lid 2 BW) is beoogd.

Voorbeeld van verbintenisrechtelijke werking: “Het is X verboden om de vordering over te
dragen”, deze formulering is gespecificeerd op het subject. Terwijl goederenrechtelijke
werking: “De vordering is niet overdraagbaar” gespecificeerd zijn op het object, op de
vordering zelf. In de formulering van Coface/Intergamma zou je kunnen zeggen dat de

,vordering is gericht op de verkoper en niet op de vordering zelf, waardoor het uitsluitend
verbintenisrechtelijke werking heeft.

Is de vordering die door een beding onoverdraagbaar is gemaakt ook onverpandbaar?
 HR Rabobank/Ten Berge q.q. c.s.: de HR oordeelt dat degene aan wie een
zelfstandig en overdraagbaar recht toekomt, hierop beperkte rechte kan vestigen (art.
3:81 lid 1 BW). Art. 3:228 BW bepaald dat op alle goederen die voor overdracht
vatbaar zijn een recht van pand/hypotheek kan worden gevestigd. Maar, een beding
als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW sluit de overdraagbaarheid uit, dus de vordering is
niet meer voor overdracht vatbaar, waardoor dit ook leidt tot onverpandbaarheid van
het vorderingsrecht.

Overdracht van rechten uit een overeenkomst
De overdracht van een vordering wordt cessie genoemd.Om een vordering over te dragen
moet aan de vereisten van art. 3:84 jo. 3:94 BW worden voldaan.
1. Geldige titel
Dit is de rechtsgrond die de overdracht rechtvaardigd, vaak de koopovk.
2. Levering
Bij cessie gaat het om de levering van een vordering op naam, de levering kan
geschieden op twee manieren volgens art. 3:94 BW:
 Openbare cessie art. 3:94 lid 1 BW: levering geschiedt door middel van
onderhandse akte + mededeling daarvan aan de betrokken personen
 Stille cessie art. 3:94 lid 3 BW: levering geschiedt door middel van
onderhandse akte + registratie daarvan bij de Belastingdienst
3. Beschikkingsbevoegdheid
 Hoofdregel: de rechthebbende is beschikkingsbevoegd
 Tenzij: art. 23 Fw: de schuldenaar verliest door faillietverklaring van
rechtswege de beschikking over zijn tot het faillissement behorende vermogen
 Tenzij: derdenbescherming (te goeder trouw) art. 3:86 jo. 3:88 BW

Voorbeeld: Stel, A heeft een vordering op B voor een bedrag van €1.000. A wil deze vordering
overdragen aan C.
Openbare cessie: A en C maken een akte van cessie op en doen daarvan mededeling aan B. Vanaf
het moment dat B de mededeling heeft ontvangen, is C de nieuwe schuldeiser van de vordering.
Stille cessie: A en C maken een authentieke akte van cessie op (bijvoorbeeld bij de notaris) of een
geregistreerde onderhandse akte. Deze akte wordt geregistreerd bij de Belastingdienst. C is nu de
nieuwe schuldeiser van de vordering, zonder dat B daarvan op de hoogte is.

Schulden
Bedrijfsschulden vs. individuele schulden
De rechtspersoon is aansprakelijk voor de schulden en niet de bestuurder. Een
rechtspersoon oprichten zorgt er dus voor dat je niet individueel aangesproken kan worden
voor de schulden. Die rechtspersoon is dan aansprakelijk voor de schulden en jij in beginsel
niet. Als je ervoor zou kiezen een eenmanszaak op te richten, dus zonder
rechtspersoonlijkheid, dan is er sprake van één vermogen en ben je wel individueel
aansprakelijk voor de schulden van het bedrijf.

Op het moment dat je schulden hebt, kan alles van je worden afgenomen,
zelfs tot aan je huis. Dit kan door allerlei redenen gebeuren. In art. 3:276
BW staat: een schuldeiser kan zijn vordering op alle goederen van de
schuldenaar verhalen.

, Overheidsschuld
Dit doet de overheid door middel van een staatsobligatie. Dit is een lening aangegaan door
een overheid. Beleggers lenen feitelijk geld aan de overheid en ontvangen periodiek rente
over het geïnvesteerde bedrag. Staatsobligaties worden vaak gezien als een minder
risicovolle belegging dan aandelen.

Bankschuld
Bij het kopen van een huis neem je een lening bij de bank; een negatief saldo bij de bank is
mogelijk; je kan ook een positief saldo hebben bij de bank, je hebt dan een lening aan de
bank gegeven (denk aan spaarrekening).

Verbintenissenrecht
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking waarbij de ene partij: de
schuldenaar verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe de andere partij gerechtigd is:
de schuldeiser. Een verbintenis heeft twee zijden:
o Passieve zijde: de schuld
o Actieve zijde: een vorderingsrecht dat toekomt aan de schuldeiser, die een
verplichting inhoudt voor de schuldenaar.

Eigendom - art. 5:1 BW
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op de zaak kan hebben art. 5:1 lid
1 BW. Dit geeft de eigenaar een exclusief recht om de zaak vrij te gebruiken, te vervreemden
en te bezwaren art. 5:1 lid 2 BW. De eigenaar van de zaak wordt (behoudens rechten van
anderen) ook eigenaar van de vruchten van die zaak art. 5:1 lid 3 BW. Eigendom kan worden
verkregen door derivatieve wijze van verkrijging (overdracht) of door originaire verkrijging
(toe-eigening, natrekking, vermenging en zaakvorsming. Ook beperkte rechten kunnen op
eigendom worden gevestigd.

Let op: je kunt geen eigenaar van de vordering zijn, je bent rechthebbende van de vordering,
dit komt in principe op hetzelfde neer maar het is een definitiekwestie.

Beperkte rechten – art. 3:8 BW
Beperkte zijn rechten die afgeleid zijn uit een meer omvattend recht en belasten een meer
omvattend recht art. 3:8 BW. Je belast bijvoorbeeld het eigendomsrecht met het recht van
vruchtgebruik, je geeft dan iemand rechten om je telefoon te gebruiken. Je kunt ook een
beperkt recht weer belasten met een ander beperkt recht, bijvoorbeeld het vruchtgebruik
belasten met een pandrecht.

Het Nederlandse recht kent een gesloten stelsel van beperkte rechten, uit art. 3:81 lid 1 BW
volgt dat alleen de in de wet genoemde beperkte rechten kunnen worden gevestigd.

Voorbeelden van beperkte rechten zijn:
 Vruchtgebruik art. 3:201 BW
 Pandrecht (roerende zaken)
o Vuistpandrecht art. 3:236 BW
o Stil pandrecht art. 3:237 BW
o Voor vorderingen (art. 3:236 lid 2 jo. art. 3:94 lid 1 BW jo. art. 3:239 lid 1 BW)
 Hypotheek
 Erfdienstbaarheid
 Erfpacht

Let op: afhankelijke rechten art. 3:7 BW kunnen alleen overgaan met het hoofdrecht, zoals pand- en
hypotheekrecht (afhankelijk van de vordering), erfdienstbaarheden (afhankelijk van erven) en het recht
van opstal (afhankelijk van het gebruiksrecht). Het gaat dan om een recht dat zodanig is verbonden

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jmschoon. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65040 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€15,49  4x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd