1. Welk nut hebben sterrenbeelden?
Sterrenbeelden werden historisch gebruikt voor navigatie en als hulpmiddel bij het
identificeren van specifieke sterren aan de hemel.
2. Hoe kon Eratosthenes de omtrek van de Aarde bepalen?
Eratosthenes gebruikte de schaduw van een stok in Syene (geen schaduw tijdens de
zonnewende) en in Alexandrië (met een hoek) om de omtrek van de Aarde te berekenen.
Hij combineerde de hoek van de schaduw met de afstand (in staden) tussen de twee
steden.
3. Beschrijf het model van Ptolemaeus.
Het model van Ptolemaeus was geocentrisch, met de Aarde in het centrum. Planeten
bewogen in epicykels (kleine cirkels) terwijl ze rond de Aarde draaiden om retrogade
bewegingen te verklaren.
4. Wat is het principe van Copernicus?
Het principe van Copernicus stelt dat de Zon, niet de Aarde, het centrum van het
zonnestelsel is, en dat planeten, inclusief de Aarde, daaromheen draaien
(heliocentrisch model).
5. Wat is de retrograde beweging van een planeet?
De retrograde beweging is de schijnbare achterwaartse beweging van een planeet aan
de hemel, veroorzaakt door de relatieve snelheden en banen van de Aarde en de
planeet.
6. Hoe werd de retrograde beweging van planeten verklaard in het geocentrisch
wereldbeeld?
In het geocentrisch model werd retrograde beweging verklaard door epicykels, waarbij
planeten in kleinere cirkels bewogen terwijl ze een grotere cirkel rond de Aarde volgden.
7. Wat is het belang van Galilei’s waarnemingen van Jupiter en Venus?
,Galilei ontdekte (met zijn telescoop 4 van) de manen van Jupiter en observeerde de
fasen van Venus, wat bevestigde dat niet alle hemellichamen om de Aarde draaien en
dat het heliocentrisch model correct is.
8. Wat is Ockham’s scheermes?
Ockham’s scheermes stelt dat de eenvoudigste uitleg, met het minste aantal
aannames, meestal de beste is. In de astronomie betekent dit vaak dat het
heliocentrisch model eenvoudiger is dan het geocentrisch model.
9. Wat zijn de zenit en de nadir?
De zenit is het punt aan de hemel direct boven een waarnemer; de nadir is het punt
direct onder de waarnemer.
10. Noem en beschrijf de coördinaten, het referentievlak en het nulpunt van het Alt-
Az systeem.
• Coördinaten:
1. Altitude (hoogte), de hoek boven de horizon [-90, 90]
2. Azimut, hoek gemeten vanaf het noorden langs de horizon [0, 360]
Dit systeem hangt af van locatie en tijd!
• Referentievlak: De horizon.
• Nulpunt: Noorden
11. Noem en beschrijf de coördinaten, het referentievlak en het nulpunt van lokale
equatoriale coördinaten.
• Coördinaten:
1. Uur hoek, hoek vanaf de meridiaan en lengte graad op de hemel [0, 24h]
Lokale nulmeridiaan: N à zenit à Z (LHA)
Globale nulmeridiaan: Greenwich (GHA) uur hoek = tijd sinds object op de
nulmeridiaan zat.
Hangt niet af van locatie, wel van tijd.
2. Declinatie, hoek boven/onder het hemelse evenaar [-90, 90].
• Referentievlak: Hemels-equator, een projectie van de aardse evenaar op de
hemelbol. Dit vlak verdeelt de hemelbol in een noordelijk en zuidelijk halfrond.
, • Nulpunt: Lokale meridiaan.
12. Noem en beschrijf de coördinaten, het referentievlak en het nulpunt van het
(universele) equatoriaal coördinatensysteem.
• Coördinaten:
1. Recht klimming, vergelijkbaar met lengtegraad, maar dan geprojecteerd
op de hemelbol.
2. Declinatie, hoek boven/onder het hemelse evenaar [-90, 90].
Hangt niet af van locatie of tijd.
• Referentievlak: Hemelse evenaar.
• Nulpunt: Lente-eveningspunt, dat is de plek waar de zon de hemel-equator
passeert van zuid naar noord tijdens de lente-equinox.
13. Noem een gevolg van de kanteling van de aardas op leven op Aarde.
De kanteling veroorzaakt seizoenen, omdat de hoeveelheid zonlicht die elke halfrond
ontvangt varieert door het jaar.
14. Wat is een equinox?
Een equinox is een moment waarop dag en nacht even lang zijn, omdat de zon loodrecht
boven de evenaar staat.
15. Wat is een zonnewende?
Een zonnewende is het moment waarop de zon zijn hoogste of laagste punt bereikt ten
opzichte van de evenaar, wat de langste of kortste dag veroorzaakt.
16. Wat is precessie?
Precessie is de langzame beweging van de aardas, die een kegelvormige baan beschrijft
over een periode van ongeveer 26.000 jaar.
17. Wat is nutatie, en wat veroorzaakt het?