Publiekrecht – omgevingsrecht per 1 jan 2024
Staatsrecht
Trias Politica en de scheiding der machten
• Wetgevende macht: Regering (koning en ministers) + Staten-Generaal. Artikel 81
van de Grondwet regelt dat wetten afkomstig zijn van deze samenwerking.
• Uitvoerende macht: De regering voert de wetten uit die door de wetgevende
macht zijn vastgesteld.
• Rechterlijke macht: Bestaat uit de Hoge Raad, rechtbanken en gerechtshoven.
Controleert de uitvoering van wetten, maar de Raad van State valt hier niet onder
(hoogste bestuursrechter, geen rechters).
Decentralisatie en bestuurslagen
• Decentralisatie betekent dat bevoegdheden worden verdeeld over verschillende
bestuurslagen:
1. Rijksoverheid
2. Provincie
3. Gemeente
4. Waterschappen
• Gemeenten hebben in de praktijk veel invloed, vooral in het omgevingsrecht,
bijvoorbeeld bij het bepalen van bouwlocaties en vergunningen.
Hiërarchie van wetgeving
De volgorde van wetten is belangrijk bij conflicten tussen regels:
1. Internationale verdragen en EU-recht.
2. Grondwet.
3. Wetten in formele zin (gemaakt door regering en Staten-Generaal).
4. Algemene maatregel van bestuur (AMvB): Gedetailleerde uitwerking van wetten
op rijksniveau door de regering.
5. Ministeriële regelingen: Verfijning van een AMvB door een minister.
6. Provinciale en gemeentelijke verordeningen.
, • Nieuw gaat voor oud: Recentere regels hebben voorrang.
• Bijzonder gaat voor algemeen: Specifieke regels gaan voor algemene regels.
Relevantie voor de Omgevingswet
De Omgevingswet is een raamwet, waarin algemene kaders worden gegeven. Deze
kaders worden verder uitgewerkt via:
• AMvB's: Zoals het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) of Besluit bouwwerken
leefomgeving (Bbl).
• Ministeriële regelingen: Nog specifiekere invulling van AMvB's.
• Lokaal beleid: Gemeenten vullen vaak het meest concreet in wat er in hun
gebied mogelijk is.
Belang voor de vastgoedsector
• Gemeenten spelen een cruciale rol bij het bepalen van wat waar gebouwd mag
worden, bijvoorbeeld door bestemmingsplannen of omgevingsplannen.
• Nationale belangen gaan voor provinciale en gemeentelijke, maar gemeenten zijn
zelfstandig bevoegd binnen de kaders van de Omgevingswet en moeten zich
houden aan de hiërarchie van wetgeving.
Praktisch toepassen
Bij vastgoedprojecten of bouwplannen moet je weten:
1. Welke regels gelden op welk niveau?
2. Waar kun je de juiste regel vinden? Bijvoorbeeld in een AMvB, ministeriële
regeling, of gemeentelijke verordening.
3. Hoe werkt de hiërarchie? Bijvoorbeeld: Europese of nationale regels kunnen
lokale regels overrulen.
,De omgevingswet
1. Overgang naar de fysieke leefomgeving
• Oude situatie (tot 2023): Ruimtelijke ordening en omgevingsrecht waren
verspreid over verschillende wetten, zoals de Wabo, de Wet ruimtelijke ordening
(Wro), en specifieke milieuwetten.
• Nieuwe situatie (vanaf 2024): Deze wetten zijn vervangen door de
Omgevingswet, die zich richt op de fysieke leefomgeving. Dit omvat:
o Gebieden waar mensen wonen, werken, recreëren en verblijven.
o Regels die zorgen dat alles in balans blijft, zoals geluidsoverlast, milieu-
effecten, en natuurbescherming (bijvoorbeeld Natura 2000).
2. Kern van de Omgevingswet
• Bundeling van wetgeving: 26 wetten samengevoegd, tientallen AMvB’s
ingetrokken, en 1 nieuwe structuur geïntroduceerd.
• Doel: Regels samenbrengen om:
o Eenvoud te bieden.
o Sneller en beter te kunnen inspelen op veranderende situaties.
o Een samenhangend beleid te voeren op het gebied van de fysieke
leefomgeving.
3. Tentamentips
• Focus op de inhoudsopgave van de Omgevingswet:
o Begrijp hoe de wet is opgebouwd.
o Weet waar belangrijke onderdelen zoals vergunningverlening, regels voor
activiteiten en het omgevingsplan te vinden zijn.
• Basisvragen met oog voor detail:
o Het tentamen richt zich op eenvoudige vragen, maar je moet ze precies
kunnen beantwoorden.
o Voorbeeld: "Wat is de fysieke leefomgeving volgens de wettelijke
definitie?"
, ▪ Antwoord: "De omgeving waarin mensen leven, werken, recreëren,
en verblijven, inclusief natuur, infrastructuur, en cultureel erfgoed."
4. Belangrijke instrumenten van de Omgevingswet
• Omgevingsvisie: Langetermijnstrategie van een gemeente, provincie, of het Rijk
voor de fysieke leefomgeving.
• Omgevingsplan: De opvolger van het bestemmingsplan, met regels op
gemeentelijk niveau.
• Vergunningen: Alle activiteiten in de fysieke leefomgeving die vergunningplichtig
zijn, vallen nu onder 1 set regels.
• Algemene regels: Bevatten de kaders voor veelvoorkomende activiteiten.
5. Praktische voorbereiding
• Bestudeer de inhoudsopgave: Dit helpt om snel relevante informatie te vinden.
• Oefen basisvragen: Denk aan definities en verbanden tussen de instrumenten
van de wet.
• Ken de structuur van regelgeving: Van nationale kaders tot gemeentelijke
regels.
Structuur van de Omgevingswet
De wet is logisch opgebouwd, waarbij elk hoofdstuk een specifiek thema behandelt.
Belangrijke onderdelen voor je tentamen zijn:
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
• Bevat definities en algemene regels, maar is minder relevant.
• Tip: Bestudeer alleen de kernbegrippen die je nodig hebt, zoals de definitie van
"fysieke leefomgeving."
Hoofdstuk 2: Taken en bevoegdheden
• Regelt wie bevoegd is om specifieke documenten en besluiten te maken, zoals:
o Gemeenten: Omgevingsplannen.
o Provincies: Omgevingsverordeningen.
o Rijksoverheid: Omgevingsvisies.