Maastricht University Blok 1 Een leven lang gezond
Taak 6: Rebel without a case
TAAK 6: REBEL WITHOUT A
CASE
MOEILIJKE WOORDEN
- Nurture: opvoeding, omgeving; alles behalve het biologische
- Predisposing factors: voorbestemmende factoren
- Endogenous
- Exogenous
- Precipitating factors: uitlokkende factoren
PROBLEEMSTELLING
Wat verandert er allemaal tijdens de adolescentie?
BRAINSTORM
- Adolescentie: van kind naar volwassen:
- Puberteit
- Risicogedrag
- Leefstijl
- Identiteit ontwikkelen verkennen van grenzen
- Ontwikkeling hersenen
- Ontwikkeling lichaam
o Secundaire geslachtskenmerken
- Sociale contacten
- Groepsdruk
- Mening van anderen
- Opvoeding: steun, sturing, inspiratie, motivatie
- Omgeving
- Verslaving, orgaan aantasting
- Nature en nurture
- Verschil jongens en meisjes
Biologisch
Gedrag
Omgeving
Gedrag + omgeving
Biologisch + gedrag + omgeving
Gw-driehoek: ook wel bio-psychosociaal
LITERATUURTIPS:
Handboeken, artikelen voor figuur, factoren in figuur kunnen vertalen is een leidraad
voor artikelen. Jolles, J.
, Maastricht University Blok 1 Een leven lang gezond
Taak 6: Rebel without a case
LEERDOELEN
1. WAT IS ADOLESCENTIE? (LEEFTIJD, VERSCHIL MET PUBERTEIT)
De periode waarin het kind zich ontwikkelt als onafhankelijke volwassenen. Het begint
vaak met de lichamelijke ontwikkelingen van de puberteit.
Puberteit wordt meestal gebruikt als er gesproken wordt over de bio-seksuele
ontwikkelingen (een onderdeel van de adolescentie) en adolescentie wordt meestal
gebruikt als het gaat over alle ontwikkelingsgebieden gedurende de hele jeugdperiode.
Puberteit loopt ongeveer van 12 tot 17 jaar, bij adolescentie gaat het over de periode
van 12 tot 22 jaar met een grote uitloopmogelijkheid.
Groeispurt is het meest zichtbare teken dat de adolescentie is begonnen. Deze piekt rond
het 12e jaar voor meisjes en het 14e jaar voor jongens. Opeens, vinden de adolescenten
hunzelf in nieuwe lichamen. Op het einde van de groeispurt beginnen meisjes te
menstrueren en produceren jongens sperma. Dit stadium dat je kunt voortplanten wordt
de puberteit genoemd.
In veel onderontwikkelde landen is het einde van de vroege adolescentie, rond 15e, het
begint van volwassenheid: werk, ouderschap, volwassen verantwoordelijkheden.
In ontwikkelde landen, kan de transformatie van kind naar volwassenen wel tot het 20 e
levensjaar duren.
2. WELKE BIOLOGISCHE VERANDERINGEN VINDEN PLAATS TIJDENS DE
ADOLESCENTIE? (HERSENEN, LICHAAM)
Groeispurt is het meest zichtbare teken dat de adolescentie is begonnen.
HERSENEN
Veranderingen in het lichaam, gaan samen met veranderingen in de hersenen, vooral
delen van de frontale kwabben, prefrontale cortex. Deze delen zijn essentieel voor het
vermogen om flexibel te denken, om adequaat te handelen in uitdagende situaties en
met meerdere stukjes informatie om te gaan. Ze zijn ook betrokken bij vaardigheden
zoals plannen en organiseren, impulsen beheren en aandacht toewijzen.
Gedurende de kindertijd, over produceren de hersenen neuronale verbindingen, maar
gedurende de puberteit, worden de verbindingen die niet gebruikt worden geëlimineerd.
Tegelijkertijd verwerven veel neuronen een omhulsel van myeline, wat hun communicatie
met elkaar versnelt. Bij het einde van de adolescentie, heeft het tienerbrein minder
neuronale verbinden, maar die wat er zijn, zijn selectiever, sterker en efficiënter. Op
hetzelfde moment, wordt dopamine (wordt geassocieerd met plezier) belangrijker.
Veranderingen in het brein worden weerspiegeld in veranderingen van de manier waarop
adolescenten denken. Piaget beschrijft deze periode van denken als de formal
operational stage.
LICHAAM
Sommige adolescenten groeien flink in de lengte. Jongens krijgen over het algemeen
meer spierweefsel en meisjes meer vetweefsel. Daarnaast worden ze lichamelijk
volwassen; dit uit zich in geslachtsrijpheid, de primaire geslachtsrijpheid, en de uiterlijk
zichtbare en hoorbare veranderingen, de secundaire geslachtsrijpheid.
- Primaire geslachtskenmerken ontstaan door de groei en rijping van de organen
die rechtstreeks bij de paring en voortplanting betrokken zijn; bij de meisjes zijn
dat de baarmoeder (uterus), de eierstokken (ovaria), de schaamlippen (libiae) en
de clitoris. Bij de jongens zijn dit het lid (de penis), de ballen (testis) en de balzak
(het scrotum).