Kennistoets Generiek Hoofdfase 2020
Leertheorie: Sociaal-constructivisme
Constructivisme
Kennisleer Leerprincipes Competentiegericht
. Werkelijkheid is subjectief . Actief/ interactief Krachtige leeromgeving
. Kennis is (inter)subjectief . Constructief
. Kennis is sociaal . Zelfregulerend
. Doelgericht . Werkplekleren
. Leerprocessen
. Leeractiviteiten . Coaching
. Leerfuncties
. Onderwijsleerregimes
Constructivisme als kennisleer
Constructivisme= is een stroming, waarbij leren wordt gezien als een actief proces van
kennisverwerving. Een van de principes is dat leren een proces is van kennis construeren. Daarbij
wordt voortgebouwd op de aanwezige kennis. Het leren vindt steeds meer onder de eigen
verantwoordelijkheid van de leerling plaats.
De aanhangers van het constructivisme zijn het over één ding eens, namelijk het filosofische
uitgangspunt dat de werkelijkheid een subjectieve werkelijkheid is, die we als subjecten zelf creëren
of construeren met behulp van onze waarneming, onze taal en ons denken.
De wereld om ons heen is niet dezelfde als de wereld in ons hoofd en dus ervaart de een de wereld
anders dan de ander. Een logisch gevolg hiervan is dat onze kennis, subjectieve kennis is.
Objectieve kennis= kennis die onafhankelijk van iemands beleving bestaat.
Intersubjectieve kennis= is sprake als gesprekspartners vinden dat ze het over ‘hetzelfde’ hebben.
Constructivisten stellen dat kennis sociale kennis is, ze komt tot stand in sociale interactie.
Leren volgens het constructivisme
Definitie volgens Shuel: leren is een actief, constructief, cumulatief, zelfregulerend en doelgericht
proces, waarin de lerende zelf de regie voert.
Leren is een actief proces
Bij het behaviorisme en het cognitivisme is de leraar actief (draagt kennis over) en is de leerling
passief (ontvang kennis).
Vanuit een constructivistische georiënteerde didactiek wordt een leerling gezien als een actief,
zelfstandig en zelfverantwoordelijk persoon. Overgedragen kennis is voor de ontvanger informatie
die niet vanzelf leidt tot bruikbare kennis.
, In een constructivistische onderwijsvisie zal de leraar in het onderwijsproces meer optreden als
inhoudelijk begeleider en als coach of tutor van leer- en denkprocessen dan als instructeur en
overdragen van kennis.
In een dergelijke activerende didactiek wordt een leerling niet alleen geacht intern actief te leren
maar ook samen met medeleerlingen, dus interactief te leren. constructivisten die dit sociale aspect
van leren benadrukken, stellen dat kennis een sociaal product is dat in de interactie tussen leden van
een ‘leergemeenschap’ (groep, klas, school) tot stand komt.
Peer tutoring, waarbij degenen met meer kennis van een bepaald leerdomein, anderen binnen de
leergemeenschap met minder kennis helpen, vormt een belangrijk element in dit interactieproces
van kennis delen en creëren. In deze visie is leren een interactief , op samenwerking gericht proces.
Leren is een betekenis verlenend (constructief) proces
Paiget onderzocht hoe kinderen denken en hoe ze zich daarin ontwikkelen deze (cognitieve)
ontwikkeling vind plaats onder invloed van:
1 neurologische rijping
Deze neurologische rijping leidt tot veranderingen in de manier van denken en kennis ordenen in
de cognitieve structuur. Deze veranderingen houden in dat de manier van denken (en de daarbij
horende kennisstructuur) steeds complexer en abstracter wordt en daardoor meer kennis kan
omvatten. Deze manier van denken ontwikkelt zich in fases grofweg van concreet handelen
(uitwendig denken) via concreet denken (denkhandelingen) tot abstract 9los van de concrete
werkelijkheid) denken.
2 ervaringen
Kinderen doen ervaringen op in de hun omringende wereld. Het zijn leerervaringen die bestaan
uit:
Materiële ervaringen waardoor de fysische wereld ontdekt wordt. Bijvoorbeeld
warm/koud, hard/zacht.
Logische ervaringen waardoor allerlei wetmatigheden en regels ontdekt worden. Zoals
meer/minder, gewicht van iets veranderd niet als de vorm verandert, 1+1=2.
Sociale ervaringen waardoor verschijnselen uit de sociaal-culturele omgeving betekenis
krijgen. Bijvoorbeeld taal, lachen/huilen, goed/slecht.
Door ervaringen op te doen, bouwen kinderen kennis op over de wereld om hen heen en over
henzelf. Ieder kind heeft zijn eigen unieke ervaringen en leerresultaten.
Volgens Paiget streven organismen in hun ontwikkeling naar evenwicht met hun omgeving. Bij
mensen wordt dat bijvoorbeeld in hun kleedgedrag duidelijk: we kleden ons al naar belang de
temperatuur en de situatie. Met de juiste kleren aan voelen we ons (op dat punt) in evenwicht met
de omgeving.
Ook cognitief streven we naar evenwicht en daarvoor maken we gebruik van assimilatie en
accommodatie.
Assimilatie= passen mensen informatie uit de omgeving aan hun cognitieve structuur aan, ze
koppelen het aan kennis die ze al hebben. We komen echter continu in aanraking met nieuwe
informatie. Veel daarvan glijdt langs ons heen, een deel begrijpen en verwerken we zonder
probleem, oftewel assimileren we.