Evidence Based Practice
.
Met het inleveren van dit beroepsproduct verklaar ik, ……., student aan de Master Innovatie
in Zorg en Welzijn van de Hogeschool Utrecht, dat ik bij het schrijven van dit beroepsproduct
geen plagiaat heb gepleegd en dat het beroepsproduct het resultaat is van mijn eigen werk
en verwoord is in mijn eigen woorden, behoudens citaten. Daar waar het beroepsproduct
gebaseerd is op informatie dan wel ideeën uit een andere informatiebron zal ik hieraan recht
doen door naar dit geraadpleegde werk te verwijzen. Tevens verklaar ik dat ik te allen tijde
verantwoordelijk blijf voor het bovenstaande.
Master Innovatie in Zorg en Welzijn
Naam:
Studentnummer:
Mentor:
Cursusnaam: Evidence Based Practice
Cursuscode: GVE-1.M-EBP-16
Inleverdatum:
Aantal woorden: 3308
,Samenvatting
Inleiding
De Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties benadrukken
reproductieve gezondheid als een essentieel aspect van levenskwaliteit en sociale
ontwikkeling wereldwijd. Reproductieve gezondheid omvat toegang tot veilige anticonceptie
en adequate zorg tijdens zwangerschap, abortus en bevalling. Een belangrijk aspect is de
retentiegraad van het IUD, wat verwijst naar het percentage vrouwen bij wie het IUD
succesvol in de baarmoeder wordt geplaatst en/of blijft gedurende de geplande gebruiksduur
van 5 tot 10 jaar. Het moment van plaatsen van een intra-uterien device (IUD) na abortus
speelt hierin een cruciale rol. Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe directe versus
uitgestelde IUD-plaatsing na abortus de retentiegraad beïnvloedt, wat belangrijk is voor het
voorkomen van ongewenste zwangerschappen.
Methode
Een literatuuronderzoek werd uitgevoerd volgens de Critical Appraisal of a Topic (CAT)-
methode. Drie databases (CINAHL, Cochrane Library, PubMed) werden doorzocht met
zoekregels op basis van de PICO-methode. Inclusiecriteria omvatten publicaties (2018-2024)
over de invloed van het moment van IUD-plaatsing (direct versus uitgesteld) na abortus. De
methodologische kwaliteit werd beoordeeld met CASP-checklists. De kracht van het bewijs
van de literatuur werd beoordeeld volgens de hiërarchie van bewijskracht.
Bevindingen
Het literatuuronderzoek resulteerde in 17 artikelen, waarvan 4 studies werden geïncludeerd:
een systematische reviews met meta-analyse (n=2), randomized controlled trial (n=1) en een
(n=1) prospectieve cohortstudie. De geïncludeerde literatuur varieerde in kwaliteit van hoog
tot zeer hoog.
Conclusie
De resultaten suggereren dat directe plaatsing van een IUD na een abortus de retentiegraad
positief beïnvloedt, oftewel verhoogt, in vergelijking met uitgestelde plaatsing. Dit wordt
toegeschreven aan het verminderen van praktische obstakels, die anders een negatief effect
kunnen hebben op de retentiegraad. Hoewel directe plaatsing een licht verhoogd risico op
uitdrijving op korte termijn met zich meebrengt, weegt dit nadeel niet op tegen de hogere
lange-termijnretentie. Het is echter belangrijk op te merken dat variaties in de definities van
directe en uitgestelde IUD-plaatsing en de methodologische verschillen in de onderzochte
studies de interpretatie bemoeilijken.
2
,Inhoudsopgave
Samenvatting................................................................................................................................................. 2
1. Inleiding..................................................................................................................................................... 3
2. Methode.................................................................................................................................................... 5
2.1 Dataverzameling............................................................................................................................................6
2.2 Data extractie.................................................................................................................................................8
3. Bevindingen............................................................................................................................................... 9
3.1 PRISMA-flowchart........................................................................................................................................10
3.2 Methodologische kwaliteit...........................................................................................................................10
4. Discussie.................................................................................................................................................. 13
4.1 Validiteit en betrouwbaarheid huidig onderzoek.........................................................................................14
4.2 Praktische obstakels.....................................................................................................................................14
4.3 Medicamenteuze- en chirurgische abortus..................................................................................................15
4.4 Directe en uitgestelde IUD-plaatsing...........................................................................................................15
4.5 Follow-up periode.........................................................................................................................................15
5. Conclusie................................................................................................................................................. 16
Bijlage A: Voorbeeld CASP-checklist............................................................................................................. 21
Bijlage B: Table of Evidence.......................................................................................................................... 26
Bijlage C: Redeneerschema.......................................................................................................................... 32
Bijlage D: Peer-feedback.............................................................................................................................. 33
Bijlage E: Verslag leerrendement.................................................................................................................. 33
1. Inleiding
De Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties erkennen
reproductieve gezondheid als een belangrijk onderdeel voor het verbeteren van de
levenskwaliteit en het bevorderen van economische en sociale ontwikkeling wereldwijd
(World Health Organization, 2017). Reproductieve gezondheid wordt gedefinieerd als een
toestand van volledig lichamelijk, mentaal en sociaal welzijn in alle aspecten die verband
houden met het voortplantingssysteem, de functies en processen daarvan. Het omvat onder
3
, meer het recht op toegang tot veilige, effectieve, betaalbare en aanvaardbare anticonceptie,
alsook tot adequate gezondheidszorg tijdens zwangerschap, abortus en bevalling (World
Health Organization, z.d.).
Een belangrijk onderdeel van reproductieve gezondheidszorg is abortushulpverlening. De
WHO (2024) definieert abortushulpverlening als de medicamenteuze of chirurgische
beëindiging van een zwangerschap voordat de foetus levensvatbaar is. Een
medicamenteuze abortus wordt uitgevoerd door eerst een medicijn in te nemen, gevolgd
door een tweede medicijn enkele dagen later om de zwangerschap uit te drijven (NHG-
Standpunt, 2016). Abortushulpverlening omvat ook de medische- en emotionele opvolging,
herstelzorg, evenals voorlichting en ondersteuning bij het kiezen van anticonceptie om
toekomstige ongewenste zwangerschappen te voorkomen (World Health Organization,
2024). De Internationale Federatie van Gynaecologen en Obstetrie (FIGO) raadt aan om
anticonceptie te bespreken tijdens de hulpverlening bij abortus, om het risico op herhaalde
ongewenste zwangerschappen te verminderen (FIGO, 2021).
In Nederland zijn er gespecialiseerde klinieken die vrouwen ondersteunen bij het maken van
geïnformeerde keuzes over hun reproductieve gezondheid en abortushulpverlening
aanbieden. Deze klinieken spelen een centrale rol in de zorg na een abortus en bieden
verschillende anticonceptiemethoden aan (Rutgers, z.d.). Een van de meest effectieve
methoden om langdurig ongewenste zwangerschappen te voorkomen, is het gebruik van
langdurige anticonceptiemiddelen, zoals een intra-uteriene device (IUD) (Guttmacher
Institute, 2020).
In het Centrum Seksuele Gezondheid Noord Nederland (CSGNN) blijkt dat sommige
vrouwen de voorkeur geven aan directe plaatsing van een IUD na een abortus, terwijl
anderen liever wachten. Bij directe plaatsing wordt het IUD onmiddellijk aan het einde van de
chirurgische abortus ingebracht, terwijl bij uitgestelde plaatsing het IUD pas meer dan vier
weken na de medicamenteuze of chirurgische abortus wordt geplaatst, vaak tijdens de
nacontrole of op een later gewenst moment.
Het doel van het plaatsen van een IUD na een abortus is meestal het bieden van langdurige
anticonceptie, waarbij het IUD een gebruiksduur heeft van 5 tot 10 jaar. De combinatie van
verschillende voorkeuren voor het moment van plaatsing en de wens van de vrouw naar
langdurige anticonceptie roept binnen het medisch team van CSGNN de vraag op of het
moment van plaatsing invloed op de retentiegraad van het IUD. Hierbij verwijst in dit geval de
retentiegraad naar het percentage vrouwen bij wie het IUD succesvol in de baarmoeder
4