100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Inleiding Psychologie €5,72
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Inleiding Psychologie

 0 keer verkocht

Complete samenvatting van stof van psychologie

Voorbeeld 4 van de 56  pagina's

  • 13 januari 2025
  • 56
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (31)
avatar-seller
jildoumarijeveenstra
College 1: Grondslagen van de psychologie (11-11-2024)
Psychologie gaat over hoe gedrag van individuen gemotiveerd is en de
direct waarneembare, de privaat toegankelijke en onbewuste
processen en toestanden die hierbij een rol spelen.
- Direct waarneembare aspecten: kun je waarnemen en meten. Bijv.
agressief gedrag en reactietijd.
- Privaat toegankelijk: is alleen kenbaar voor de personen, niet voor
anderen. Bijv. boosheid, verdriet en jaloezie.
- Onbewust: is niet kenbaar voor de persoon en anderen. Bijv.
impliciete stereotypen (college 9), klassiek geconditioneerde
responsen (college 9).
Grondlegger van de psychologie is Wilhelm Wundt. Hij deed onderzoek
naar waarneming en waarnemingsdrempels. Hij deed dat door introspectie
(vraag proefpersoon naar ervaring).
Of Wundt de stichter was van de psychologie is niet helemaal duidelijk,
want 4 jaar eerder had James een idee. William James speelde hier ook
een rol in. Hij deed onderzoek naar emoties.
Emotie = verandering in het lichaam. Als emotie een lichamelijke
verschijning is moet je bijv. gewoon lachen als je je sip voelt.
Drie uitgangspunten van moderne psychologie:
1. Fysieke veroorzaking van gedrag
2. Gedrag/psychische processen worden gevormd door ervaring.
3. De machinerie voor gedachten en gedrag is vormgegeven door
natuurlijke selectie.
1. Fysieke veroorzaking
Tot de 17e eeuw: mens bestaat uit lichaam (stoffelijk) en ziel (onstoffelijk).
De ziel beïnvloedt het lichaam. Hoe kunnen dingen die niet waarneembaar
zijn een fysieke oorzaak hebben?
René Descartes zei: dieren hebben geen ziel (alleen fysieke oorzaken).
Dus alles wat zowel dieren als mensen doen heeft een fysieke oorzaak.
Dieren hebben geen gedachten, dus die komen bij mensen uit de ziel. Hij
zei dat ze communiceren via de pijnappelklier (dat is niet waar).
Het standpunt van Descartes noemen we dualisme, omdat het ervan
uitgaat dat lichaam en ziel twee gescheiden entiteiten zijn.
Thomas Hobbes zei: “Er is geen ziel, alleen maar materie” Dit komt uit
het materialisme. Is een gedachte dan ook materie? Daar is nog geen
duidelijk antwoord op. Het materialisme gaat ervan uit dat alle processen
lichamelijk en stoffelijk zijn.
Er is nog een standpunt dat bekend staat als idealisme. Zij zeggen dat er
alleen maar geest is en dat het lichaam, een voortbrengsel is van onze
creatieve geest. Een bekende idealist is Plato.
In de 19e eeuw was er een belangrijke ontwikkeling op het gebied van de
fysieke veroorzaking van gedrag. Alle gedrag (ook breinmechanismen) zijn
reflexen. Daarnaast was er nog een belangrijke ontwikkeling in de 19e
eeuw. Lokalisatie van functies in het brein. Schade aan bepaalde delen van
het brein resulteerde in selectieve uitval.

,Algemeen geaccepteerd idee: gevoelens, gedachten etc. hebben fysieke
oorzaken. Dit is belangrijk omdat het mogelijk maakt om psychologische
processen empirisch te onderzoeken.
2. Gedrag / psychische processen worden gevormd door ervaring:
Brits empirisme (o.a. Locke, Berkeley en Hume) zei: “Kennis en
gedachten worden gevormd door sensorische ervaring.”
John Locke: “Mens komt als een onbeschreven blad ter wereld en wordt
geheel gevormd door ervaring.”
Nativisme (o.a. Kant en von Leibniz) = tegenovergestelde van
empirisme, veel van bepalende menselijke gedachten en motieven zijn
aangeboren.
A priori kennis = aangeboren
A posteriori kennis = aangeleerd
Nature vs. Nurture: het debat tussen het empirisme en nativisme.
Bijvoorbeeld: is goed kunnen voetballen aangeboren of een kwestie van
veel trainen?
3. De machinerie voor gedachten en gedrag is vormgegeven door
natuurlijke selectie
Charles Darwin zei: “Evolutie is survival of the fittest.”
Fysieke eigenschappen erf je, want die hebben overlevingswaarde. Dit
geldt ook voor bepaalde gedragingen: die hebben overlevingswaarde en
dus een functie.
Twee andere belangrijke gedragingen van Darwin:
1. Mensen zijn dieren  mensen hebben geen bijzondere
eigenschappen.
2. Nadruk op functie van gedrag  belang van functie. Soms kun je
gedrag begrijpen door naar de functie ervan te kijken.
Iedereen maakt voor het verklaren van eigen/andermans gedrag gebruik
van ideeën over mentale toestanden, motieven en hun relatie met gedrag.
Dit is gebaseerd op ervaring (met jezelf of anderen) en dingen die
‘algemeen bekend’ worden verondersteld. Het is belangrijk dit te
onderscheiden van wetenschappelijke psychologie.
Drie potentiële valkuilen
1. Folk psychology
2. Gebruik van hypothetische constructen
3. Gebruik van metaforen
1. Folk psychology:
Folk psychology of common sense psychology: mensen verklaren
gedrag van zichzelf en anderen door bepaalde mentale kenmerken aan
hen toe te schrijven. We hebben vaak impliciete theorieën over emoties,
wensen etc. van onszelf en anderen. Voorbeelden:
- Verdriet moet je niet opkroppen, daar word je somber van.
- Als je 4 keer achter elkaar verliest, neemt het vertrouwen van het
team af.
Wel zijn ze vaak bruikbaar: het stelt ons in staat je eigen gedrag te
analyseren en veranderen, met anderen te communiceren, gedrag te
anticiperen etc.

,2. Gebruik van hypothetische constructen:
Zwaartekracht is een hypothetisch construct (HC):
- Het is niet direct waarneembaar
- Bezit een aantal veronderstelde eigenschappen (zwaartekracht geeft
objecten gewicht).
- Je kunt de consequenties zien van het hypothetisch ding of proces
(appels vallen van bomen).
- We gebruiken het om observeerbare dingen mee te verklaren
(appels vallen van bomen door de zwaartekracht).
Angst is een hypothetisch construct:
- Het is niet direct waarneembaar (waar zit angst?)
- Bezit een aantal veronderstelde eigenschappen (angst zorgt voor
verhoogde hartslag).
- Je kunt de consequenties zien van het hypothetisch ding of proces
(iemand is bijvoorbeeld onrustig).
- We gebruiken het om observeerbare dingen mee verklaren (X gaat ’s
avonds niet naar buiten omdat hij bang is in het donker).
Hypothetische constructen zijn nuttig omdat ze ons helpen theorieën te
vormen. Maar verklaringen met hypothetische constructen zijn soms
lastig: Fransien haalt een hoog cijfer omdat ze intelligent is (hoe weet je
dat ze intelligent is?)
3. Gebruik van metaforen
Metafoor: maakt van een abstract, moeilijk voor te stellen idee iets
concreets (iets dat je kunt ervaren).
In de wetenschap wordt hier veel gebruik van gemaakt. Een voordeel is
dat het de communicatie vergemakkelijkt, maakt zaken voorstelbaar. Een
nadeel is wel dat metaforen hun eigen leven gaan leiden.
Voorbeelden uit de psychologie:
- Onaangename ervaringen worden verdrongen (psychodynamische
theorie van Freud, zie college over persoonlijkheid)
- Informatie wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen (zie
college over geheugen en aandacht)
- Machine-metafoor voor het lichaam, computer-metafoor voor het
brein etc.

, Onderzoeksmethoden in de psychologie
Onderzoeksmethoden kun je classificeren op 3 dimensies (design, setting,
dataverzameling).
Soort design:
a) Experimenteel
- Experimenteel geeft inzicht in oorzakelijke relaties.
- Onderzoeker manipuleert iets (onafhankelijke variabele) en meet
het effect ervan op de afhankelijke variabele.
- Alle andere variabelen worden constant gehouden/gecontroleerd.
Voorbeeld onderzoek: Nisbett & Wilson (1977) naar het Halo-effect (leuke
docent en minder leuke docent)  (oordeel over één eigenschap van een
ander beïnvloedt oordeel over andere eigenschappen van die persoon) ZIE
DE POWERPOINT VOOR DUIDELIJKE UITWERKING VAN EXPERIMENT
b) Correlationeel
- Correlatie geeft de samenhang weer tussen twee variabelen
- Let op: samenhang is niet hetzelfde als veroorzaking!
c) Beschrijvend
- Uitsluitend waarnemingen
- Geen relaties
- Geen oorzakelijke verbanden
Setting van de studie:
a) Laboratoriumonderzoek
- Voordeel: controle
- Nadeel: kunstmatig  lastiger om te generaliseren daarom is
externe validiteit een groot punt van aandacht.
b) Veldonderzoek
- Voordeel: realistisch
- Nadeel: weinig controle

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jildoumarijeveenstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,72. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65507 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,72
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd