Economie bestudeert de behoeften die mensen hebben en de manier waarop ze in die behoeften
voorzien
Om in behoeftes te voorzien zijn middelen nodig
- mensen hebben oneindig veel behoeften maar de middelen zijn beperkt
→ spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen = schaarste
Schaarste
Dagelijks → absolute schaarste → wanneer er een tekort aan is (hongersnood)
Economisch → relatieve schaarste → als middelen opgeofferd moeten worden om het te maken
Om schaarste te verminderen:
- goederen (scooter, telefoon, spijkerbroek)
- diensten (vakantiereizen, onderwijs, telefoonabonnement)
Goederen +diensten = producten
Vrijegoederen → windkracht, zon , de lucht die we inademen
Economen zeggen dat middelen alternatief aanwendbaar zijn
→ ze kunnen op verschillende manieren worden ingezet
Paragraaf 1.3 Ruil
Ruil in natura
- arbeidsdeling: mensen specialiseren zich door 1 ding te doen
→ arbeidsproductiviteit kan stijgen doordat:
- er meer vaardigheid is
- er minder fouten gemaakt worden
Er ontstaan beroepen
1
, Economie - boekje 5 - Mobiliteit
-producenten maken meer dan ze voor eigen behoeftebevrediging nodig hebben
→ om toch in behoeftes te worden voor zien is ruil nodig
Essentieel voor uil is dat beide partijen er beter van worden → win-win situatie
Transactiekosten
- bij directe ruil zijn veel transactiekosten
→ zoektijd, onderhandeltijd
Transactiekosten → alle kosten die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en af te ronden
Na een tijd zijn we naar indirecte ruil gegaan
→ gebruikgemaakt van een ruilmiddel
( zout, edelmetalen, munten)
Geld wordt gebruikt als:
- rekenmiddel
- ruilmiddel
- spaarmiddel
Marktsector
- ruil vindt plaats op een markt
→ producten worden aangeboden door producenten en gevraagd door consumenten
Markten spelen een dominante rol in de huidige economie
→ ze zorgen dat producten daar terecht komen waar de behoefte is
→ prijs wordt bepaald door vraag en aanbod (geld als rekenmiddel)
→ bij feitelijke transactie (geld als ruilmiddel)
Zwarte circuit
- transacties die worden verzwegen voor de belastingdienst
→ productie van deze goederen of diensten wordt niet geregistreerd
- gemiddeld 5 tot 10 procent van de totale productie
Niet-marktsector
- activiteiten van de overheid en de non-profitsector (onderwijs, ziekenhuizen)
→ niet-marktsector maar wel formele economie
Grijze circuit
- valt onder de informele economie
→ wassen van de auto van je ouders in ruil voor rijlessen
Hoofdstuk 2 Ruiltransacties en welvaart
Paragraaf 2.1 De welvaartstheorie
Welvaart kan toenemen mbv ruil
→ uitgaanssituatie is zelfvoorziening
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lastminuteleren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.