In dit document vind je de samenvatting van de minor praktisch vermogensrecht en BPR onderdeel verbintenissenrecht. Je vindt de belangrijkste wetsartikelen, uitwerkingen van de leerdoelen (per les), voorbeelden/casussen en de arresten.
Materieelrecht
Alle rechten en plichten die beschrijven hoe mensen zich in de
maatschappij moeten gedragen tegenover elkaar
o Bijvoorbeeld: niet door rood rijden
Formeelrecht
Rechtsregels die verwijzen naar de handhaving van het materiële recht
door rechtspraak, toezicht etc.
o Bijvoorbeeld: naar de rechter
Leerdoel 1: de verschillende rechtsfeiten kunnen kwalificeren
Rechtsfeitenschema
Rechtsfeiten
Feiten die altijd een gevolg hebben
o Bijvoorbeeld: mijn moeder koopt brood in de supermarkt, ik reis elke
dag met de trein, ik heb nieuwe schoenen besteld via Zalando
Blote rechtsfeiten
Een gebeurtenis zonder dat daar een menselijk handelen aan vooraf ging
(natuurlijk verschijnsel)
o Bijvoorbeeld: overlijden, geboorte, ziekte
Menselijke handeling
Handeling met een rechtsgevolg waar wel een handeling aan vooraf ging
Menselijke handeling verdelen in
Feitelijke handeling
Een handeling die wel een rechtgevolg heeft, maar het rechtsgevolg is niet
bedoeld
Kan je verdelen in rechtmatige en onrechtmatige daad
o Bijvoorbeeld: een automobilist rijdt een fietser aan en moet nu een
schadevergoeding betalen (onrechtmatige daad)
Rechtshandeling
1
, Een handeling van een natuurlijk- of rechtspersoon die wel gericht op het
tot stand brengen van een bepaald rechtsgevolg (artikel 3:33 BW)
Wil en verklaring stemmen met elkaar overeen >> handeling is WEL
bedoeld
o Bijvoorbeeld: het kopen van een fiets
Soorten rechtshandelingen
Eenzijdige rechtshandelingen (gericht/ongericht)
o Rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door 1 persoon, zonder dat
medewerking van een ander persoon nodig is
Gericht (persoonsgerichte); handeling verricht door
iemand gericht aan een bepaalde partij >> bijvoorbeeld een
email sturen naar een collega
Ongericht (niet-persoonsgerichte); handeling verricht
door iemand, niet specifiek gericht aan een specifiek persoon
>> bijvoorbeeld opstellen van testament, omdat dit voor
jezelf is
Meerzijdige rechtshandelingen (een overeenkomst) artikel 6:213 BW
o Twee personen willen een rechtsgevolg tot stand brengen, beide
personen willen dit
Wederkerig; beide partijen gaan een verbintenis aan om een
prestatie te krijgen >> bijvoorbeeld een overeenkomst
Eenzijdig; opzeggen van een abonnement
Wie mogen rechtshandelingen verrichten?
Iedereen (artikel 3:32 lid 2 BW)
Wel een aantal uitzonderingen
o Bijvoorbeeld: minderjarige, onder curatele gestelde mensen
Verschil rechtshandeling en een feitelijke handeling
Een rechtshandeling heeft rechtsgevolgen die wel bedoeld zijn
Feitelijke handelingen hebben rechtsgevolgen die niet beoogd zijn
Leerdoel 2: de bronnen van verbintenissen kunnen benoemen
Verbintenis
Dit is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen 2 of meer
personen, waarbij de één (schuldenaar/debiteur) verplicht is tot een
bepaalde presentatie tegenover de ander, die recht hierop heeft
(schuldeiser/crediteur)
Valt onder het materieelrecht
o Bijvoorbeeld; persoon A koopt van persoon B een fiets. Persoon A is
de schuldenaar hier en is dus verplicht de koopprijs aan persoon B
te betalen. De koopprijs is voor persoon B (de schuldeiser) een recht
Ontstaansbronnen verbintenissen
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit
(artikel 6:1 BW)
Enerzijds uit de wet en anderzijds uit een overeenkomst (wet maakt
verwijzingen hiernaar)
o Verbintenissen uit de wet zijn:
2
, Onrechtmatige daad (art, 6:162 BW)
Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW)
Iemand die een goed of geldsom per ongeluk aan een
ander geeft. Degene die dit heeft gedaan, kan de
prestatie terugvorderen
Schadevergoeding uit wanprestatie
Natuurlijke verbintenis
Een verbintenis die niet via een rechter afgedwongen kan worden (artikel
6:3 BW)
o Bijvoorbeeld: er is een verjaard vorderingsrecht van €100 euro. De
schuldeiser kan dit bedrag niet meer juridisch afdwingen
Voorwaardelijke verbintenis
Verbintenis die afhankelijk is van een toekomstige onzekere gebeurtenis
(artikel 6:21 BW)
o Bijvoorbeeld: persoon A ontvangt een bonus als hij een bepaald
percentage aan schoenen verkoopt
Gronden voor het tenietgaan (ophouden te bestaan) van verbintenissen
De verbintenissen zijn nagekomen
De rechtshandeling blijkt nietig te zijn (niet geldig > het heeft nooit
bestaan)
De rechtshandeling is vernietigbaar (achteraf ongedaan maken > het heeft
wel ooit bestaan)
Leerdoel 3: Herkennen van problemen die zich kunnen voordoen bij het
aangaan van een overeenkomst
Overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling (tussen twee of meerdere partijen),
waarbij er over en weer rechten en verplichtingen voortvloeien (artikel
6:213 jo. 6:217 BW)
In deze minor gaat het vooral om obligatoire overeenkomsten
(verbintenissen aangaan met anderen)
Totstandkoming overeenkomst
Aanbod en aanvaarding artikel 6:217 BW moment van aanvaarding
komt het totstand
Totstandkoming rechtsgevolgen
Wet, gewoonte of de eisen van redelijkheid/billijkheid artikel 6:248 BW
Afwijkende aanvaarding artikel 6:225 BW
Het verwerken van een verklaring (bereiken van een verklaring) artikel
3:37 lid 3 BW
Moment totstandkoming overeenkomst artikel 6:224 BW
Soorten overeenkomsten
Eenzijdig > schenkingsovereenkomst > bijvoorbeeld een cadeau geven
aan iemand
Meerzijdig (wederkerig) > de koopovereenkomst > bijvoorbeeld iemand
betaald en de ander moet leveren
3
, Verschil tussen verbintenissen uit de wet & de verplichting
voortvloeiend uit een overeenkomst
Verbintenissen uit de wet;
o Niet beoogd (niet bedoeld)
Bijvoorbeeld: persoon A rijdt tegen de auto van persoon B en
veroorzaakt schade. Er heeft hier een rechtsgevolg
plaatsgevonden, maar het was niet bedoeld.
Verbintenis uit overeenkomst;
o Wel beoogd (wel bedoeld)
Bijvoorbeeld: persoon A koopt een auto van persoon B.
persoon A wil de eigenaar van de auto worden en is bereid
om de koopprijs te betalen
Probleemsituaties na een rechtshandeling (ontstaan overeenkomst)
Nietig(heid)
Wilsontbreken
Wilsgebreken
Handelingsonbekwaamheid
Leerdoel 4: benoemen welke soorten aanbiedingen er zijn en wat de
gevolgen hiervan zijn bij het tot stand komen van een overeenkomst
Vrijblijvend aanbod artikel 6:219 lid 2 BW
Een aanbod met een ruime herroepingsmogelijkheid
Het kan direct na aanvaarding worden herroepen
o Bijvoorbeeld: woorden als op = op >> vrijblijvend >> dit is dus een
tijdelijk aanbod
Onherroepelijk aanbod
Sprake van een termijn
Uitnodiging tot het doen van aanbod
Hier is sprake van als er onvoldoende duidelijkheid is over de belangrijkste
verplichting m.b.t. een overeenkomst
o Bijvoorbeeld: prijs ontbreekt
Leerdoel 5: De wilsvertrouwensleer kunnen toepassen
Betekenis wilsvertrouwensleer
Het gaat over de totstandkoming van een rechtshandeling
Wilsvertrouwensleer verdelen in (artikel 3:35 BW)
1. Rechtshandeling
2. Vertrouwen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Roza5. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.