neuroglSamenvatting module 5
Wat is een psychische stoornis?
1. Een psychische stoornis is een syndroom, gekenmerkt door symptomen op
het gebied van de cognitieve funcites, de affectieve functies en/of de
conatieve functies van een persoon
2. Uiting van een disfunctie in de psychologische, biologische of
ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische
functioneren
3. Dat leidt tot significante lijden druk en/of beperkingen in het functioneren
op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden
Benoem welke psychische functies er zijn
1. Cognitieve functies (denken, het geheugen, waarneming, intellect)
2. Affectieve functies (voelen)
3. Conatieve functies (willen en doen)
Benoem welke psychische functiestoornissen er zijn
1. Cognitieve functies
a. Delier, dementie, amnestisch syndroom, amnesie (geheugendefect
voor bepaalde gebeurtenis of periode)
2. Affectieve functies
a. Depressie, manisch, affectlabiliteit, affectincontinentie
3. Conatieve functies
a. Apraxie, afasie, narcisme, depressie
Noem de verschillende groepen stoornissen binnen de psychiatrie
volgens de DSM 5
,Benoem wat de verschillende aspecten van angst zijn
Angst wordt ervaren als mensen in een situatie komt die als dreigend wordt
ervaren, onaangename emotie, kan stimuleren tot betere prestaties.
- Primair: angst is geen onderdeel van andere stoornissen, angst is het
hoofdkenmerk
- Secundair: angst als onderdeel van andere psychiatrische stoornissen
(depressie, psychose, delier)
Wat gebeurt er bij angst:
- Verhoogde activiteit amygdala
o Kent emotie toe aan waarneming
- Amygdala zorgt voor verhoogde (nor)adrenaline
o Ademhaling, hartslag, spiertonus, trillen omhoog
- Geheugen herkent de ervaring
- Prefrontale cortex dooft aangeleerde angstreacties niet uit
Benoem welke angststoornissen er zijn volgens de DSM 5, wat zijn de
uitlokkende factoren?
1. Paniekstoornis
o Verklaring: biologisch GABA en serotonine omlaag, cognitieve
theorie
o Recidiverende onverwachte paniekaanvallen
o Hartkloppingen, zweten, trillen, ademnood, pijn op de borst,
misselijkheid, derealisatie, vrees om dood te gaan
o Tenminste 1 maand
, 2. Agorafobie
o De angst dat in geval van nood ontsnappen moeilijk is of hulp niet
snel voor handen is
o Kan met of zonder paniekstoornis voorkomen
o Angst voor 2 van de 4 situaties: vervoer, open ruimte, afgesloten
ruimte en/of menigte
o Buiten proportionele angst
o Tenminste 6 maanden
o Lijden druk/beperking functioneren
3. Specifieke fobie
o Meest voorkomend: dieren, hoogte, vliegen, medische
behandelingen, onweer, afgesloten ruimten
o Verklaring:
i. Freud: onbewust verdrongen angsten uit de kindertijd
ii. Leertheorie: conditionering en vermijden is beloning
iii. Cognitieve theroie: bang zonder reden /vermijdingsgedrag
o Duidelijke angst voor een specifiek object of situatie
o Het object/situatie wordt vermeden
o De angst is buiten proportie ten opzichte van het werkelijke gevaar
o Minimaal 6 maanden
o Veroorzaakt beperkingen in functioneren
o Niet veroorzaakt door drugs/ziekte
4. Sociale angststoornis
o Bijvoorbeeld angst iets af te rekenen, naar feestjes gaan, voor de
groep staan
o Verklaring: gebrek aan sociale vaardigheden, laag zelfvertrouwen,
overdreven fixatie op zichzelf
o Angst op negatieve beoordeling
o Sociale situaties verrmijden
o Tenminste 6 maanden
o Lijden druk/beperking functioneren
5. Gegeneraliseerde angststoornis
o Excessieve angst en bezorgheid
o Rusteloosheid, gespannen gevoel, prikkelbaar, slaapproblemen,
vermoeid
o Tenminste 6 maanden
o Lijden druk/beperking functioneren
o Piekerstoornis
6. Seperatieangststoornis
7. Selectief mutisme
8. Angststoornis door een middel of medicatie
9. Angststoornis door een andere medische aandoening
10.Anders of ongespecificeerde angststoornis
Wat is de (niet-)medicamenteuze behandeling van angststoornissen?
1. Psycho-educatie
2. Exposure-therapie
, 3. Cognitieve gedragstherapie
4. Exposure in vivo
5. Ontspanningstechnieken
6. Mindfulness
1. Antidepressiva
2. Benzodiazepinen
Wat is persoonlijkheid?
Identiteit: subjectief beeld dat iemand van zichzelf heeft en voorhoudt aan
anderen
Karakter: de meest kenmerkende trek van een persoon
Temperament: het patroon van emotioneel reageren op prikkels
Persoonlijkheid = Unieke duurzame, emotionele denk- en gedragspatroon van
een persoon, waarbij men zich op een voorspelbare wijze gedraagt.
Wat zijn de persoonlijkheidsstoornissen volgens de DSM 5?
Cluster A (vreemde, exentrieke gedragingen): Schizoïde, schizotypische en
paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Cluster B (dramatische, emotionele of onvoorspelbare gedragingen): Antisociale,
borderline, histrionische en narcistische persoonlijkheidsstoornis
Cluster C (angstig, controle en/of vermijding gedrag): Vermijdende, afhankelijke
en dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
Benoem welke factoren een rol spelen bij het ontstaan en
instandhouden van persoonlijkheidsstoornissen
1. Biologische factoren: temperament en stemmingsgevoeligheid genetisch
bepaald, rol neurotransmitters en hersenen
2. Psychologische factoren (opvoeding): hechting, trauma/misbruik,
verwaarlozing, agressie, over kritische ouders
3. Sociale factoren: negatieve ervaringen met leeftijdsgenoten
Leg uit wat een verstandelijke beperking is en wat de oorzaken zijn
Om te spreken van een verstandelijke beperking moeten er significante
beperkingen zijn in zowel het verstandelijk als adaptief functioneren. Oorzaken
die kunnen leiden tot een verstandelijke beperking zijn:
- Genetische afwijkingen
- Stoornissen voorafgaand aan of tijdens de zwangerschap
- Problemen bij de geboorte